Bottelneck, waar breng je me heen?

P1070035

 

 

En dat net voor doden herdenking, kom de mail binnen, als een bom, Agatha Christie zou er jaloers op wezen, mijn geest uit het mistlandschap, had het geroken, voelde het aan, dat op die Jappenkamp kaart, twee kinderen waren en nu hebben ze namen Boudewijn Leopold en Robert George Karlos Iwan, die zijn half broers van mij, ook de scheidings- datum is nu bekend, waarom moest het 62 jaar duren voor de waarheid boven tafel komt, waarom! Alleen door dat ik als een pitbull vastbijt, niet loslaat, komen elke week nieuwe gegevens op tafel, een schok, gevoel van blijdschap, die dan langzaam overgaat in angst, leven ze nog? En waar? En op deze papieren staat het vermeende vrachtwagen bedrijf Thomas-Scheers in Bandung en linken vallen samen, mijn hele fam. werkte daar, of hielp, of kreeg gewoon onderdak, dit zo na de werkelijke bevrijding en nu weet ik dat ze in twee verschillende kampen hebben gezeten, Bandung en toen gescheiden naar Batavia en uiteindelijk samen naar Bandung, waar mijn vader in beeld komt. Dus ik heb twee halfbroers, een echte Nichtje en achter nichtjes.

En zo heb ik me jaren alleen gevoeld en versleet ik het boek alleen op de wereld en ging mijn oproep rond de wereld, het antwoord kwam nog steeds niet uit de fles, die volgens mij schipbreuk heeft geleden of in vissers netten terecht kwam of op rotsen in stukken is geslagen.

En tussen de regels, lees ik dat enkelen het niet overleefd hebben en Oom Benjamin heeft aan de Birma spoorbrug gewerkt, dit laatste gelukkig wel overleefd.

Deze beste man bleek in Nederland te wonen, een uur rijden van me vandaan, nu heb ik contact met zijn dochter en deze foto! Die krijg ik binnen kort toe gestuurd en zie dan het waren gezicht van Gabriël Johannes, mijn moeder en zusjes, een gezin die ik nooit heb mogen leren kennen.

TUKKUT

DSC_0048

 

 

Wat is het leven mooi! Wat schijnt die zon, wat waait die wind, die stormt me alle planten uit de grond, die met pijn en moeite drie weken geleden, er in gezet waren, dit contrast van heden en verleden, die met pijn scheuten door mijn ziel schieten, waar ik me staande moet houden, in deze orkaan, waar ik schichtig naar boven kijk, als of de goden onraad ruiken en kruitdampen mijn neus vleugels bereiken, een spontane niesbui oproepen, mijn wereld stort in een! Elke houvast van eens, lijkt een koord met snot en ontglipt mijn vingers en duikel achter over in tijd.

