Ooit was het daar, netvlies

IMG_0464

 

 

Of ik nu wakker word of slaap, of het vandaag is, of gisteren, dagen of jaren, kwart of halve eeuw, misschien, zeker langer geleden, zag ik je! voor het laatst, de ruiten verstikte mijn gegil, terwijl je weg liep, niet meer omkeek, naar wat je moest verlaten, zo als alles wat je had, hebt moeten verlaten in je, hele leven, alleen die hoek van waar uit ik je zag, was anders, veel lager, ook veel verder, kon ik je loop volgen, waarna je oploste in de Lembangweg, links of rechts? ik weet het niet meer, wat ik wel weet! je liet me achter, bij een monster, een monster die jou ook zo benoemde en zo werd ik opgesloten, verbannen en voor eeuwig, de mond gesnoerd, tot woorden een uitweg, zochten, tot alles in me over prikkeldraad, betonnen muren, al rennend over straat, grasvelden en wegen, snelwegen, gevangenismuren, ziekenhuizen, korte gekkenhuizen, ziekenboegen, verpleeghuizen, gokhuizen, drughuizen, kinderhuizen, opvanghuizen, flatgebouwen, beangstigend hoog, naar beneden kijkend en toch maar niet gedachten of van de ring in het gevang, waar al netten waren gespannen, voor als? toch!

En zo verdween je langzaam en als het aan mij lag, zou ik de projector nog lager willen laten lopen, tot op het moment dat ik je voor het eerst op merkte, na dat je de deur dicht deed en ik naar het raam rende, in paniek, toen je  me net even daarvoor vertelde tegen je grote jongen, dat het tijd was voor je, om te gaan en dat ik goed mijn best moest doen en je niet mocht vergeten, een gesprek wat alleen volwassenen met hun kinderen kunnen voeren, in een beroerde situatie, keuze, want hoe anders kun je slecht nieuws aan je kind duidelijk maken? En zo stond ik achter dat raam, alles proberen te begrijpen van wat je me had vertelde, probeerde ik er gehakt van te maken, misschien wel brood, zodat mijn hongerbuik iets naar binnen kreeg, liefde was er ook al niet meer, nadat je weg was, daar om die hoek, in dat god vergeten land, aan de andere kant, van de wereld, waar ik bovenal moest vluchten, met mijn vader en zus en misschien wel met dat monster? er bij, was dat vliegtuig maar neergestort! zo als al die andere van dat Type daar voor en daarna? Dan voor ik op aarde uitelkaar spetterde, omringt van bloedspetters, keurig verspreid, rond om mijn lijk, zo gedrapeerd als een tapijt die een lief kinderlijkje verdiend, in zo’n, dramatische gedachte, uitweg bedekende hersenpan, die door alles, dat beeld, niet van zijn oog gewist kan krijgen, door mijn bezoek heb ik, dat beeld kunnen plaatsen, een plaats kunnen geven in zijn geschiedenis en we weten dit was eind 1951, misschien pril 1952!

Monsters en Beesten of anders om?

DSC00381

 

 

Zo verlaten vele oude vrienden mij, niet omdat ze dood gaan! gewoon omdat ze niet begrijpen wat er in een mens kan spelen, iets anders dan voetbal of tennis, gelukkig zo als, bij een vulkaan, de lava verlaat de krater en ondergronds word nieuwe grondstoffen geladen en zo krijg ik nieuwe vrienden, zelf zij! die eens mijn vijand waren, waar de ouders van! ons verdreven, weer andere vermoorden in hun drang naar vrijheid, wie wil er leven onder een juk, ooit is die drang naar vrijheid begonnen en werd pas echt aangezwengeld door Japan, die even voordeed hoe je mensen respect afdwingt en langzaam, vermoord, zo langzaam dat een zwaardslag om de nek een verlossing werd, waar lichamen werden gebakken in die hete zon, in die hutjes waar geen hoek je kon beschermen, tegen het lot wat je stond te wachten en slechts de sterkste konden overleven en nog steeds zijn er Japanners, die niet kunnen begrijpen dat wij als 2e generatie ons daar druk overmaken, net zo als mijn Nederlandse vrienden? Want het is toch al zo lang geleden gebeurt?

Ja dat klopt, een verdriet en schicksal, is niet met een handbeweging, weg te vegen, kun je niet zomaar in een hoekstoppen, als zijnde niet gebeurt, het moet eerst bewezen worden en wat voor nonsens ik nog meer gehoord heb! Ik ben een van hen, ik ben een zoon van een, die al die verschrikkingen overleefd heeft, de eerste en tweede golf, toen de derde en vierde en toen kwam die zogenaamde bevrijding en deze laatste, overleefde ze niet en met haar een paar miljoen niet, vandaar, dat ik me druk maak, over wat toen is gebeurd, omdat het direct te maken heeft met mij, ik ben een product, ontstaan, uit die periode en mis nog steeds, volle namen, foto’s, gezichten en data, kan slecht gissen wat er met hen gebeurd is, hoe ze zijn gestorven, waar geen graf voor was of slechts het woord! onbekend

KNIL Soldaat of burger, baby, kindsoldaten, argeloze meisje, moeder, oma, de volgorden, telt niet in de dood en over het aantal? daar schreeuwt men nog huizen hoog of huizen laag!

 

Vingertop, teentop, alles op

DSC01194

 

 

Zelfs de vertaler heeft nog niet van het woord gehoord, vandaag verzoek geschreven aan de Ambassade, een vriendelijk doch dringend verzoek, mijn onderzoek af, te mogen maken, mijn naam verandering mag door voeren, ter eren van mijn moeder, wat een rompslomp als je, de of een geschiedenis wil achter halen? Als je kijkt hoeveel mensen daar bij betrokken zijn, of geweest of zelfs nog moeten komen en betrokken raken? in dat wirwar, wat mijn leven heet en zo voel ik me dan een kat die achter een bol, wol rent en van schrik, weg rent, voor de troep die hij gemaakt heeft!

En elke keer weer, moet je uitleggen waarom, wel en waarom niet? zouden ze daar geen standaard gegevens voor hebben, het antwoord is NEE! naar maar waar, dit verzoek is niet zomaar een verzoek, ieder geval niet alledaags, het verzoek is een menselijk verhaal geworden, een tragedie, die veranderde, in de omkleedruimte van het toneel, het toneelstuk, dat het Leven heet, het ontstond ooit heel lang geleden, toen de wereld er heel anders uitzag, een tijd zonder computers en tijd van chaos en nu gaat het er om of de ontvanger? Of deze! de belangrijkheid er van kan inzien? net zo als al die onbekende Indonesiërs, die ik twee maanden geleden mocht ontmoeten en of dit nu de Rechter was, de advocaat, ambtenaren, een iedereen wilde bijdragen, bijdragen aan het slagen, van mijn missie, een missie die een soort obsessie is geworden, zo lijkt het! en dit komt, omdat ik maar al tegoed besef dat de tijd dringt, straks is! het te laat! Want! van alles wat ik terug, zou willen draaien in wat is gebeurd, waar zijn ze gebleven? Die grote vraag? is er misschien, de zekerheid, de juistheid, ook al zijn er wel kleine veranderingen in data, via onderzoek naar boven gekomen, in grove lijnen klopt bijna alles, veel mooier is, dat ik na zoveel jaren, de eindjes aan elkaar kan plakken, mijn wereld word steeds mooier, omdat mensen om me heen steeds mooier worden, mensen die ik voor het eerst mag ontmoeten, verre familie, soms zo ver! dat er eigenlijk geen spraken van is! maar wel in mijn beleving, ik doe niet zo Pietluttig, al moet ik terug gaan naar Adam en Eva! Vorige week heel veel, neven en nichten ontmoet! geweldig toch!

En zo ga ik de dagen tellen, gelukkig gaat het tegenwoordig via Internet en niet via de post, dus alles kan sneller verlopen, zelfs zo snel dat ik nog de juiste dag, maand moet prikken, de andere prikken heb ik al gehad, nog van mijn laatste bezoek. gelukkig heb ik twee mensen die borg voor me staan en zo kijk ik uit naar dat mooie land, met al die mooie mensen of soms zo lelijk! dat ze mooi zijn, wel beseffend dat als ik vroeger geen goede tandarts had gehad, mijn bek er ook niet uitgezien had en dat is dan wat je tegenkomt in armenlanden, bij de aller armste, zo dat ze lijken op die monstermaskers uit toneel opvoeringen daar, maar er zijn ook hele rijken mensen in Indonesië en die hebben daar geen last van.

 

Wit & Zwart is zonderkleur, dacht U!

10

 

 

En zo word gevraagd of dat wat ik schrijf, zou kunnen vertalen in het Frans? Vraag me of ik op Mars woon? Nee! wat jammer, want er zijn ook Indo’s, in Frankrijk en de meeste weten het niet eens of willen er niet aan denken, ze bezitten niet zo als wij, het bewust zijn, van wat er eens gebeurde in de West, als ik enkele vraag waar komt U vandaan, dan kijkt men geschrokken op, als of men betrapt word, een Indo kijkt met andere ogen en is blij als hij merkt dat die niet alleen is, op dit half rond der aarde, verder zijn er Fransen die best wel iets meer, zouden willen weten over de geschiedenis, een geschiedenis waar veel Franse in voor komen, veel Franse namen, deze vertrokken al vroeg naar de West, zo ergens rond of voor, na 1800 en zo waren er talloze landen die mee verhuisden en dat vind je in mijn DNA, dat is lachen, vroeger scholden ze me uit, voor Griek, Turk, Marokkaan, Italiaan, toch wel aardig, want, buiten Inheems Amerikaans 0,8%, kwam de Balkanlanden slechts op 15,9%, Indonesië en omliggende landen op 39,2% en de rest? Europees 52,2%, dit roept om vraagtekens? Dit vraagt om moeilijk heden en zo geschiede! En waarom niet, wie uit moeilijkheden geboren(zaaien) word, zal oogsten, dit heb ik nog over gehouden uit tijden dat ik mijn neus of oren in de bijbel had, waren het niet de kwellende afbeeldingen, van een grootmeester in de schilderkunst, die meer of minder alle soorten verdovende middelen, moet hebben gebruikt om zo realistisch te kunnen schilderen, van wat en hoe de mensheid met elkaar omgaat en je daar nog met plezier aan staat te, vergapen! Tenminste zo verging het mij als kleine jongen op de werkkamer van mijn pleegvader, die bij gebrek aan ruimte, zijn boekenkast parkeerde op mijn slaapkamer of was het anders om? ik sliep op de boekenkamer?, die ik later ook zou moeten delen met mijn pleegbroertje Fred, dus geen wonder dat buiten Max und Moritz, Dante, Rembrand en al die andere, die me nu niet te binnen willen schieten, gretig aftrek bij ons vonden, de bladzijde waren net zo muffig als de kleur van de kaften, grijs- groen- bruin, geel, zo geel als de bladzijden, met vezel, die de bladzijde stug en stroef maakte, alleen als er foto’s, in waren, waren de bladzijden glanzend glad, als of het een vergissing was, van de drukker of uitgever, zo kon het gebeuren dat je vinger uitschoot, in dat boek, met alle gevolgen van dien? En zo kwam ik ook tegen de volkeren leer, best eng? Geen wonder dat ze me pinda of bal-oog noemde, daar in Berg en dal, Nijmegen, Nederland, moest ik wel van een andere planeet gevallen zijn, met al mijn landgenoten, hoe dat kon? Ja daar had niemand het over en zo bleef het dan ook, daarom hoop ik ook dat alle boeken over de hele wereld, vertaald worden, vertellen over wat daar gebeurde en niet van we hebben iets te verbergen of we willen vergeten? dat kunnen we jullie wel vertellen, dat werkt niet? dat hebben we aan de lijven ondervonden en vele mensen schrijven daar gelukkig over en enkele gaan zelfs zo ver! die gaan de straat op!

