Allemaal op de plaats rust!!!!!!, zo moet het geklonken hebben in de oren, van mijn vader, mijn oren, hoorde alleen maar wat ze wilde horen en week daar dan geen meter van af!
En dat, is maar goed ook, want anders had ik hier niet zwart op wit gestaan, laat staan, vier kranten, vier dagen van een week en dat in mijn eigentaal, die ik ondertussen na 66 jaar verloren ben, zo als mijn kleur en mijn denken, ik lig de hele dag overhoop, met wat ik denk en wat ik niet moet denken, het is of ik op een pingpongtafel lig en die bal rakenlinks langs me heen suist, met knipperende oogwimpers en samen gekromde tenen, als de donder, duik ik weer op de grond terug, naar die krant en terwijl ik dit schrijf, breekt het nood weer, weer los, gisteren avond heeft Bandung in een vuurbal gehuisd, donder-bliksem, regen, waarbij enge gedachten door je hoofd gaan, tot je van ellende in slaap valt, ik heb net geen licht toen ik de kamer in kwam! bleek algehele knop uit gezet te hebben, wist ik veel, oplossing, lamp van die schakelaar uit de fitting, gehaald.
En daar sta je dan ouwe, een foto uit het jaar 1945 begin 1946, vlak voor je naar England ging, toen je opkwam in de Nieuwe Amstel 2-9 RI, een eenheid die net zo duister was als jij, je lulde eindeloos door, als ik je zag, je beloofde van alles, na 1959 heb ik nooit meer iets, van je vernomen, behalve die kaart met een sinasappelboom en dat telefoontje, in 1985 ongeveer, waar ik zelf het nummer nog moest draaien, om je überhaupt, aan de lijn te krijgen, die zelfde dag dat je voor mij al overleden was, al had je het geluk, je leven te kunnen rekken tot 2004 en die laatste foto’s die ik bij je familie heb gezien, zagen er niet best uit, daarom heb ik deze foto maar van je bewaard, je zag er best wel lief uit! Geen wonder dat oma naar je verlangde, je broers en zussen, familie, we hebben het allemaal zonder je moeten doen?
Je had me dit alles kunnen besparen, ik zit hier in Bandung, waar je rond liep in je soldaten kloffie, ik heb gezien waar je was, jammer genoeg is de modder, een betonnen vloer geworden, dus je voetafdruk is weg, zelfs de barakken zijn afgebroken en hebben plaats gemaakt voor meerder kazernes, van je toenmalige vijand en hun kinderen? Het zal je misschien, verbazen? ze zijn in zo’n korte tijd mijn vrienden geworden, het leven kan raar lopen, dat moest jij toch ook wel weten, moest je daarom zo ver weg, van ons?
En ik ben nu aan het zoeken, in alle kampongs van Java-Sumatra-Borneo, de Tam -Tam is begonnen en de jeugd doet mee en jong en oud, zonder hen, was ik slechts een mug, gelukkig heb ik de mazzel, een mazzel die jij te kort kwam?
Een gedachte over “Tovenaar, konijn uit zijn hol! Pet, Jas, Poepgat.”