Mijn nieuw gewonnen nicht, vertelt me verhalen, van de periode, na dat ik geland was op Schiphol, uit een tijd dat ik het kinderhuis net verlaten had, klaar gestoomd werd voor de adoptie, ze kent mijn moeder! Ze kende mijn opa en oma of ieder geval van een foto, of verhalen, zij kent de zussen van mijn moeder! Zij heeft met mijn moeder in het zelfde huis gewoond? Terwijl ik verloren dwaalde in Berg en Dal, aan de andere kant van de wereld, het land waar ik geboren ben, terwijl ik geen lief hebber ben van drama, of drama stukken opgevoerd in theaters, want hoe kun je van drama houden als je zelf een en al een stuk drama bent, terwijl je leven in een snotdoek, gesnoten word, de maden je neus uitkruipen, van de stokslagen die je moeder van de Jappen kreeg of haar broer in Birma en al die anderen en die anderen die het nooit na hebben kunnen vertellen, waarin mijn verhaal verzwolgen word, zo als een spons, zwelgt water en als je knijpt, uiteindelijk water verloren gaat, zo als het leven en zijn adem verging in rottende lucht, zo als die scheet die uit mijn kont ontsnapt en lacht naar die Jap, niet die Japanner van vandaag, die Japanner van toen, die net als onze buurman het niet had geweten, net zo min als ik wat weet, maar nu ga weten, ik vroeg er zelf om, want ik wil weten, ik wil weten wat was eens, mijn moeder, mijn gezin, mijn leven, voor kort, slechts heel kort, zo kort, dat het koord om mijn nek in de gevangenis in Duitsland bezweek, uit angst voor de dood die door hoger af, nog niet was beslist en angst stront in mijn broek, groen kleurde of geel, bruin, ik weet nog wel de stank, van angst, de angst, te weten, wat ik moest vergeten, wat vergeten had moeten worden en nooit is gekomen, maar wel kwam en uit eindelijk is gekomen, dankbaar voor de helderheid, van eens mijn bestaan, mijn zijn, wat heb ik dat gemist, terwijl ik niet gemist heb, die honger, nog dat slaag, nog die gesloten kasten, die trappen, die vernedering, doet dat onder voor de Jappen, die ontkenning door Nederland, door zijn regering, zijn volks getrouwen en wij, wie zijn wij dan wel, toen jullie nog niets durfden, toen wij moesten bewaken de binnenstad van Nijmegen en noem al die steden op en Concerten, feesten, waar wij stonden tegen over een overmacht, niet weken, waar littekens nog sieren ons lichaam, terwijl de woede giert door mijn lichaam, denk ik aan toen, het was niet anders, het was zwart wit, dit kwam door tijd, kleur is mooi, maar heeft geen verbetering gebracht in tijd, het enige verschil is dat je nu bloed kunt zien stromen, misschien binnenkort kunt ruiken, terwijl het hart uit een mens werd gerukt, hopelijk niet de mijne!

Zomerkou

mercedes 336

 

 

Vakantie dag aan zee, Sete, zuid Frankrijk een vissersplaats, met een oude geschiedenis, waar je de oude kerk-toren met Maria, duidelijk ziet afsteken boven het centrum van de stad, als je binnen komt rijden zie je de vestigingswal liggen, waar zomers een theater gemaakt is ter vermaking van de vele toeristen, buiten Sete hebben ze de oude weg af gesloten, waar door je de oude kust weg niet meer te zien krijgt, dit tot ongenoegen van ons allen, daarvoor inde plaats word je buiten langs de spoor-baan geleid , een stoffige buiten weg, waar lichtbruin riet afsteekt tegen de blauwe lucht en bij de tientallen rotondes zijn parkeer plaatsen gemaakt, zodat je van het stand kunt genieten, natuurlijk wel tegen betaling, om je auto te kunnen parkeren, de café,s zijn gesloopt en vervangen door tenten, die s’ winters weer af gebroken worden, dit alles heeft te maken met de zee spiegel die verhoogt is in de loop van de laatste eeuw en als je dan alle geduld van de wereld hebt op gebracht, rol je langzaam het centrum in, waar je als een haas, snel een parkeer garage in duikt, zodat je van je auto af bent en je kunt plaats nemen in het voetje voor voetje, schoorvoetend in de mensen menigte beweegt, uitgestald liggen al die restaurants, verlokkende prijs-lijsten en menu’s, van vis en schelp-dieren, als kenner kijk ik altijd waar ik Fransen zie eten, niet dat klootjes volk, liefs met goud en diamanten behangen dames of vissers, dit contrast, daar is waarom het hem gaat, vissers hebben meestal weinig geld, daarvoor in de plaats houden ze van eenvoud en smaak of dit nu de borrel of koffie is! De rijken weten wat goed smaakt, of dit nu de wijn is of vis, vandaag besloten we voor de vissers te kiezen, dit omdat mijn favoriete, restaurant gesloten was, deze laatste heeft een eigen kwekerij en vist zelf met een boot op zee, wat zorgt dat een paar keer per dag verse voorraad de voordeur binnen komt, zo onder je neus en het is heerlijk te zien hoe oesters en mossels voor je schoon gemaakt worden, garnalen, citroenen en ijs-blokjes gedrapeerd op ronde piramide vormige schalen, versiert met zeewier, zo op je tafel gezet word, een mandje met gesneden peng en een heerlijk glaasje wit, rood, bier of water, voor elk wils, terwijl langs je het volk voorbij sloft, boten in de kanalen voorbij trekken en af en toe een sirene van brandweer of politie gilt en je doet beseffen, dat er ergere dingen bestaan in het leven. Langs de haven kun je zien hoe ze netten boeten, langs de water kant staan vissers hun hengel uit te laten en gillende kinderen hebben plezier, zo kreeg ik een huizen blaadje uit een daarvoor bestemde bak, geplaatst langs de weg en daar werd je niet echt vrolijk van, bij het zien van de gevraagde prijzen die schommelde tussen een half en ander half miljoen, als of ze een emmer leeg schudde en denk je bij je zelf? Wat heb ik verkeerd gedaan in mijn leven? Dat ik die som geld niet even op tafel kan leggen en me de trotse bezitter kan noemen, nu moet ik wel zeggen, wou ik acht zo iets kopen, daar rond om Sete of in het centrum, zou ik willen kopen, al die herrie, stof en stank, zou ik dat willen verruilen, voor mijn honden hok? Nee ik denk van niet, laat mij zo als vandaag maar eten bij die vissers, die met getaande gezichten en knoestige handen, vermoeide ogen, hun glas achter overslaan, zo in dat kleine café- restaurant aan de haven, die me even het gevoel gaven, een van hen te wezen, een gelijke, hard werkend mens, die storm, wind en golven weerstaan en niet weten of morgen nog is!