Maar wat als niets? en je bekdichtstoptverf!

6

 

 

Terwijl het land, gewoon doorgaat land te zijn, beschermengelen daar ook vandaan komen, nog wel bedankt, dat het ons ernst was? dat was zeker, dat hadden jullie goed begrepen, maar met ons voelde jullie, je op de plaats, thuis! een thuis, die vele van ons niet gekend hebben, sorry als ik iemand op een hoop gooi, het geeft me het gevoel niet alleen te zijn, zo alleen als onze ouders en familie, vrienden en kennissen in dat graf, of dat nu in Indonesië is! ergens anders op deze aarde, het blijft kil en alleen, terwijl de kippen over mijn armen lopen en het vel er achteraan en de rest? Misschien zonder huid, zonder gevoel? Niet eenzaam? niet herkennen en erkennen, weg kijken! Terwijl wij wel de weg op gingen, nog erger, wij gingen op straat, wij deden het op straat en riepen, uit volle borsten  en wie geen stem had, had schitterende ogen, vol trots, zo als we vol trots keken naar die krans, die krans die alles bezielde, die al onze verhalen verbond, zo als het lint, er omheen, gevlochten en vergeefs door de wind, glad werd gestreken, keer op keer! ik kan de handen niet meer tellen, die teder en liefdevol, haar aanraakte, als of ze een van ons was, als of ze levend werd, al die miljoenen doden, die ooit gereduceerd werden tot 0, maar waar van wij wel anders weten en andere getallen hebben, als bewijs? die graven, witte kruizen die afsteken tegen soms blauwe lucht, of donderend grijs, kil zwart, verweven met groen en hier en daar een spriet, geknipt, waar een kapper, jaloers op zou wezen, terwijl we de laatste eer bewijzen op die gedenkwaardige dag en dit ook blijven doen, tot wij geroepen worden, zolang gaan wij de weg op, de straat, tot onze ouders worden gehoord!

Bijna 3 & een kwart eeuw, de schaamte voorbij!

2

 

 

Zo ontsnapte het woord Mloeder, waar de M van Moeder en de L van Loeder, twee woorden, die de woede verbergen, opgeslagen in de geschiedenis, de geschiedenis van zo velen en in mijn hersenpan, die vol met eelt is afgeschermd, van de buitenwereld, zodat ik alleen daar last van heb, met al die anderen om me heen, De obsessie die als vet boven water komt drijven, een gaarbak van ontkenning, want daar is waar het om gaat, neus gaten vol asbest,  verboden vruchten plukken, of stelen, wat maakt het nog uit? Pas veel later besef je dat het anders kan, ook zonder! voor hen nog steeds te laat! De trein is voorbij geraasd, heeft we laten staan, in de kou, de weide is kaal gevreten en niet door koeien, nog door buffels of karbouwen, zelfs niet door de sprinkhanen! wel door de haantjes de voorste, die! die pikorde verstoorde, door hebzucht, lijkenpikkers, toch heel anders als mijn eigen hebzucht, voor dat ik daar op aangevallen word!

Zou als mijn ouders altijd op de hoede wezen, terwijl geen pet mij staat en deze ook niet aangemeten krijg, terwijl de hoedenmaker al klaarstond en het de kleermaker werd, die me goot in een mooi pak, die die armoede camoufleerde van een heel/ half- volk verdreven, uit een heus paradijs, heel/ half want vele bleven achter op! of onder de aarde! of zweefde als geesten zonder ooit echt aan wal te wonen, misschien wel aan lagerwal, zo laag dat je tussen stoeptegels moest zoeken, het zand, weg moest krabben en de stoeptegel verwijderen op dat adem gehaald kon worden, we kent dat snakken naar bevrijding? Die veels te langen gedwongen, in gehouden adem? Het gevoel van longen, die als een ballon, heel zacht uitgedrukt, dat wel? Het onwel voorbij gaan en ons kinderen, onze monden vult met gassen, slechte adem, Jappenkampen, oorlogen geweld, zonder bevrijding er in of er tussen en dan die walgelijke nasmaak! Die weg gewuifd word als nooit geweest, nooit bestaan!

Terwijl de L slechts een type fout was en een mogelijkheid van een diep liggende gedachte, is alles daarna de waarheid tot op heden.

Adders onder en boven gronds!

17 April 2018 Amsterdam, De Indische kwestie (1) met dank aan foto’s, van Gus Drake

disillusion (1)

 

Op de dag zelf, nu enkele dagen later, in een heel andere omgeving, zeker zo statig verscholen in de bossen, in Hotel, Ernst Sillem Hoeve, krijg ik eindelijk de kans, na te denken, het weer speelt natuurlijk ook mee en dat na zo’n, lange winter, lucht het gewoon op, de tulpenbomen donderen hun bladeren op het grasveld neer, merels hippen daar ergens tussen door en zo denk ik aan de kennismaking, die dinsdag zo rond 13.30 ongeveer, terwijl ik onder mijn arm de protestrol klemde, rond om me heen, kijk of er iemand bekends voor me is? Natuurlijk een hele kleine kans, als wit geverfde Indo na een verblijf van 66 jaar buiten de tropen, buiten gesloten van de echte Indische gemeenschap, verwachte, ik enkele schrijvers, die ik reeds jaren kende via FB, al zoekende blikken, werden door kruist door Frank! En Frank ken ik ook via FB en door familie onderzoek, hij is een verre neef van me, gelukkig ontmoete ik ook zijn vrouw en dochter en zo had ik in eens weer familie, er bij, zoiets is toch onbeschrijflijk?, zijn schoonzoon stuurde me later foto’s en zo word een dag, als op deze geschiedenis geschreven! 66 jaar later komen we elkaar eindelijk tegen, in de groep mensen, had ik een uur daarvoor, ook een vrouw gezien, die van emotie overmand vertelde dat ze familie gevonden had en daar treffen we elkaar, dat is het verhaal van de Indo-Molukker-Chinees-en al die andere volken die uit Nederlands-Indië kwamen of Indonesië, die daar ook verdreven werden,  vermoord, verkracht, gedwongen, verwrongen van geest, tot slecht een geest bleef dwalen, klapperende botten, galmden op het ritme van de stoomboot, die kwam aan, aan de kade, andere kwamen per vliegtuig en wisten van geen bestaan? Niet van het verleden nog het heden of slechts iets daar tussen in, flarden gerafeld, vaag, bleek, mager, die jaren! halve eeuwen! nodig zouden hebben of langer om als een negatief ontwikkelt te worden in een donkere kamer, waarheden, die het daglicht niet kon schuwen en zelfs nu niet en toch er gebeuren wonderen? soms zo heel klein, soms zo doeltreffend, dat ik even tijd nodig heb dit te verwerken, zo als die vrouw daar op de Dam in Amsterdam, die het liefst had willen dansen, zingen, wat was ze, een spiegelbeeld voor mijn eigen gevoel, toen en nu en nog meer? Zo anders als die andere, aanwezige, die opgroeide in familie, waarin genealogie, verhalen geschiedenis, alles bewaard gebleven was, of minder belangrijk? misschien? Ik als onderstesteenbovenhalen, figuur en natuurlijk met al die helpende handen, doet ik iedere maand wel een ontdekking, is het niet voor me zelf, dan wel voor een ander, want dat is nou zo leuk en daarom was ik zo blij voor deze vrouw, blij voor ons allemaal! voor ons allemaal! die het opnamen tegen die grote Nederlandse Leeuw, die onze ouders en familie in de kou hebben laten staan en dat wij als kinderen, zo als Peggy Stein zegt, opstaan? het niet meer pikken en dit laatste is een schande, hebt U al die lieve mensen op straat, zien staan, zitten in hun rolstoel, motorisch of niet! Terwijl de Koning dus belangrijkere zaken had en dit is zo, ON, Hollands, ik leerde van mijn adoptie vader dat je eerst, je eerste taak moest afmaken, voor je aan een nieuwe begon? Hier hangt een zaak, al bijna 75 jaar aan de kapstok, als een oude jas, die niemand wil hebben, die niemand eens liefde vol, her verbruikt, afwikkelt, zo dat we weer van recht kunnen spreken, wat ooit krom was! En met die Jas en de motten van Dorus, mijn eigen 2e generatie, zie ik dat lijk drijven in de gracht en niet in de kali, en daar word ik dan heel stil van en verdrietig, net zo verdrietig en stil, als onze voorouders en ouders, familie en vrienden!

Dam-A gisteren of later.

Amsterdam 17.04.2018

 

 

Gisteren was het een mooie dag! we herdachten minder mooie tijden, van binnen voelde dat, dan ook heel tegen strijdig? met een lach en traan, zeker bij de kranslegging aan het Dam monument, waar ik de tranen, langs haar wangen moest zien stromen, van mijn voor de protestmars, geadopteerde moeder, bij gebrek aan een echte, daarna kon ik haar even troosten, zo als ze mij troostte, toen ze me als haar zoon accepteerde, haar naam was mevrouw Doppert, voor mij was ze gewoon mama, tranen die glinsteren in de zon, omringt door bezoekers, toeristen, tram geluiden en bussen vol bobo’s, ook de Koning aanwezig, doch die had, belangrijkere dingen aan zijn hoofd, als de Indische zaak waar wij voor staan, waarom wij van alle windstreken kwamen en doet je beseffen, dat men is vergeten wat daar gebeurd is, wat wij daar verloren hebben, niet alleen achterstallig salaris van het KNIL, een schande, die zijn weerga niet kent? onze familie, neven, nichten, ooms en tantes, die het land werden uitgeschopt of sommige juist vrijwillig en voortijdig, omdat ze het lijk, al zagen hangen en dat waren geen schimmen, het waren echte mensen die daar bungelden of gewoon in de put verdwenen, of zo in de kali, tot op heden heeft men geen besef van wat daar werkelijk gebeurde en ik doel nu op die jaren na December 1949, Westerling nog even in Januari 1950 in Bandung en dan word het stil, dan word er gedood en gemoord in de nacht, geen krant die daar iets overschreef, alleen ergens in 1951-1952, men was angstig, maar dit was nergens voor nodig, voor dat, de des betreffende ambtenaar op het vliegtuig stapte, op naar veilig gebied, terwijl ik daar sta op de Dam, bij dat monument, waar as van ons ligt, die het niet overleefd hebben, met de herdenking in aantocht op 4 en 5 Mei, dan denk ik terug in onze geschiedenis, wij werden toen niet bevrijd, voor ons werd het pas 15 Augustus , Deze bevrijding was slechts van korte duur en duurde weer tot december 1949, Vrede zou je denken? ondanks de onafhankelijkheid van Indonesië, zijn wij toch nooit bevrijd, als je het warm onthaal in Nederland daar onder wilt rekenen?

