Stoeptegel, randkant

DSC01311

 

 

Op de bank, waar een paar verhalen terug, nog kinderen zaten, daar ging ik zitten, kijken naar mijn geboorteplaats, waar ik als een vreemde zit, als onderdeel van al die herrie, slechts enkele kijken op, van wat moet hij daar op die bank? En de kinderen die lachen, nog steeds spelend met elkaar, rakelings langs het verkeer, verkeer op de weg, verkeer uit de uitrit? Als kleine aapjes weten ze het evenwicht te bewaren, zoals ik vanmorgen een echt aapje heb gezien, aan een ketting, mij aankeek met lege ogen, wel de baas was blij met het biljet wat hem verzekerde van een warme maaltijd of zo, misschien een bijdragen voor een derde huis? Wat kan het me schelen, ik ben omringt, omsingeld, in gesloten, door bedelaars, Bandung, is in de ban van het bedelen, zonderstaf, en zo lijkt het decor van Bandung een toneelstuk, een voorstelling, drama, die bij het vallen van de avond, door schemer verlichting, verzacht word, verstopt, als of miljoenen gordijnen gesloten worden, daar waar het verschil van echte armoede, ellende, verdriet, hoeren en drugs, slapen in de openlucht of zo als vanmorgen bij ontbijt een man met gescheurde broek, voor bij kwam lopen en zo tegen zijn blote kont keek, een zwerver, zo te zien, ik was niet de enige getuigen van deze tot lompe gehulde arme sloeber, terwijl mijn koffie naar binnen gleed en de boterham daarna, daar werden al die miljoenen gordijnen op getrokken, mensen knipperde met hun ogen en wisten, dat de dag weer begon, zo als elke andere dag, jaar, leven daarvoor, het theaterstuk dat heet Bandung en die naam kom je overal tegen, tot op ronde stenen, met het wapen, de trots van deze stad en deze stenen schop je niet aan de kant, nog rol je ze weg? het zou ook een aanslag op het toneelstuk wezen, politie, leger, burgerwacht, vrijwilligers, en ambtenaren, de hele santenkraam, die daar weer van leven moet en verbaas me over dat energie verspilling, want alles gaat wel ergens heen, rook en stank, herrie, claxons non-stop en daar tussen door die duizenden moskeeën, die je aanmanen, vermanen of je ieder geval opmerkzaam maken,  van het geloof? Doet me zo denken aan de kerkklokken van vroeger, alleen daarna hielden ze op? hier word gebeden, zelfs werk onderbroken en bid ruimten, overal, je kunt het zo gek niet bedenken, kwam vandaag langs de universiteit speciaal over hun geloof. voel me bijna schuldig, als ongelovige Thomas, elke dag een ander pak of jurk, voor scholen en vrijdag op het werk, strikte regels, val er niet buiten? Als toerist word het je vermoedelijk niet aan gerekend, je weet niet beter! En zo zie ik dan die prikkende ogen priemen in mijn nek en was die glimlach op hun gezichten, iets anders? dan ik seniel dacht, met mijn sentiment over dat land van weleer, de knop in mijn kop draait om en besef, het zal nooit meer je land worden, het is te krap geworden, net zo als je kinderschoenen van een 2 jarige van toen, het is en blijft een kinderdroom, wens, al stampvoetend, vergeefs hopend en zo ga ik op in dat toneelstuk en neem mijn plaats in de bühne, wat bestaat uit mijn hotel kamer, met een stoel, in deze kamer en die bovenkamer, daar word alles anders, daar word alles bedacht, terwijl de dienst begint en mijn vingers typen, de woorden aan elkaar en of nu de komma en punt, goed staan? deze bestaan niet in mijn hoofd, net zomin als al die oorlogen, daar buiten, zo als daar buiten, de eerste regenbui, al was en de tweede zal komen? Ik kijk naar buiten een groot gebouw vermeld, LA GRANDE en ik ben niet eens in Frankrijk, La Grande bestaat uit twee gebouwen die bij elkaar gehouden worden, door een voetbalveld van beton en in het midden een gat? Waar volgens mij een ruimteschip door kan gaan, dat futuristische zie je en voel je, ook bij het nieuwe voetbalstadion, iets buiten de stad en alles gaat naar buiten de stad, de studenten, scholen, Bandung, gaat uitbreiden, uitdijen, zo als zijn inwoners al doen, in hun broeken en hemden, kwabbels over de broeksriemen, het lijkt ook wel op Amerika hier, dat viel me al eerder op, in Singapore, de aanloop naar Java, een kitsch, molen uit Holland staat boven op een bakkerij winkel, als restant van een ontkent verleden, weg gemoffeld, in zijn geschiedenis en alles daarvoor, kis niet te vinden, wel de gebouwen, die zijn in gepikt, als schadeloos stelling voor 350 jaar overheersing en zo is voor mij Indonesië, dan ook het Amerika geworden, met een korte geschiedenis, die ze net als de Amerikanen heeft uitgewist, dat waren de Indianen en hier de Indo, een nieuw ras, een nieuw volk, een trots volk, met een bloedend hart!

 

Een gedachte over “Stoeptegel, randkant

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s