Had je gedachten?vochtig oog?

mercedes 564

 

 

Zo is woensdag, de beste dag van de week, mensen lezen of kijken plaatjes, na anderhalf jaar heb ik helemaal door, hoe het kijk en lees gedrag verloopt, zo als je een beeld krijgt hoe mijn familie geboren werd en dood gaat, daar zit een ritme in, een tijdklok van de natuur, die als een bom in de gene is ingeplant, die van generatie naar generatie word door gegeven, waar je kunt tegen spartelen wat je wilt, schreeuwen, niet willen, maar de tijd is op! of je dat wilt of niet, of je word gewoon geboren, met keizersneden of plop, dit laatste heb ik zelf maar verzonnen, omdat ik aan wijn moest denken, zomaar! Plop er op!wijn uit de fles, kurk uit de fles, glas gevuld, warme buik, wat verlang ik naar een glas wijn!

Morgen krijg ik bezoek, van mijn dochter, nee het is de dochter die ik nu heb? Het is mijn dochter uit het vorige huwelijk, uit tijden dat ik eeuwig trouw beloofde, maar na veertien jaar niet meer waar kom maken, overigens niet, uit mijn vrije wil, mijn toenmalige liefde zag het lijk al hangen, de rotte botten in de toekomst, wit uitgeslagen in de volle zon, gelijk had ze, als vrouw wil je zekerheid en die kon ik niet geven, dus zo komt een restant van wat een was, dus je snapt wel, ik ben gelukkig, ik ben blij, aan iets wat me doet herinneren aan mooie tijden, het levende bewijs van wat eens was en nu is, gelukkig komt ze niet alleen, ze komen met zijn drieën, een kleinzoon, wie had dat gedacht? Voor hem ben ik opa en zijn vader? Ja die is natuurlijk niet zo geweldig als ik, maar des al niette min heel aardig, zo rijden ze in twee keer naar me toe, heb het vlees al uit de vriezer gehaald en zal ze vet mesten, nu nog wel een nachtje slapen en af gelopen is het met de rust, dan word mijn huis op de kop gezet, met liefde, iedereen word dan een beetje gek, de hond de poezen, mijn andere dochter en voel ik me niet alleen, dan zijn dat die momenten, waar van ik denk! Wie had dat ooit gedacht? als stalen Jezus, zijn voorspelling bewaarheid waren en dat ook nog geloofd, dan had ik niet hier gezeten, dan schitterden mijn witte botten in een wilgenboom.