Zo moest ik knielen voor die krans, ik herdacht mijn moeder, mijn Japanse halfzusje, ooit gekend, nooit het graf gevonden, ik knielde namens mijn zus Beatrix, ik knielde voor al mijn pas gevonden familie leden, die het niet gehaald hebben of de koffers hebben moeten pakken en hun geluk ergens anders beproefde, waardoor ik slecht met weinig achter ben gebleven en we worden steeds minder, dat was duidelijk te zien, we worden niet jonger, al is de trots in ons onverwoestbaar en kijken we uit naar onze herdenking 15 Augustus, waar dan ook! Daar lag ik op mijn knieën, voor jullie allemaal, zij die te ver weg, woonde, ziek of gebrekkig, als uiting aan, al het leed, wat we allemaal hebben moeten doorstaan, dus het woord bevrijding heeft voor mij, een heel bittere smaak.

Zwarte nacht, sluipt de ochtend, om de hoek

philips Lembang weg, welke familie

 

 

Een krolse kater, buiten of binnen in het huis, dat pist en schreeuwt, wil naar binnen, dan naar buiten, loopt onrustig door het huis, zal ik hem laten pellen?

Moet een bakje koffie maken, doe maar een dubbele, wat mis ik Indonesië, wat mis ik het ontbijt, wat mis ik die nasi- kampong, wat mis ik de geuren, wat mis ik die kleine mensen, die glimlachen, die blijdschap of somberheid, omdat er geen uitzicht was op al de ellende, huizen laag, ook al zie je daar steeds meer flatgebouwen, die het er ook niet mooier opmaken, een beetje Hongkong is spe! Maar wat wil je met zoveel mensen? En voor de toekomt zie ik steeds meer wegen, boven de wegen, een bruggenstelsel die die het landschap dan gaan verfraaien, van beton nog wel, behangen met klimplanten zo als op Singapore vliegveld ziet, als je van terminal 2 naar 3 gaat met de tram, die meer op een attractie lijkt of James- Bond film achtig uitstraling heeft en nog even komen de kunst planten, bij gebrek aan licht, terwijl al het plastic, zo aanspoelt bij zee of anders om, via rivieren naar de zee toe? En wacht dan ook met smart op de plastic vreter, verdelger, die als het waren als een magneet, vooral die microscopische deeltje, door de jaren heen vermalen op zou nemen, grote , daar zijn handen genoeg voor en hersenen die op school bijles krijgen, mist ze niet slapen, daar moeten bijscholen komen, voor al dat volk, wat de natuur en weg bevuild, gewoon uit luiigheid of moedwil en stommiteit, brainloosvolk, waar dieren met de gebakken peren zitten, terwijl ze die rouw lusten en de mens?

Gaat dat nu betekenen dat ik van zelf plastic aders ga krijgen, me een operatie kan besparen voor de toekomst? Dan heeft het nog voor delen ook? Rotzooi dan maar aan!

En zo kom ik weer uit bij het gemis, die herrie, stank en geuren, miljoenen vreettentjes, die hopen op 50 klanten per dag en misschien niet meer als 10 halen, en toch! daar mee komen ze de volgende dag, weer mee door en zo schuiven ze iedere dag, een stukje van het leven op, zo als een meikever liefst een hoopje paardenstront of kak, want dat is lichter en zo dragen ze ook alles licht in Indonesië, werken doe je zittend? En dit berekenend van afstand persoon, naar grond? zo gek nog niet, als de grond niet naar je toekomt, kom je naar de grond en zo beweeg je soepel, vermoedelijk belast het ook de rug, dit laatste weet ik niet, heb er nog geen studie naar gedaan, maar ja daarvoor ben je Indonesiër voor of Indo, ieder geval Aziaat!

Zo las ik gisteren een stukje over pijn van het afscheid nemen? steeds weer opnieuw en verdomme dat gevoel had ik ook, dat gevoel had ik toen ik aankwam nog voor ik ging, want ik wist dat het slechts een maand ging duren en eigenlijk 5 dagen minder, dit opdat ik anders het land onvrijwillig moest verlaten, zo als eens? En die schande wilde ik me besparen en toch moest ik met pijn in mijn hart al gaan, voor ik überhaupt, vertrokken was en heb ik 25 dagen, moeten denken aan die laatste dag, die steeds dichterbij kwam, als of die meikever die hoopstront naar mij toe duwde, in plaats van me af, zodat ik bevrijd rond kon huppelen? Hoe zo bevrijd? ben nog nooit bevrijd geweest, zit nog steeds gevangen! En ik niet alleen,  natuurlijk er zijn mensen die zijn zo vrij? dat ze op een onbewoond eiland gaan wonen? Terwijl ik liever iedereen vrij zou willen kopen, die einzelgänger blijken toch niet de overhand te hebben, want zag op de kaart heel veel legen eilanden, onverkocht of opgeëist, en als je alleen op een onbewoond eiland zit, ben je toch wel verrekte egoïstisch bezig! want wat moeten al die anderen biljarden mensen dan? en daar krijg je dan te horen schijt? Ja dat gevoel heb ik niet, gelukkig maar, mijn huis rust, soms hoor je gekraak, van een balk die uit zet, of een muis die rond huppelt en dan moet die goed op passen voor de poes, die hier rond sluipt, soms een scheet van de huis spin en al die duizenden geluiden die een huis kan herbergen en dit terwijl je dan denkt alleen met je gezin er te wonen? fout!

 

Het scheer, uitvinding!

27973231_10213759409533030_9068346029113516570_n

 

 

Terwijl het koffie drab, het bezinksel, tijd nodig heeft, zich traag door de vloeistof heen te werken, worstelen, zo ook gaat het in mijn hersens, een huis dat ik verliet in de hoop het anders en veranderd terug te vinden, terwijl een ander juist dat verleden op gaat zoeken, om een glimp van zijn moeders, verblijf, te vinden, iets wat je alleen, als zoekende naar het verleden? kunt begrijpen, gelukkig is de halve mensheid opzoek, naar zijn of haar verleden, dus klinkt het minder gek wat ik schrijf, blij en teleurgesteld tegelijk, spoelde ik aan, een ander woord kan ik niet bedenken op dit moment, als wel dat de tong op mijn schoenen hangt, mijn schoenen voor me uit lopen, en ik er achteraan kruip, al knarsend door het grind, strepen trekkend en knie openhalend, tot de voordeur kom en een vloek mijn lippen passeerde, de koffers uitpak, als een koopman, terug van verre reizen, de gewaden uit de sprookjes van een nacht, veranderde in de sprookjes van Bazaar en dure winkels, waar eigenkeuzen bepaald wat gekocht ging worden of niet, wat mijn dochter mooi zou vinden en zie, haar ogen, die glimmen van de blijdschap, de warme rode blos op haar wangen, bij het tevoorschijn halen, van een ieder voorwerp verpakt, gekraakt als een noot, de verpakking  begeeft het en gretige handen van haar omsluiten de terenstof, van Zijden, Batik, alles hand gemaakt, met liefde en tussen spiegel en mij toont ze vol trots de giften, die zitten als gegoten en sommige voor een jaar later en dan weet je waarvoor je het gedaan hebt, terwijl in het noorden, ze nog thuis moeten komen, om de geschenken uit te pakken, terwijl ik hoop dat voor de oudste, de maat wel goed is? wat groeien die kinderen toch als kool, wat krijgen ze te eten? Ik vroeger niets, dat weet ik nog wel en nu? Denk ik aan al die dikke mensen, kinderen op deze wereld, terwijl mijn koffer 9 Kilo overgewicht had en bij moest betalen, terwijl, mijn buurman het dubbele of drie dubbele woog, van mijn gewicht, schoon aan de haak? en met hem 900, 1000 of meer andere reizigers in dat zelfde vliegtuig en voelde me dan ook genaaid, terwijl dat eigenlijk de taak van de kleermaker was en is!

En nu was het even rustig, kleren zijn op geborgen, de hond ligt aan mijn voeten, de poezen vreten uit de bak, de kachel blaast warme lucht, de kamer in, want buiten is het maar niets en het was krabben geblazen en zo verlang ik terug naar de tropen! Alleen zij die kleine-grote meid houd me nog tegen. Niet dat het beter daar is? misschien wel veel beroerder en toch? het is mijn geboorteland, als of ik in de buik van mijn moeder  zit, omgeven door baarmoedervocht en geluiden vaag mijn oren en zintuigen bereiken, waar ze voor eeuwig op geslagen zijn, zo als mijn DNA.

Olifanten zadel van leer, trekken

29351627_1852368754788039_4859076127858593054_o

 

 

Van Cola fles, naar de mond, half in glas, telefoon gesprekken, bezoeken boven in de Franse bergen, het dagelijkse leven, is weer begonnen, terwijl het andere oor luistert, de weg voor me uit beweegt op de hitte van de zonnen stralen en die bocht, iets scherper leek als een maand geleden, het tuinpad opdraai en denk, verrek, ik moet iets aan die tuin gaan doen, dan de zwaar beladen kruiwagen zie staan, die mijn vrouw daar neer gedumpt heeft en denk mankeer je wat aan je handen, het is je eigen rotzooi!, Ruim het zelf op! De zon schijnt en ik zit binnen, misschien ook wel de beste plek, de wind is nog steeds kil, zo als je blik me aan keek, terwijl het vuilnisblik er vies bij staat, iets schuin naar achter in de hoek, naast de vuilniszak, grijs, soms een beetje zwart van kleer, waar de kater, niet zou opvallen als hij deze plundert en de rotzooi achterlaat, zo als op die kruiwagen daar buiten! En zo  ruimen we allemaal de rotzooi van een ander op, was het maar als naar de wc gaan, een goede veeg en alles was weg! en in het ergste geval, brak het papier, bruine vinger of handpalm, onder kraan snel schoon gespoeld en leed geleden, ter controle even ruiken aan die hand en te vrede, kijkend in de spiegel, verlaat je het hok, gelukkig zit ik aan de tafel en de lamp aan, terwijl de vlammen van de kachel in de ovenglasdeur schijnen, weerkaatsen op mijn netvlies en ik mijn oren krab, omdat het jeukt en die half geschoren kin ook, een kriebelhoest komt omhoog en denk aan honig, laat die thee maar weg, het laatste stukje chocolade verdwijnt tussen mijn kiezen, smelt als het waren, zo als mijn pijn had moeten doen, maar achterwegen liet, als of in de LP en kras zat, die de naald opnieuw, op start zette, niet de start van de aan en uitknop, gewoon het begin van de plaat, daar waar de eerste groef begint, met licht gekraak, waarna de muziek begint en ik inval, denkbeeldig, zo als ik denkbeeldig die tuin onder handen neem, die kruiwagen leeg, alle troep opruim, bezat ik maar duizend levens? 999 heb ik er al achter de rug, dus laat ik het maar rustig aan doen, gewoon blijven zitten achter de PC, werken met het hoofd, waar gatenkaas, ruimte heeft voor muizenissen, ieder geval mijn zorgen, die met de dag niet minder worden, eerder meer beladen, door al dat gezijk, van deze wereld!