Naakende Jus

felix 151

 

 

En zo maak je nog eens wat mee, maak je geschiedenis mee op je oude dag, daar word me gevraagd door Ben en Liesbeth, twee van de onderzoekers of die en die familie zijn van mij? En dat blijkt het de man te wezen die we als de biologische vader van mijn moeder, hadden onderzocht en uitgeplozen, uiteindelijk, uitgesloten werd omdat zijn trouwdag een paar jaartjes miste, dit prille gezin, betaalde een hoge prijs voor het verlaten van hun vaderland, naar de west, dat eiland, zo verlokkend, het ontnam ze hun dochter, die bezweek, stierf, nu was dat vrij normaal in die tijd, want in het onderzoek zie je veel sterf gevallen, zelfs al bij de geboorte of gewoon heel jong, maar dit gezin kon daarna toch nog leven van een gelukkig gezins- leven, tot dat de oorlog uitbrak en toen die afgelopen was, hebben zij, hebben en houden gepakt en hun toevlucht naar Holland, waar vader een baan in Zeeland aangeboden kreeg, als dijk-wachter, dit vanwege, zijn beroep als soldaat in KL in het verleden, waar accuraatheid een eerst vereiste was, je kunt wel zeggen levens reddend!

Doch de ironie van zijn leven en gezin, terwijl in die donkere ongure, natte, dreigende februari nacht, terwijl zijn ogen, het onheil aan zagen komen, dat water dat steeg en steeg steeds hoger, zodat hij, de telefoon pakte en als eerst alarm sloeg, Nederlandse overheid werd wakker geschud, alarmklokken luiden, slaperige mensen werden ruw, uit bed getrommeld, de hoog geplaatsten hadden nog even de ijle hoop, dat het allemaal wel mee zou vallen! Dat de zee, zich terug zou trekken als een leeuw in zijn hol. Terwijl daar in storm en regen, zonder geweer een man stond, ver van huis en haard, daar sliepen zijn vrouw en kinderen, familie leden en ze sterven niet allemaal tegelijk! enkelen zelfs dagen of twee week, daarna! ook onze held, die waarschijnlijk door de kracht van het water, land inwaarts gesleurd werd en al zijn botten brak en kneusden om uiteindelijk langzaam aan zijn eind te komen, terwijl nog ijle hoop in zijn ogen te zien waren. En zo werd in een nacht een gezin met familie leden weg gevaagd van deze aard-bodem, waarvoor ze duizend kilometers, hadden afgereisd, ontberingen hadden doorstaan en dit alles terwijl hij daar op die dijk stond, water rond om hem heen, de leeuw die dacht ik vecht en ga ten onder! Het wapen van Zeeland ten top, afgebeeld, en afstekend in die donkere nacht, slechts een silhouetten, daar tegen de achtergrond van die Zeeuwse dijk. Een dood die een ieder soldaat zich zou wensen, om te mogen verdedigen zijn land, zijn volk. En zo ging hij en zijn Indo gezin, onder met man en muis op die verschrikkelijke nacht in 1953.

Mierenkeutel

photo paddestoelen 001

 

 

Terwijl het stil is aan de anderenkant van de oceaan en dat kan ik zien, omdat de meesten daar alleen maar Engels lezen en geen moeten nemen om er een vertaler overheen te laten gaan, zo dat ze ieder geval nog iets, snappen van wat ik schrijf, het commentaar van mijn zusje, bestaat uit korte bevestigingen, terwijl ik weet dat haar lijf bijna uit elkaar knapt van spanning op geroepen door mijn verhalen, nu is de harde hagelbui weg getrokken en maak de avond zich op, voor feest, de poes heeft net vier jongen ter wereld gebracht, mijn dochter is helemaal in de wolken en het huis stinkt naar geboorte, een weeën lucht kruipt in mijn neus en mijn vrouw zit zich vol te proppen met sla, de aardappelen zitten morgen allemaal, in de grond, de pomp is gemaakt, mijn avond kan nu al niet kapot.