Korrelnoot, Bengaalse tijger

Bogor met Bayu

 

 

En zo sta je hoofdeloost op de luchthaven Schiphol, had je vroeger alle telefoon  nummers nog in je hoofd, omdat ze minder lang waren, als tegenwoordig, mijn hersenen zijn verhuist in een klein rechthoekig ding, wat heet een telefoon, waar ik foto’s in heb op geslagen, waar alle nummer in zitten, waar je zoveel mee kunt doen, zo dat een oudere, daar nog maar weinig van snapt en zijn gebruik beperkt tot het hoogst nodige en zo stond ik daar, beroofd van alle gegevens, geen geld, niet meer als 108 Euro en wat losse centen, dit door het omwisselen van buitenlands geld bij het wisselkantoor als daar, gekleed in Batik hemt met korte mouwen, verdomme wat was het koud, net als in het jaar 1952 toen ik minder lux werd ontvangen, voor omstanders moest het een raar gezicht wezen, caddie en man, naar binnen, naar buiten, door die draai deur en terug, steeds in de hoop dat de shuttlebus, zou komen, dat duurde zeker een half uur en wat is een half uur dan lang en zeker in die kou, 3 graden boven nul, 24 graden lager als waar ik vandaan kwam, laten we het maar niet over de kilometers hebben, mijn hoofd tolt als het waren, zoekt naar oplossingen, te vergeefs lijkt het, toch een innerlijke stem zegt, rustig aan! komt tiet komt raad of was het anders om? En zo kwam die raad en de radeloosheid, het wantrouwen in Hotel kwibus, want mijn bankpas is weg, dan kom je op de zwarte lijst van wantrouwen, dan word je argwanend bekeken, dan is men gelijk minder vriendelijk, ook al vinden ze het verlies heel sneu? zo zeggen ze! Ik kwam net bijna de hele wereld rond gereisd, aan! kreeg kamer 2164 A voor kenners zegt dit genoeg? als of je de landingsbaan en aankomsthal van Schiphol, Singapore en Bandung nog even overnieuw loopt, mijn poten waren zo ver opgezwollen, dat mijn enkels over de randen van mijn schoenen uitpuilde, elke stap verder het bloed een uitweg zou gaan zoeken, gelukkig had ik die strak getrokken sokken, nog aan, die de op barsten staande voeten en benen, nog net bij elkaar hield, die tanden en kiezen op elkaar gebeten, slepend achter die caddie, de kamer vond! Verbinding vroeg aan de receptie, voor een vrije lijn, nee! dit kon alleen maar als ik naar de receptie kwam? Wel godverdomme nog aan toe, begrepen ze dan  niet wat voor een Leidens weg ik doorstaan had? en bij elke vraag het zelfde liedje en de zelfde oneindige afstand overbruggen, tot dat ik van ellende op het punt stond? verbinding te maken met de buiten wereld, ik had mijn telefoonboekje gevonden, dat ouderwetse ruggensteun en eindelijk kon bellen, een wonder, aan de andere kant van de lijn begrip! Iets wat ik in het Hotel Kwibus verwacht had, zo als ik de dief of eerlijke vinder, verwacht had dat die mijn telefoon en bankpas aan de balie van de vlucht haven Singapore, zou afgeven, zo zou je verwachten dat een hotel of wie dan ook, je hielp en niet een vriend, die je dank aan, ouderwets telefoonboekje belde , je voelt je een schooier, bedelaar en tot overmaat van ramp! Pasen, dus alles was voor drie dagen gesloten, waar was die viering van menselijkheid? terwijl de paashaas zijn reet en oren werd afgevreten, het kuiken in aankomst, gaar gekookt werd en uitgescheten? Zo uit gescheten voelde ik me toen, ben blij dat ik Hotel Kwibus, heb verlaten en hoop er ook nooit meer te komen.

Het enige positieve van het verhaal? mijn vrienden kwamen langs en brachten me geld, zodat ik de reis voort kon zetten en dit verhaal nu kan schrijven en  natuurlijk kan niemand er iets aan doen?

Daar was je en toch ook niet!

29943158_752254518313863_718940234_o

 

 

Dus! zo was je stem? De stem die ik nooit verloren heb, daar 66 jaar, opgeslagen in mijn geest, half Engels accent-Nederlands, eigenlijk een heel grappige stem, dat had ik nooit van je gedacht, net zo als ik je voor het eerst in 1982 op een foto zag en schrok, zo anders als mijn beeld van jou, wat eigenlijk, geen beeld meer was, maar je beeld veranderde in een monster, een draak, niet eens Japans of Chinees, je nagels waren niet mee te tellen, zodat ik het verschil had kunnen weten, maar deze stem van jouw ik schrok? net op het randje voor ik het land weer zou verlaten, moet je met alle inspanning me toe geroepen hebben, verlaat me niet al! weer? Je hebt me nog niet gevonden, laat me niet alleen weer achter en toen je roep! Grace, dat? liet mijn bloed stollen en slechts de toekomst zal uitwijzen of dat de naam is van mijn Japanse halfzusje? ik wilde eigenlijk in Singapore verlening aanvragen! en verder gaan zoeken, maar miste mijn eigen dochter, wilde haar weer zien, sorry dat ik zo egoïstisch ben moeder, maar heb denk ik ook tijd nodig alles te verwerken, weer terug in eigenland, waar je me op deze wereld zette en net zo snel, weer aan ontrukt werd, die stem van je kwam van heel diep, galmde door de gangen, zo voorbij de douane langs, niemand die je tegen hield, niemand die je op merkte, je stem was alleen voor mij bestemd en het is je gelukt, alleen dat schuld gevoel, kom ik daar ooit van af? Zo als je op mijn twaalfde of elfde om geld vroeg, ik naar boven sloop, naar mijn kamer, met je brief in mijn handen en moest huilen van onmacht!

En nu liet ik je weer alleen, achter, niet wetend waar, toch gaf je me duidelijk aan, die zoektocht is nog niet afgelopen en ik kom terug, dat beloof ik je, ik heb de hengels al uit gegooid, zo als drie jaar geleden dat bericht in de fles, of was het pas twee jaar geleden? wat vervaagd, dat tijd besef? 68 jaar-66 jaar? getallen niet meer, nu ben ik de koffers leeg aan het maken en mijn hoofd ook, probeer de kasten in, te ruimen, maar ze puilen uit, ik zal kleren weg moeten gooien, dossiers uit ruimen, ordenen, het lijkt wel of ik mijn hele leven aan het ordenen ben, met een strijkbout alles glad wil strijken, als of het nooit plaats heeft gevonden en diep vanbinnen weet, dat dat! niet waar is, je bent en blijft de drijfveer, voor mijn zoektocht, ook al zeggen mensen, we hopen dat je vind wat je zoekt? wat kun je vinden wat al dood is? waar zelfs het graf niet van bestaat? Tot nu toe? of ontruimd, want wie moest die kosten betalen? Toch van de pot gerukt, dat je graf plaats zou moeten maken voor een ander wel gestelde? Aan je handtekening kan ik zien, dat je scholing hebt gehad, uit de kampkaarten heb ik me laten vertellen dat je Armeense was geworden, door je huwelijk met Gabriel Johannes, dus je was trouw aan je man en kinderen, alleen die verrekte Japanse inval, vernietigde jouw leven, met zovelen, het nieuwe ras de Indo was gedoemd, uitgerot te worden of zo uitgedund, dat alle levenslust ontnomen werd en de dood, tergend langzaam, oplossing bracht!

Stoeptegel, randkant

DSC01311

 

 

Op de bank, waar een paar verhalen terug, nog kinderen zaten, daar ging ik zitten, kijken naar mijn geboorteplaats, waar ik als een vreemde zit, als onderdeel van al die herrie, slechts enkele kijken op, van wat moet hij daar op die bank? En de kinderen die lachen, nog steeds spelend met elkaar, rakelings langs het verkeer, verkeer op de weg, verkeer uit de uitrit? Als kleine aapjes weten ze het evenwicht te bewaren, zoals ik vanmorgen een echt aapje heb gezien, aan een ketting, mij aankeek met lege ogen, wel de baas was blij met het biljet wat hem verzekerde van een warme maaltijd of zo, misschien een bijdragen voor een derde huis? Wat kan het me schelen, ik ben omringt, omsingeld, in gesloten, door bedelaars, Bandung, is in de ban van het bedelen, zonderstaf, en zo lijkt het decor van Bandung een toneelstuk, een voorstelling, drama, die bij het vallen van de avond, door schemer verlichting, verzacht word, verstopt, als of miljoenen gordijnen gesloten worden, daar waar het verschil van echte armoede, ellende, verdriet, hoeren en drugs, slapen in de openlucht of zo als vanmorgen bij ontbijt een man met gescheurde broek, voor bij kwam lopen en zo tegen zijn blote kont keek, een zwerver, zo te zien, ik was niet de enige getuigen van deze tot lompe gehulde arme sloeber, terwijl mijn koffie naar binnen gleed en de boterham daarna, daar werden al die miljoenen gordijnen op getrokken, mensen knipperde met hun ogen en wisten, dat de dag weer begon, zo als elke andere dag, jaar, leven daarvoor, het theaterstuk dat heet Bandung en die naam kom je overal tegen, tot op ronde stenen, met het wapen, de trots van deze stad en deze stenen schop je niet aan de kant, nog rol je ze weg? het zou ook een aanslag op het toneelstuk wezen, politie, leger, burgerwacht, vrijwilligers, en ambtenaren, de hele santenkraam, die daar weer van leven moet en verbaas me over dat energie verspilling, want alles gaat wel ergens heen, rook en stank, herrie, claxons non-stop en daar tussen door die duizenden moskeeën, die je aanmanen, vermanen of je ieder geval opmerkzaam maken,  van het geloof? Doet me zo denken aan de kerkklokken van vroeger, alleen daarna hielden ze op? hier word gebeden, zelfs werk onderbroken en bid ruimten, overal, je kunt het zo gek niet bedenken, kwam vandaag langs de universiteit speciaal over hun geloof. voel me bijna schuldig, als ongelovige Thomas, elke dag een ander pak of jurk, voor scholen en vrijdag op het werk, strikte regels, val er niet buiten? Als toerist word het je vermoedelijk niet aan gerekend, je weet niet beter! En zo zie ik dan die prikkende ogen priemen in mijn nek en was die glimlach op hun gezichten, iets anders? dan ik seniel dacht, met mijn sentiment over dat land van weleer, de knop in mijn kop draait om en besef, het zal nooit meer je land worden, het is te krap geworden, net zo als je kinderschoenen van een 2 jarige van toen, het is en blijft een kinderdroom, wens, al stampvoetend, vergeefs hopend en zo ga ik op in dat toneelstuk en neem mijn plaats in de bühne, wat bestaat uit mijn hotel kamer, met een stoel, in deze kamer en die bovenkamer, daar word alles anders, daar word alles bedacht, terwijl de dienst begint en mijn vingers typen, de woorden aan elkaar en of nu de komma en punt, goed staan? deze bestaan niet in mijn hoofd, net zomin als al die oorlogen, daar buiten, zo als daar buiten, de eerste regenbui, al was en de tweede zal komen? Ik kijk naar buiten een groot gebouw vermeld, LA GRANDE en ik ben niet eens in Frankrijk, La Grande bestaat uit twee gebouwen die bij elkaar gehouden worden, door een voetbalveld van beton en in het midden een gat? Waar volgens mij een ruimteschip door kan gaan, dat futuristische zie je en voel je, ook bij het nieuwe voetbalstadion, iets buiten de stad en alles gaat naar buiten de stad, de studenten, scholen, Bandung, gaat uitbreiden, uitdijen, zo als zijn inwoners al doen, in hun broeken en hemden, kwabbels over de broeksriemen, het lijkt ook wel op Amerika hier, dat viel me al eerder op, in Singapore, de aanloop naar Java, een kitsch, molen uit Holland staat boven op een bakkerij winkel, als restant van een ontkent verleden, weg gemoffeld, in zijn geschiedenis en alles daarvoor, kis niet te vinden, wel de gebouwen, die zijn in gepikt, als schadeloos stelling voor 350 jaar overheersing en zo is voor mij Indonesië, dan ook het Amerika geworden, met een korte geschiedenis, die ze net als de Amerikanen heeft uitgewist, dat waren de Indianen en hier de Indo, een nieuw ras, een nieuw volk, een trots volk, met een bloedend hart!