Zo denk je dan aan vrienden, ver weg en vrienden die gaan komen, aan mijn kleinzoon, die ik lekker kan gaan verwennen, mijn dochter en haar man, die ik zal vetmesten, zo als een vader dat hoort te doen, ik zal ploeteren in de keuken, achter potten en pannen, want bij mij maken we alles vers, de beroemde ballen gehakt, varkenspoot uit de oven en kip in witte wijn, met twee bollen knoflook en een citroen, wortels en ui, daarnaast puree, het water loopt alweer uit mijn mond, gewoon van plezier, mijn schoonzoon die zegt, schep nog maar een beetje er bij, heb nog wel een plaatsje, de rest van het jaar werk hij zich de blubber en woont met mijn dochter, dat verdient een medaille en nog een omdat hij mijn schoonzoon wil zijn.

Zo als mijn dochter er een verdient omdat ze mij als Pa wilt herkennen en ook nog omdat ze van me houd, zo als mijn kleinzoon, tegen me opkijkt, nog wel en daar moet je van genieten, want voor je het weet is dat afgelopen en krip je in, word je klein en verschrompelt, met een stok, waarmee je voetje, voor voetje je een weg baant in dat leven wat je rest en voor je het weet, vegen ze je restanten, bij elkaar in de vuilnisbak, samen met de restjes eten van de kip, want het botje bleef in je keel steken en je overleefde het niet, je liep paarsachtig aan, een vergeefse klap op je rug, je gebit kwam er ook al uit , van schrik poep je in je broek en terwijl iedereen mee helpt jouw in die vuilnisbak te kieperen, tracht ik ter vergeefs bij te komen, te laat en nu nog wachten op de vuilniswagen, hoop dat het de volgende dag niet te warm word, want anders gaat de ontbinding nog sneller, dan worden vliegen gelokt en leggen maden in dat oude versleten lichaam, wat in eens weer in trek is, weer mode word, gewild en maden kruipen uit mijn mond,ogen en neus, gelukkig de wagen komt er aan, verdomme wat stinkt die vuilnisbak, daar hebben ze zeker kip gegeten, gisteren roept de vuilbewaarder tot zijn maat, hij moest eens weten dat ik daar lag, en zo kwam ik aan mijn einde, in de laadbak van een vuilniswagen en nadat ze me gelost hadden, kwamen meeuwen en die pikte alle maden weg en toen die op waren begonnen ze aan mij, tot slechts witte botjes overbleven, zonder kruis of zerk.

Eland in zee, wat doet die daar? dan?

foto Joh 094

 

 