 

Ja dat kan ook, was maar een gedachte of?

DSC01303

 

 

Vandaag een rustdag, niet eens zondag, gewoon een tweede dag in de week, verveel me de pokken, zit daar met vol gevreten buik, van ellende video,s gemaakt, voor vrienden of foto’s, op dat die rot tijd voorbij vliegt, dat ie die uren weg kan trappen, het gaat vervelen al die mooie vrouwen om me heen, waar je ook kijkt, met of zonder sluier, zwart, geel, grijs, al die borsten die bewegen of weinig, billen, konten, reet, voetstappen, gedender, gedonder, gewoon herrie, van aller dag, dat niemand daar gek van word? Dat houd ook niet op en dat fuckt maar door, geen mens met verstand op deze wereld, geen wonder dat het land, aan het zinken is, onder het gewicht van zijn bewoners? was het niet dat de platen onder de aarde ze nog even een handje mee helpen, zo willen ze land gaan winnen?? zie je het al voor je? waar gaat het dan overlopen? en maar roepen ik ben mijn Donald Duckie kwijt? Terwijl die eend hem al kneep, zich zelf al zag hangen in de etalage bij de Chinees, rood gekleurd door de marinade en dan krokant gebakken met rijst aan zijn einde komt, wat een mazzel? Om zo aan je einde te mogen komen, want mijn leven lijkt wel eeuwig, voor altijd, al twijfel ik ook vaak of ik niet beter daar had kunnen hangen in plaats van die eend, die ook nog eens werd uitgemaakt voor lelijke eend, lang geleden? op gevreten worden zal die! en aan mij knaagt niemand, gemarineerd of niet, hangend of, uitgestald in vitrines, of op zilverenschaal, met kristalglazen, misschien kristallenbol, er naast en de waarzegger onder tafel verborgen, bij het aanblik der toekomst in de bol? Of verschrikt, opspringt en denkt, maar dat is niet zo, de eend op zijn plaats in de vitrine en die gek, moet verder, die heeft nog een hoop uit te zoeken? Die moet nog even, mensen aan het lachen maken, mensen ergeren je niet spelen, ronduit!dat staat, in die glazenbol geschreven!

Terwijl ik krab aan mijn bol, van wegen die krappe pet die ik nooit opzet, laat staan, dat ik hem ooit bezeten zo hebben, die pet, wel die jeuk die me laat krabben en het me opvalt dat mijn handen vaker vervellen als gewoonlijk, kanker, zal het wel wezen, huidkanker, hoe vaker, ik mijn handen was, hoe meer ik vervel, wat hier eet je met je handen, dat scheelt een hoop afwas, dat kan ik je verzekeren, als je dan ook nog van een palmblad eet, pleur je die na gebruik op de mesthoop of de kippen hebben er lol aan, mieren, pieren en al dat andere gedierte, het enige ongedierte zijn wij zelf, maar je zelf doodslaan is verrekte moeilijk, daarom slaan wij anderen dood, vooral die weerloze, daklozen, werklozen, miljonair lozen, kortom alle lozen, slaan we dood, krijgen we ruimte, denken we? Over al dat bloed? wie moet dat opruimen? welke koelie is daar voor gebleven? we hebben ze net allemaal doodgeslagen, vermorzeld, verbrijzeld, vermalen, gestampt,  verdampt, gelukkig is dit maar een verhaal!

Hartzeer, pijneging en soms het begrip

DSC01304

 

 

De laatste dagen breken aan, de maand is druk geweest, bordenvol met opdrachten, plannen, plennen, uitvoeren, afwachten, steeds maar door gaan en je hersen ook, voor anderen, soms niet te volgen, bij mij achtervolgen de verhalen, geschriften, mogelijkheden, zou het kunnen, zou het zijn? natuurlijk, waarom niet? en bewijzen, bewijzen dat je geboren bent? terwijl de acte op tafel van de rechter ligt, maar al die ontbrekende jaren dan? Dan moet je bij Soekarno wezen, niet bij mij, ik was nog kind, die het land werd uitgeschopt, misschien was mijn vader wijs in zijn onwijze tijden, waar ik de wrange vruchten van heb mogen eten, tot ik me verslikte, moest kokhalzen, zo als nu bij de rechter in Indonesië, rechters in Nederland, overal in de wereld, bewijzen! bewijzen uit het land der doden, die onder mijn voeten liggen, als de regen die sporen niet uit gewist heeft of waren het de geschiedenis boeken waar niemand in mocht kijken? Die nooit geschreven mochten worden, omdat de waarheid verborgen moest blijven, zo als de lijken? daar in dat oerwoud, greppel, gracht, overwoekerd door planten, die kruipen, of beesten die vreten? knagen, sabbelen, zo als het gerecht sabbelt aan die zelfde waarheid, die verdonkeremaand word? Aan weerskanten van deze aardbol, kloot? Want klote is het en blijft het, terwijl een fles van plastiek, een label heeft waar op staat drink me i,m free! wat een gelul, ik ben helemaal niet vrij? Niet toen, en niet nu! en misschien wel nooit niet, alleen de dood kan het brengen als mijn as uitgestrooid mag worden, op die grond of  het water van mijn geboorteland, terwijl ik liever een brief in de bus zou willen krijgen, samen met mij alle mensen, uit het voormalig Nederlands- Indië of Indonesië, kom weer thuis, wees weer thuis, voel je thuis, zolang het nog kan, wij zijn de laatste van de 2e generatie, die hier geboren zijn en wij kunnen er niets aan doen, wat er toen gebeurde en wat er gebeurd was, wij zijn blanco! Blanco van binnen en buiten, wij dragen geen schuld, al hebben we die schuld wel moeten dragen, was het niet van het ene land, dan wel het andere, ons leven tussen wal en schip, nooit meer thuis komen? Dat stond niet in de bijbel of Koran of welke godsdienst of geen dienst ook! geen vloek is zwaarder geweest of heeft zwaarder gewogen, als onze verbanning met onze ouders of zonder ouders of halve ouders!

Oerwouden, eens, geweest

28827862_1523086594455232_2155807252560725664_o

 

 

Voeten, slepen, versleten, zolen, neem ik aan, door al dat gesleep, want anders was het niet dramatisch, dan liep ze vier, met haar drie kinderen in een kinderwagen, de berg op? Voor wie Bandung kent? weet dat je dan je lol wel op kunt, vraag dat maar aan die uitgemergelde mannekes op die driewielers, die in de stad zelf al moeite hebben, laat staan een moeder in doods angst en wanneer vertrek je? overdag? zodat iedereen je kan zien? Niet erg aannemelijk, dus in de nacht, kinderen slapen en dan die barre tocht naar de Dagoweg, met de taxi vond ik het al een klere eind, op mijn slippers moest ik er al helemaal niet aan denken, op nieuwe schoenen nog minder, in die tijd waren de wegen anders, soms verharde leem wegen, maar stel dat ze door tuinen, kampongs omzeilende bewegingen moest maken, dan duurt het gewoon een paar nachten voor je eindelijk boven bent, misschien werd ze wel onder gebracht bij kennissen, zo dat ze uit, kon rusten, met het doorkruizen  van de straten waar je was, geweest, had gewoond, vrijwillig of gedwongen, verkracht, of je onschuld verloren aan je eerste geliefde, ik weet het niet, ik was er niet bij, wel was ik in die straten, alles was anders? de pracht en praal van toen, was niet meer? Zo als jij niet meer bent, zo als je ooit was, wat dat betreft gaan we op elkaar lijken, mijn voeten doen zeer en zijn opgezwollen en dat zonder kinderen in mijn armen en terwijl je naar boven loopt, klopt je hart in je keel, ben je buiten adem, schichtig kijk je om je heen, ik hoor de geluiden buiten, ook al worden die overstemt door moderne geluiden van deze tijd, hoe indringend moest het toen geweest zijn? Je instinkt dwingt je naar links, zo als soms een verdwaalde in een bos vanzelf doet, ongemerkt, jij wist beter, wat later niet geloofd zou worden!

Afgrond, rond en lelijkschoon

DSC00838

 

 

Zo zou het allemaal kunnen wezen! of niet, een gedeelte ieder geval wel, dat is zeker, van waar of hoe dat is nog onzeker? Hoe langer ik hier verblijf, des te minder, heb ik zin weg te gaan! het is als of die navelstreng is aan gegroeid, ergens van uit het niets, is gekomen, zich vast heeft gezogen aan mijn buik, die nu gezwollen is van al het eten en niet van honger, als of die zo van zelf mijn, verschrompelde navel vond en zich vast hechte, wat! verstrengelde, zodat ik niet meer kon ontsnappen aan dat oer gevoel, die oermoeder die het land beheerst, die waakt over zijn kinderen, waar ter wereld ook en haar stem, heeft mij nooit meer los gelaten en die navelstreng was alleen maar terzijde geschoven, als uitstel, voor de geboorte, om de geschiedenis zijn gang te laten gaan, op dat niets in de weg zou staan, voor wat moest gebeuren, als wetten van de mens en niet de natuur! De natuur kwam als overwinnaar uit de bus, terwijl dit woord twee betekenissen heeft en de buschauffeur trapte misschien op de rem, ik viel er uit, navelstreng gebroken en alle ellende van dien, het bloed spatte alle kanten op, vermoedelijk de passagier onder het bloed, de bus raakte verstopt, door de ramen gutste zeeën van bloed, die het landschap rood kleurde en met haar of hem de rozen en dit werd een bed, niet om te slapen, maar om uit verdreven te worden, verdreven van je grond, de ondergrond van dat bed en daar onder gaapte de oermoeder, met haar mond en ogen en keek het met gemengde gevoelens aan! Ze dacht mijn tijd komt nog wel en zo gebeurde het ook, eens verstoten, nooit een plaats kunnen vinden, als zo vele! zijn de geuren, kleuren en bergen, mensen klein van gestalte, vrolijk kijkend met twinkelende ogen, bezorgt voor je dat je vooral niet valt, niet omkomt van de honger, mits het voor handen is, want als je niets hebt kun je ook niets geven en dat had die navelstreng ook door! die was zo blij voor me dat ze dacht en nu is het mijn beurd en begon te zuigen, als op een rietje en zoog mijn buik bijna leeg en dat bloemenbed veranderde van kleur, het werd geel, door de ramen van de bus, werd alles geel en de mensen die er in zaten en zo ook de rijst, het poeder, de soep, het hele landschap werd geel, zelfs de oermoeder, en ook haar lach, die was te horen tot ver in de wouden, vlakte, gevuld met rijst planten, rijst vlaktens of zo met karbouw, die nog net niet vervangen werd door een tractors, gelukkig, zelf in de Kali en waterputten, waar de lijken van eens, tot poeder veranderde geel en de vulkanen hadden rookpluimen, dus nu Koenjit poeder.

Houtbijten, knagen, vingernagellak

DSC01234

 

 

Bandung warm, droog en dan ineens die knal, de flits was al geweest, was om de hoek van de berg verdwenen, misschien waren de angstige ogen in het bos in de bergen, nog zichtbaar,  door het nagloeien, van het natuurgeweld en met die knal, oorverdovend, stroomt de hemel leeg en spoelt de stad schoon, met al zijn verkopers, hoofd straten, zij straten, parken, parkeerplaatsen, veilige plaatsen, onveilige, plaatsen en nu denk ik aan het mooie meisje, met haar hoofdoek, zwart! om haar hoofd gedrapeerd, die mijn hand naar haar hoofd brengt en buigt, aanraakt met haar voorhoofd, dit werd eerder gedaan, maar nooit begrepen waarom? Het bleek een teken van respect voor de oudere persoon, tot uiting te brengen, daar stond ik even van te kijken, bedoelen ze dat ik een oude lul ben? Nee werd me verzekerd er bestaat nog steeds zo iets als respect, voor mensen die gewoon ouder zijn en misschien ook wijzer? dit laatste geld dan vast niet voor mij? En dan denk ik verrek? wat mooi, dat zo iets nog bestaat? Zoals ik zoveel dingen hier zie? van dat, dat, nog bestaat op deze wereld, rekening met elkaar houden, terwijl wij in Europa elkaar de hersens, in slaan, bij wijze van spreken, ik moet wel lachen, daar word een kopje koffie besteld, dan moet zo’n arm meisje of jongen, weet ik hoever lopen, om het op te halen, weg te brengen en dan weer afruimen en weg brengen, met een geduld en een glimlach, dat ik toch wel zou willen weten, wat daar bij die koffiemachine geschreven staat en misschien lachen ze wel, van wegen, dat schijtbeetje geld wat ze krijgen voor al dat werk? Ik geef toe het geld vliegt je zak uit, ondanks dat het geld niet veel waard is, misschien willen ze wel niet hebben dat je weet wat en hoeveel je nu uit geeft, ik weet wel, je hebt rekenmachines die je dat vertellen! Dat vind ik nu net zo iets als bellen van uit een oude Engelse rode telefooncel, die ze hier als decoratie hebben staan, ik voel me vaak beschaamt hier en om het goed, te maken, neem ik repenchocolade, uit de supermarkt mee, voor die hard werkende mensen en de lach die je dan krijgt? Maakt mijn vermoeiende, enig sinds, trieste dag, weer helemaal goed!

En dat! weer helemaal goed, deze laatste drie zinnen omschrijven dit hele verhaal!

Aduh. zo anders toch!

DSC01192

 

 

Terwijl vandaag, de duivel weer, de beest uithing, de rechter niet mee wilde spelen, streng en ongenaakbaar, de zitting naar maandag verschuift, heb ik toch maar even een advocate in de arm genomen, deze kon aan de hand van mijn Ikea tas wel zien, dat hier een studie van tien jaar voor haar zat, terwijl de rechter aan de hand van de jonge getuige door mij gevraagd, het verhaal in twijfel trok en wel zoveel, echte papieren eiste van me en hoe leg je ondanks de tolk uit? dat mijn hele leven uit  een hele grote COPY bestaat, een leven waar niets echts is, zelfs de adoptie papieren niet, nog alle verhalen die ik hoorden, al die kruisjes, van wat me niets aan ging, zelfs niet een verwijzing naar waar de brief heen gestuurd is, die mijn moeder had moeten beantwoorden, om haar toestemming, te geven voor die adoptie, geen data, tot dat ik alleen de data kan zie van de definitieve beslissing? en ja toen was ze harstikke dood! En doden sturen geen brieven, heb ik begrepen, zo wel fijn wezen, had me een hoop werk bespaard en op die kranten stukjes, tot nu toe, geen bericht, toch ik heb nog een week, waar het een en ander kan gebeuren, documenten die op duiken, terwijl, ik een beetje het gevoel heb dat elke keer als ik mijn handen was, ik het verleden achter me laat, als of de as van verbrande documenten, moedwillig vernietigt in razernij, in dat water opgelost zijn, verbonden, een geheel werden door tijd, een boodschap van hen beide, want het zichtbare is nog steeds niet in zicht, dus blijft mijn droom een bank boven in, de bergen bij Dago, waar ik weet dat je gelopen hebt met ons, of is gevlucht een betert woord? Zo als je vluchtte naar,  die oorden die je nog herkende? in je paniek, niet die oorden waar je ook rust had gevonden, nog oorden met goede herinneringen, maar om dat dat toen het beste was, wat je kon bedenken voor je kroost, terwijl je nog niet wist! dat je ons toch kwijt zou raken, hoe hard je ook vluchtte, met ons, je lot was al bezegelt, op de dag dat je geboren werd de 13e, zo als je halfbroer en zus, waar de sterren, niet goed voor stonden en verdwenen van deze aardbodem, als geesten slechts kunnen, zonder ooit gevonden te worden, zelfs mijn zoektocht naar hen, is gestrand en laat me slechts gissen, bij jou is het anders, je hebt me alles vertelt, gezongen, je zong ook je verdriet, vlak bij mijn oor en ik werd gek toen ze me weg haalde, bij je en ik weet hoe het jou is vergaan, ik krijg er kippenvel van, terwijl de muggen me steken en ik krabben moet en ergens daar boven kruizen onze geesten elkaar, maar waar is zij? waar is mijn half zusje? is het waar wat ik gezien heb? Zo als ik bij de rechter twijfel of ik wel ooit bestaan heb, ooit geboren, ondanks de nieuwe papieren die dit bewijzen, ook al lijken ze niet op die oude, mooie COPY met zegels er op, Deze heeft moderne kleuren en een zegel zoals op geld, zodat je het niet na kunt maken, kon ik jou maar namaken en je dochter van de vijand, die toch mijn halfzusje was!

Indonesië-Bandungstad

DSC01185

 

 

Zo als in oude tijden, toen de stadsomroep zijn werk nog deed, zo gaat het nieuws hier via de straat, via kantoren en zo ook bij deze, bedrijfsleidster van het Hotel, na een vermoeide dag, slofte ik de soda bar van het hotel binnen en werd vriendelijk, doch indringend aangekeken, met een lach, die je de dag van zwoegen laat vergeten, zij was aan het eten en tijdens dat eten vertelde ze me dat je van de grote baas, van mijn verblijf op de hoogte gebracht was en me even moest komen verwelkomen! En vragen of alles naar wens was, daarna kreeg ik haar gezin, kinderen en man te zien, de video waar ze in op trad! dat loog er niet om, net zomin als die mooie kinderen en haar man! Ze vertelde dat ze als bedrijfsleidster, ver van huis moest, wilde ze werk vinden, wel vier uur rijden, en zo pendelt ze een keer per week, op en neer, die afstand die ze aflegt kun je vergelijken met een rondje Nederland van zuid, naar noord en terug en niet alle wegen zijn zo als bij ons en de stoepen nog minder, vandaag even het hotel verlaten, opzoek naar snikkers? daar had ik echt zin in, maar waar? na navraag vlak om de hoek? nog geen 100 meter, na 60 meter lopen zonder je nek te breken? moet je links het zebrapad over, zonder hulp kun je dat wel vergeten, ten zij je levens moe bent, want daar staan of grommende auto’s, brommers en motoren, bussen, vrachtwagens op je te loeren? niet expres! ze willen gewoon van A naar b komen, liefst zo snel mogelijk, Gelukkig staat daar! gewapend met een ,licht gevende staaf, van plastics een bejaarde man, die je door die stroom heen maneuvreert, nadat ik de bewuste winkel gevonden heb, vraag ik waar het lekkernij kan vinden, betaal en zorg dat ik voor deze bejaarde man een tip heb, voor die levens gevaarlijke oversteek tochten van hem, wel wetend, dat het hier om vrijwilligers gaat, die het leeuwendeel, van het verkeer, verzorgen in deze grote stad en fooi aan, mogen nemen, je zult maar 8 uur per dag of meer in al die uitlaatgassen staan? Maar zo kwam ik vandaag ook een beetje tussen de gewone bevolking, die het niet zo breed hebben, die langs de kant van de weg, hopen op klanten, die meestal bestaan uit, mensen die ook proberen rond te komen en zo goedkoop bij hen terecht kunnen, tussen al die drukte zie ik kinderen giebelen op een bank, aan de rand van de stoep en er word naar me geroepen, wat ze zeggen weet ik niet, zwaai naar ze en loop door, door geluiden en een taal die ik niet versta en het is toch echt mijn moeders taal of te wel moerstaal, waar ik nooit verder in heb kunnen spreken, daarvoor in de plaats moest ik Nederlands leren, geen wonder dat me dat zo zwaar viel, het een lijkt niet op het anderen.