Zo, dat was me een nacht, een nacht vol nachtmerrie’ s , zweten, draaien, tollen in mijn bed, tot ik van ellende maar opstond, met het beeld voor ogen wat zich daar afgespeeld heeft, moet hebben, zou kunnen, mogelijk geweest was, of bespaart gebleven in de hoop, dat ik haar leed zou kunnen verzachten en zo stapte ik in een mijnenveld van het verleden, haar eerste man hebben we gevonden in een Jappenkamp en vergeet niet de oorlog daar eindigde, aan het einde van 1945, terwijl ze toen bevrijd waren, moesten ze gewoon in dat zelfde kamp blijven, voor lange tijd en niemand die weet hoelang, uit berichten kon ik lezen dat het wel anderhalf jaar duurde of zelfs langer en toen in 1947 treft ze mijn vader en huwt, een huwelijk dat te doodde is op geschreven, daar het doorstane leed, van haar, het leven dat haar geen nieuwe kansen schonk in de toekomst, zelfs de twee kinderen die ze kreeg met mijn vader, de baboe die hielp en uit eindelijk er met haar man vandoor ging, want iedereen dacht aan zich zelf, de totale chaos in een land en chaos die duurde tot na 1967 en zelfs op sommige plaatsen en delen nog langer en zo gaan er duizenden gedachten door mijn hoofd, heeft mijn moeder haar lichaam moeten geven, zij was een mooie vrouw, was zij dapper en heeft nooit gesproken? Over wat er is gebeurt, van uit een trots? Welke ontberingen moest ze door staan, buiten het buigen voor de Jap? Heeft ze moeten stelen of nog erger? En zo hoor ik bij die groep mensen, die een verleden hebben, waar wij op school niets over hoorden, over een oorlog die ver weg was, nooit plaats had gevonden, waar heden ten dagen nog steeds over gezwegen word, ontkent en al die mensen die geleden hebben, hebben dus niet bestaan, die kampen waren er niet, het was slechts een boze droom, net zo boos als de mijne vannacht, waar ik niet van kon slapen, hoe sliep mijn moeder? Viel die gewoon om van vermoeidheid? Laat staan de honger? Laat staan het stof, wat op dwarrelt in de wind, terwijl het looppad tussen de hutten, met ongedierte is gevuld en de kinderbuiken bol staan van honger, zo als mijn buik eens was toen ik in Nederland aan kwam en de vraag, waar was ze van eind 1940 tot begin 1944? want ze is dan pas bekend bij het rode kruis, die dit weer hadden van de Japanse bezetters, die na de oorlog gewoon weer aan gesteld werden, onder een andere vlag, stel dat de N.S.B’s dit hadden gedaan? Na de oorlog, nee dat was uit gesloten, in Indonesië was niets uit gesloten, daar was de waanzin toe geslagen, maar in Nederland weten we dat niet, elke Nederlander sliep vredig en daar konden zij ook niets aan doen, zo als niemand er iets aan kan doen wat mijn moeder met al die anderen is overkomen en zo kijk ik naar de wereld van vandaag en zie dat er mensen zijn die het liefst iedereen willen opsluiten in kampen, uitmoorden, vermoorden, verkrachten, opruimen, plaats maken, terwijl de tafel gevuld is met een dikke plofkip en de Brain lozen weer het hards schreeuwen, van alle daken, waar sinterklaas thuis hoort en de kerstman en zo zie ik die brief van mijn moeder voor me, met dat hulpverzoek, om geld, wat ik toen niet had, want met een dubbeltje in de week kun je niet veel, de postzegel was al duurder, waarom is mijn moeder niet naar Nederland gekomen? Schaamde ze zich? Of was ze zo verwond en als een dier die de dood al rook en ziet aan komen, is gaan liggen in een hoek, een kwestie van tijd en na tijden van de kampen, kan dat alleen maar opluchten, zo als de laatste ademstoot het lichaam verlaat en vrede komt, eigenlijk, veel! te laat, wat ging er door haar hoofd, dat hoofd dat zweeg, die lippen stijf op elkaar geperst, terwijl haar handen mij vast hielden en mijn zus, bescherming gaven, ja daar kun je niet van slapen en ik weet ik ben er nog lang niet en verlang naar de dag, dat ik dat boek dicht mag gooien, op de plaats waar het hoort, in mijn hart en boeken plank, zodat ik weer kan kijken naar mijn eigen leven en gezin, wat toch het dierbaarst blijft op deze wereld.