Ze praten hier luidruchtig, met gebaren en lachen veel, waar bij de tanden ontbloot worden, en hun lichaam schud er van en dan krijg ik zin om ook zo te lachen, om ook zo,n plezier te hebben en te maken, ik moet het slechts doen met een glas cola en het kijken naar al die peuters die naar het zwembad gaan met hun ouders en dat is ook leuk, allemaal van de kleine peuters, zo als ik ooit was, iets jonger als toen ik weg moest, wat staat hen te wachten???

Deurknop, belgeluid zacht geruis

DSC00943

 

 

Het gaat weer allemaal in een stroom versnelling, de tijd gaat dringen, nog steeds geen gehoor, die zevenmijlslaarzen van me, had ik allang uit gedaan, toen ik vermoeid in Bandung aankwam, lekkere luchtige slippers, aan die door vocht gezwollen voeten, ik wil weer op alles vooruit lopen, ongeduldig, zo als altijd, geen wonder als je als kind al het verleden in je oren krijgt, dan moet je de toekomst ook al kennen? Gelukkig niet altijd! Wat is er toch weer een mooiere straf, als hier in Bandung te mogen wezen, je eigenland! je eigenvolk! je eigen eten, waar je verdomme 66 jaar naar hebt lopen smachten, al die kleine mensen om me heen, voor hen ben ik een reus, ik vind ze lief en zo dapper, dat gevecht tegen de bierkaai, elke dag , opnieuw aangaan, je wassen, aan kleden, de troep van een ander op ruimen, met je handen in de stront, modder, bladeren vegen, langs al die stinken de wagens en brommers met miljoenen te gelijk, je hebt de verf op de muur geschilderd en als je klaar bent kun je weer opnieuw beginnen? Al zitten in de Indische houding, handwerkers, stratenmakers, ze hebben dan ook geen last van kapotte knieën, of rug, alles gaat in hun tempo, al duurt het de hele dag, of jaar, je verdient toch een schijtbeetje, waar je net je rekening mee kunt betalen, geen wonder dat ze blij zijn, dat ze gewaardeerd worden door me en buigen zelf voor een stukje metaal, zo licht? dat het ook haast niets waard kan wezen en toch dankbaar?, in Europa zouden mensen het nog niet eens oprapen, mijn kamer hoeft niet elke dag schoon, gemaakt te worden, verzeker ik de jongen op de gang! Deze denkt daar anders over? Wat denkt deze man uit de krant van vandaag wel? en maakt de kamer netjes schoon, natuurlijk als ik er niet ben? Zo verbaas ik me ook over dat eeuwige geduld, rotzooi? dat zie je overal en soms, gewoon verschrikkelijk, maar hoe dichter je bij de overheid, gebouwen of legerplaats komt, dan klaart alles in een keer op! Als een gebit gepoetst met dure tam pasta, met bleekmiddel er in!

Dat vuil word in zakken gedaan, met meerder of iemand alleen, met een bezem, bestaand, uit wat takken, een blik en plastikzak en als die vol is word die ergens neer gegooid en zo gaan ze door, de volgende dag komt er weer een groep en die sorteren alles, erg arme mensen kijken of er plastic in zit, die ze mee naar huis nemen en verkopen, al het ander word weer een week later op vrachtwagens, geladen en af gevoerd, het lijkt echt een verplaatsing, net zo als ze duizenden jaren geleden deden echte ruzie heb ik nog niet gezien, misschien speelt dat nachts af, overdag is de stad gewoon beleefd! Een beleefdheid waar ik mijn pet voor afneem!

Het is als of die beleefdheid terug komt in me, 66 jaar geleden, ben ik die, beetje bij beetje, kwijt geraakt zo als mijn tanden, haar, mijn nagels en verstand! Heel langzaamaan betrap ik me zelf er op, dat ik weer een, aan het worden ben met de wereld op me heen, als of ik in de juiste schoenendoos zit, het juiste schoeisel draag, waar mee ik me beweeg in die enorme mensen massa, aansluit in die rij, die waar ik ooit uit gerukt werd, als een kies bij de tandarts of BEUL! dit laatste, past beter bij het verhaal, geeft ook duidelijk aan, de ernst van de zaak, van het gebeurde! En als ik dan zo op een  bank zit in het hotel, dan is het of ik een van die schoenen van die duizendpoot, uit gedaan heb! en al die andere poten gaan, gewoon door, als of er niets aan de hand is? In sommige landen, breek de oorlog uit, daar door! of mensen schelden elkaar de huid vol? Geen wonder dat iedereen hier lacht! Die lachen ons gewoon uit, wel vriendelijk bedoeld? Dat bedoel kik nu? Je krijgt geen klap voor je bek? Ze zetten je gewoon een spiegel voor je neus en als je nu leert, door die spiegel en dan achter die spiegel te kijken, word je weer je zelf, tenminste dat heb ik, ik kom hier dan ook vandaan, al begon ik daar toch wel aan te twijfelen, door dat lange verplicht verblijf in Nederland en Europa, alleen als je hier opnieuw moet beginnen op mijn leeftijd? daar gaat mijn voorhoofd van fronsen!

 

Tovenaar, konijn uit zijn hol! Pet, Jas, Poepgat.

DSC01143

 

 

Allemaal op de plaats rust!!!!!!, zo moet het geklonken hebben in de oren, van mijn vader, mijn oren, hoorde alleen maar wat ze wilde horen en week daar dan geen meter van af!

En dat, is maar goed ook, want anders had ik hier niet zwart op wit gestaan, laat staan, vier kranten, vier dagen van een week en dat in mijn eigentaal, die ik ondertussen na 66 jaar verloren ben, zo als mijn kleur en mijn denken, ik lig de hele dag overhoop, met wat ik denk en wat ik niet moet denken, het is of ik op een pingpongtafel lig en die bal rakenlinks langs me heen suist, met knipperende oogwimpers en samen gekromde tenen, als de donder, duik ik weer op de grond terug, naar die krant en terwijl ik dit schrijf, breekt het nood weer, weer los, gisteren avond heeft Bandung in een vuurbal gehuisd, donder-bliksem, regen, waarbij enge gedachten door je hoofd gaan, tot je van ellende in slaap valt, ik heb net geen licht toen ik de kamer in kwam! bleek algehele knop uit gezet te hebben, wist ik veel, oplossing, lamp van die schakelaar uit de fitting, gehaald.

En daar sta je dan ouwe, een foto uit het jaar 1945 begin 1946, vlak voor je naar England ging, toen je opkwam in de Nieuwe Amstel 2-9 RI, een eenheid die net zo duister was als jij, je lulde eindeloos door, als ik je zag, je beloofde van alles, na 1959 heb ik nooit meer iets, van je vernomen, behalve die kaart met een sinasappelboom en dat telefoontje, in 1985 ongeveer, waar ik zelf het nummer nog moest draaien, om je überhaupt, aan de lijn te krijgen, die zelfde dag dat je voor mij al overleden was, al had je het geluk, je leven te kunnen rekken tot 2004 en die laatste foto’s die ik bij je familie heb gezien, zagen er niet best uit, daarom heb ik deze foto maar van je bewaard, je zag er best wel lief uit! Geen wonder dat oma naar je verlangde, je broers en zussen, familie, we hebben het allemaal zonder je moeten doen?

Je had me dit alles kunnen besparen, ik zit hier in Bandung, waar je rond liep in je soldaten kloffie, ik heb gezien waar je was, jammer genoeg is de modder, een betonnen vloer geworden, dus je voetafdruk is weg, zelfs de barakken zijn afgebroken en hebben plaats gemaakt voor meerder kazernes, van je toenmalige vijand en hun kinderen? Het zal je misschien, verbazen? ze zijn in zo’n korte tijd mijn vrienden geworden, het leven kan raar lopen, dat moest jij toch ook wel weten, moest je daarom zo ver weg, van ons?

En ik ben nu aan het zoeken, in alle kampongs van Java-Sumatra-Borneo, de Tam -Tam is begonnen en de jeugd doet mee en jong en oud, zonder hen, was ik slechts een mug, gelukkig heb ik de mazzel, een mazzel die jij te kort kwam?

Buikdanseres, heel anders!

DSC01109

 

 

Vroeg op gestaan, zo vroeg, de gast heer en vrouw mee moesten opstaan, na het afscheid, in de wagen en hup weg, op naar Bogor, ik moest daar heen, had het ooit beloofd, aan een aangehuwde familie lid van me, belofte maakt schuld! dus van dit laatste, hou ik niet van, voorspeld was, een rit van vijf uur, die gelukkig verkort werd, tot drie en een half uur, richting Jakarta, via de snel weg, waar borden staan met namen, die me niets zeggen en het daarom makkelijk is als je een driver hebt en tevens gids, de mijne heeft een mooie naam Bayo en is Soedanees, vermengt met wat Ambonees bloed en een heel, klein beetje Nederlands bloed, kort om, een trotse man, waar ik meer als twee weken mee optrek en veel lol mee beleef, dit gaat natuurlijk op zijn Engels en van hem vaak het woord short cut!

Nou daar heb ik dan weinig, vertrouwen in, waar op we beide dan lachen en hij bij vrienden en hulpkrachten, mister Short cut genoemd word, gelukkig moesten we in een voor gedeelte van Bogor zijn, een landschap, die van de snelweg af er mooi uit zag, maar hoe meer je het binnen land in ging veranderde in een stoffig vies, akelig stinkende, met rotzooi, neer gegooide troep, of opgeslagen jutezakken, waar al het daarvoor, misschien wel een paar maanden, verzamelde troep in zat, tot we na veel om wegen en telefoontjes de goede weg in sloegen en het geluk hadden, dat de hele kampong, het gras maaide, rotzooi en takken van palmen weg haalde, wat? er werd zelfs een hoop gemaakt en gelijk in de brand gestoken, waardoor de kampong, nog vager voor mijn ogen werd, omdat je links rijd, daar, hoefde we niet het hele plein, rond te rijden, anders werden we beken door de gezinnen die zondags morgens, gezellig vroeg op, buiten gaan zitten niksen, op de hurken zitten, naast hun kraampje of vliegen weg meppen, de haan aaien of de buurman of vrouw roepen, kampong gedoe! niet veel anders als in sommige Nederlandse woonwijken, alleen op kleinere schaal, dan natuurlijk het verschil van behuizing, want wat je daar ziet? en dat daar mensen in leven, of zouden ze dat doen voor ons? Dat zodra we de kont keren, ze vertrekken naar paleizen? Onderweg kwam ik die van Soekarno tegen en dacht, die mag hij! de Indische regering wel aan de Indo’s geven! opdat we weer een landje hebben, iets verder op was ook een heel Arabisch dorp, dus die paar Miljoen Indo’s, kunnen er dan ook nog wel bij!

Steegje in steegje uit en daar verscholen lag dan de woning, waar we keurig werden ontvangen, netjes slippers uit en naar binnen, in het Engels, snelle uit wisselingen en toch maar snel een hotel op zoeken en afspraak voor later in de avond, iets met elkaar, te gaan eten, deze beslissing was niets voor niets, ik besefte dat ik dood opwas, sinds mijn aankomst de 2e Maart heb ik 17 dagen non-stop gewerkt, planningen gemaakt, alles uit gewerkt, alles op een rij gezet, geluisterd, gebouw in gebouw uit, van morgens vroeg tot midden in de nacht!

Zo we verlieten de kampong, zo als we gekomen waren, de mannen waren al aardig op geschoten met hun schoonmaak en wij reden de stoffige weg weer op, over een half uur zouden we aan komen, die zondag sluiten ze middags, een gedeelte van de weg, een soort auto vrije, zondag, maar dan gedeeld door twee, dus raast het verkeer over twee rijbanen de berg op, brommers, motoren auto’s, bussen en vrachtwagens en hier en daar een paard er tussen door, het getoeter zijn signalen, die door een ieder verstaan word, opvallend de weinige ongelukken die gebeuren, behalve die! die door roekeloosheid worden veroorzaakt!

Zo kwamen we aan bij Happy Vally, een hotel in een kampong, dit was een aanrader van mijn andere gids, Misschien 30 jaar geleden, toen de eigenaar ervan, nog leefde, het bruisend en geweldig was! nu was alleen de rivier onder mijn kamer en balkon, bruisend, zo bruisend dat ik mijn ogen niet dicht kon krijgen, wat een herrie en dat moest me dan tot rust brengen? na alle ramen en deuren dicht gemaakt te hebben van de kamer, werd het iets minder, maar toch? herrie, Door de vermoeidheid heb ik toch nog even kunnen slapen en die avond? gewoon een slaappil in genomen!

Het eten was gezellig, miste de drukte van bediendes, van uit Bandung, ribjes, waren volgens mij al afgekloven voor een andere gerecht, want had meer bot, dan vlees, het was allemaal wat minder, hoofdzaak het familie lid met zijn geadopteerde zoon hebben genoten, voor hen was het luxe, wat ze allang niet meer gezien hebben, zij behoren tot die Indo, die op het punt stonden naar Nederland te vertrekken, toen plots de vader overleed? en de reis niet door kon gaan en zo belande ze, als tweede rang burgers, tot aan de dag van vandaag! Weg gestopt in de kampong!

Flashback, pingpongtafel nasi er op

IMG_0240

 

 

Gisteren hoor de ik een raar geluid op mijn kamer, een geluid wat ik niet thuis kon brengen en dat kon kloppen ik ben niet thuis! Ben ver weg, hele andere geluiden, andere geuren, andere mensen, ze zijn zo klein, ik verbaas me er over, lijk de reus wel, in zijn zevenmijlslaarzen, het is als of je omringt word door al die lachende lieven mensen, die allemaal hun best doen, wat eten op de plank te krijgen, thuis! waar nog eens duizenden dwergjes met die zwarte haren en gitzwarte ogen, roepen ik heb honger!

Nou dit ken ik maar al tegoed, van vroeger, dus die paar lossen briefjes kan ik wel missen, al moet ik op passen dat ik niet blut raak, de meeste mensen doen, echt hun best het je, naar je zin te maken, het straalt er gewoon af, vandaag een drukke dag achter de rug, door het hart van Bandung, waar een mieren nest samen komt en opstoppingen onvermijdelijk zijn en een ieder op een zijspoor word geplaatst zodat je stapvoets weer de binnen stad kunt verlaten, daar zou je zeggen heeft de tijd stil gestaan,  zo als de huizen en winkels, die in achter gebleven karkassen, zich hebben genesteld, geworteld en camoufleren de armoede, de restante van het eens lang geleden, vroeger, bestande paradijs, van die overheerser, die is verdreven en verdween met booten zo als ze eens kwam! In al die wanorde heb ik stoffen gekocht, heel teer en kwetsbaar, bijna net zo teer en kwetsbaar als zijn volk, wat daar huist, zit, hurkt en kijkt, als of ze zelf niet snappen wat ze aan het doen zijn? Gelukkig zijn er vele die dat wel weten, zij regelen dat verkeer, een ieder schat in de snelheid van een andere en als een rits sluiting, schuift men langs elkaar heen, de goede richting uit, file is een dagelijks gebeuren, je zou bijna van traditie spreken en bepaalde uren als scholen uitgaan? dan duurt je tocht een half uur langer, , ze verkopen hier horloges over al, toch is het beter er geen om te doen, want de tijd gaat er niet sneller door, nog je beweging in dat verkeer!

Dus de beste oplossing is dan te gaan stoppen, even benen strekken, restaurant in, die zijn er in overvloed! maar stop daar, waar de oudere inwoners eten. Ik leer een hoop van deze mierenhoop!

 

Start – schot nog even, net niet

DSC00909

 

 

Terwijl vandaag, de moker weer in mij gezicht sloeg, omdat ik moest vernemen dat bij de kerk, tijdens de Japanse bezetting, de documenten verbrand en dit gebeurde later, ook nog een door wat andere badgasten, dit laatste woord, omdat ik ze dan niet allemaal hoef te benoemen bij naam, verder kregen we overal nul op onze vragen, waar we toch hoopte, op de goede plaatsen te wezen , bij alle andere moesten we rekening houden met wacht tijden, er word gebeld? Als je, de rij wachten voor je ziet! Waar ik als bleekscheet, met blauwe ogen, dwars door heen loop en ook nog gelijk geholpen word, dan is het weer dat bijenkorf gevoel, wat je beklemt en tevens doet begrijpen, hoe wanhopig men zijn best doet, voor je! en voor al die anderen mensen om je heen! en dit gaat dag in dag uit door, de gemoedelijkheid waar een ieder zich onderwerpt aan de wacht tijden zonder te, mopperen? Nou ik had de moed allang op gegeven en zo reden we weet terug, terug in die drukte, als of de wagen op het spoor, werd gezet en de trein voort denderde, van ellende maar gaan eten, de vrolijke bediening, laat je verslagenheid snel vergeten, een bericht gekregen van middag komt het interview voor de krant!

Een dag later, maar het begin is er, een jonge dame verschijnt en Andre de schrijver-helper is er ook, Made gaat vertalen, ga er maar aan staan! Terwijl buiten de klanken van het gebed hoorbaar zijn, de warmte in de kamer net zo stijgt als de emotie, van het verhaal, met ogen van ongeloof, ogen die bedwongen moesten worden, wilde ze niet gaan lekken, die ogen van de Journaliste! na twee uur, was alles rond en morgen krijg ik als alles goed is het verhaal voor controle, wanneer het gedrukt gaat worden? gewoon geduld, want dat is iets wat je hier wel leert, wat hier, aan geduld opgebracht word per dag, verliezen wij in Europa per dag, daar na zijn we gezellig wezen eten, om te ontladen, iets wat in teamwork ze belangrijk is en heel langzaam aan, worden we broer en zussen, hebben we een verbondenheid, een verbondenheid, die door Andre werd vertelt, de reactie op het uitleggen van mijn story, de zoektocht naar mijn moeder en Japans half zusje, wekt beroering in Indonesië, van, we hopen dat ze gevonden worden en sterkte gewenst, ja dat voelt fijn, want ik ben de man die naar Indonesië kwam, want Indonesië, kon niet naar hem toe komen!

En zo moet ik het rooster voor morgen maken, een nieuw onderdak zoeken, morgen is morgen, we zien wel!

 

Afgrond, rond en lelijk schoon

DSC00838

 

 
Zo zou het allemaal kunnen wezen! of niet, een gedeelte ieder geval wel, dat is zeker, van waar of hoe dat is nog onzeker? Hoe langer ik hier verblijf, des te minder, heb ik zin weg te gaan! het is als of die navelstreng is aan gegroeid, ergens van uit het niets, is gekomen, zich vast heeft gezogen aan mijn buik, die nu gezwollen is van al het eten en niet van honger, als of die zo van zelf mijn, verschrompelde navel vond en zich vast hechte, wat! verstrengelde, zodat ik niet meer kon ontsnappen aan dat oer gevoel, die oermoeder die het land beheerst, die waakt over zijn kinderen, waar ter wereld ook en haar stem, heeft mij nooit meer los gelaten en die navelstreng was alleen maar terzijde geschoven, als uitstel, voor de geboorte, om de geschiedenis zijn gang te laten gaan, op dat niets in de weg zou staan, voor wat moest gebeuren, als wetten van de mens en niet de natuur! De natuur kwam als overwinnaar uit de bus, terwijl dit woord twee betekenissen heeft en de buschauffeur trapte misschien op de rem, ik viel er uit, navelstreng gebroken en alle ellende van dien, het bloed spatte alle kanten op, vermoedelijk de passagier onder het bloed, de bus raakte verstopt, door de ramen gutste zeeën van bloed, die het landschap rood kleurde en met haar of hem de rozen en dit werd een bed, niet om te slapen, maar om uit verdreven te worden, verdreven van je grond, de ondergrond van dat bed en daar onder gaapte de oermoeder, met haar mond en ogen en keek het met gemengde gevoelens aan! Ze dacht mijn tijd komt nog wel en zo gebeurde het ook, eens verstoten, nooit een plaats kunnen vinden, als zo vele! zijn de geuren, kleuren en bergen, mensen klein van gestalte, vrolijk kijkend met twinkelende ogen, bezorgt voor je dat je vooral niet valt, niet omkomt van de honger, mits het voor handen is, want als je niets hebt kun je ook niets geven en dat had die navelstreng ook door! die was zo blij voor me dat ze dacht en nu is het mijn beurd en begon te zuigen, als op een rietje en zoog mijn buik bijna leeg en dat bloemenbed veranderde van kleur, het werd geel, door de ramen van de bus, werd alles geel en de mensen die er in zaten en zo ook de rijst, het poeder, de soep, het hele landschap werd geel, zelfs de oermoeder, en ook haar lach, die was te horen tot ver in de wouden, vlakte, gevuld met rijst planten, rijst vlaktes, of zo met karbouw, die nog net niet vervangen werd door tractors, gelukkig maar, zelf in de Kali en waterputten, waar de lijken van eens, tot poeder veranderde geel en de vulkanen hadden rookpluimen, dus niet anders en zelfs de foto camera’s, flitsten en werden opslag geel, net zo geel als de oude foto’s van toen, na de tijd van de oermoeder dat wel, een verhaal begint altijd ergens! En eindigt nooit, zo deed de navelstreng zich te goed en mijn leed was geleden, ik kon alles achter laten, zelf me zelf, want ik lig immer in de armen van mijn moeder, die me wiegt, heel zachtjes opdat ik niet wakker word, want zo! had ze het toen niet bedoeld.