Dribbelbibbel

feest felix 2011 365

 

 

En zo in een, val in je bus een brief, met een rood kruis er op en als straf omdat je alles wilt weten, krijg je nieuws van je doden moeder, zodat al die reizen naar Mars niet voor niets zijn geweest, wat heb ik zin om te schreeuwen, te vluchten, ver weg van die brief, maar mijn nieuwsgierigheid wint, het stuk in me overwint en gretig lees ik de woorden, BOEM, je moeder is gevonden, verstopt in negentien vier en veertig in een Jappenkamp en of het niet erg genoeg is, in twee, eerst in Bandoeng en toen Batavia het beruchte vrouwen-kamp Tjiden, waar de jappen de ramen en deuren gebruikt hadden om de kachel aan te maken, in die koele avond uren en wat die tienduizend vrouwen en kinderen daar leden, was niet van belang, waar overigens de Jappen, jongens en meisjes van boven de twaalf, weg haalden zodat er meer plaats kwam.

Mijn moeder was gehuwd voor mijn vader, dit wist ik al een paar jaar en het was een zoek-tocht, dat kan ik U wel vertellen, Ben, Liesbeth, Dirk, Hans en Hans, kunnen er van mee praten.

G staat voor! Gabriel met twee puntjes op de E en mijn moeder hete dus anders? Vandaar dat ik haar niet kon vinden, zo krijg je dan ook te horen dat deze beste man, mijn stiefvader? In 1992 overleden is in Amerika en kwam ik ooit moeder ziel alleen ter wereld in een kinder-huis, terwijl ik vermoedelijk vier jaar was, toen langzaam aan begreep dat ik een zusje had, heb ik nu de hele wereld aan mijn kont hangen en dan moet U weten, we zijn nog lang niet klaar, want mijn moeder was in dat kamp, met 2 kinderen, wie zijn dat?nooit geweten, dat is nieuw! Veel meer denk ik aan mijn moeder, waarom ze mij naar Nederland liet gaan, zelf zwaar aan geslagen van die jaren in dat kamp, een scheiding, een nieuw huwelijk met mijn vader en als die net zo is als ik? Dan heb je daar ook geen lol aan, dus in negentien twee en vijftig, dacht ze, mijn lieve jongen, ga, heb het beter als ik hier, ze moest eens weten wat me te achten stond en toen is ze uit eindelijk in de waanzin gesprongen en als straf vermoord, ieder geval hartstikke dood en zo dood dat ik dat pas ergens in de jaren tachtig mede gedeeld krijg en die foto van haar, om die dood te verzachten.

Mooier toneelstuk kan ik niet bedenken, maar nu snap ik nog steeds niet, terwijl Den Haag al deze gegevens bezit en vele andere organisatorische instellingen, waarom krijg ik dat, omdat ik aan de bel trek, dat nu pas te horen krijg, had ik daar niet veel eerder recht op? Had die brief van dat rode kruis en Den Haag en al die Instantie, niet op mijn deurmat moeten liggen toen ik bv, 16 was, Had die rechter in Arnhem me niet eerst zo,n bundel kunnen overhandigen alvorens mij te vragen of ik überhaupt geadopteerd wilde worden, ten minste een jaar uitstel van beslissing verordenen, voor de tijd van het lezen van deze ellende! Of zit ik daar weer naast? Kennen ze wel tegen een kleine jongen, zie die rechter nog voor over buigen en sist, als je toe stemt, verlies je alle rechten? Welke rechten? Welk recht heb ik gehad, buiten aanrecht en orang-oetang, tiet, boom en klapper-boom, recht bank en beklaagde bankje, terwijl ik niet een beklaagde bent! Had ik toen maar vuisten als mokers gehad, dan had ik dat eikenhouten recht-bank, kapot geslagen, misschien de rechter er bij, zo als ik die jongen op school met een stoel op zijn kop sloeg in Arnhem, die mijn moeder voor hoer uit maakte, zal wel zijn eigen moeder bedoeld hebben, de lul, dat heeft me vast mijn diploma gekost.

De zon schijnt een mooie dag.

Sapperdeflap

P1070044

 

 

Zoeken naar iets, iets wat je niet kent maar wel een naam van weet en een datum, dat is bijten in een stuk-leer, meer een stuk-leer voordat het leer werd, als het waren, liefst net vers afgestroopt van een Bizon die ter gronde ligt, geveld door een kogel of speer, het verhaal moet sappig blijven, zo ook mijn mond hoeken, met speeksel bellen besmeurd, kauwen we nu ouderwets op die huid, ik ben niet alleen? Ik heb hulp van vele mensen om me heen, zo kauw ik op die huid om deze soepel te krijgen, dit laatste lees in oude boeken, met stof bedekt omdat ze lang niet meer uit de boeken schap zijn geweest, zo is ook het zoeken naar, iemand, die je alleen kent van een foto, zwart wit, waar een stuk van afgeknipt is, om het geheel , op een persoon te richten, dit is waarschijnlijk gedaan, opdat ik me niet nog meer vragen zou stellen, en hier ging iets mis, want ik wil alles weten, van A tot Z en met al dat gezoek, krijg ik wel zoveel informatie, als of je door een microscoop kijkt, nu heb ik dit zo’n jaar of toen gedaan in mijn leven, dit! Dit is anders, als of je terug Waarts, in tijd gaat, zo als, veel wat ik schrijf, terug grijpt naar vroeger, als of ik bang ben uit te glijden in dat nu.

En al wil ik van A weten, ik moet door het hele alfabet heen, met omwegen, verre omwegen en krijg te horen wie het met we heeft gedaan, of misschien of zeker niet, met jaartallen word daar gesmeten, geboorte datums, dat soms ik even op hou met kauwen, met zo’n matte blik in mijn ogen en pijn in mijn kaken, pak ik een lap en veeg mijn mond schoon, even rust, even aan iets anders denken, dood en leven, leven en dood, gaan aan mijn blikken voorbij, terwijl buiten de wind waait, giert en de zon dapper zijn best doet er nog iets van de dag te maken.

Nu zijn we er achter dat de zus van mijn moeder en mijn moeder ieder geval een half Broer en zusje hebben gehad of zelfs meerderen en nu hebben we het vermoeden, dat de oudste zus van mijn moeder, misschien! Niet haar zus is, maar dat is tot nu toe koffiedik kijken, als je niet van koffie houd, maken we er een glazen-bol van, als je dit soort dingen onderzoekt, moet je niet van verbazing je bek open laten staan, dat staat slordig.

We hebben een gat in tijd, niet zo maar een gat! Een reuzen gat Acht en Elf jaar en dit is voor de in de tropen, ondraaglijk lang, heb nog even gedacht aan potentie problemen, zou kunnen? Maar dan stel ik me zelf voor, stel ik was gehuwd met een vrouw die me kinderen baarde, op een gegeven moment heb je het gehad! En ben je te vrede met je gezin. Dan ga je toch niet na Acht jaar weer opnieuw beginnen?

Terwijl ik die Bizon huid weer in mijn mond stop, ben ik aan het denken en hoop over een paar weken, dat het wat duidelijker gaat worden, wat daar in de tropen nu wel was gebeurd.

Nou vrolijks iets

P1070050

 

 

Kijk niet, kijk niet naar wat ik schrijf, laat alles onbewogen, langs je heen gaan, terwijl die pijn, verscheurend door me heen gaat, verscheur die dag van de kalender en smijt het in een hoek, terwijl je dacht dat het weer een kreet van Loesje was, die na gelezen, de dag van vandaag aan gaf, met een nieuwe spreuk. Laat het onbewogen langs je heen glijden, weer het af, zo als je altijd graag deed, terwijl je hart anders spreekt, dat zie ik aan je ogen, dat zie ik aan je handen, die zoeken naar houvast, ik kan er mee leven, heb slecht neer gezet wat ik voel en die kleine prullenbak, is tot de rand gevuld en je weet niet hoe snel je die moet gaan legen en ik blijf achter, laat mij maar zitten, laat mij de woorden vinden, laat me zoeken, laat me gaan en op een dag! Terwijl je je billen afveegt, zie je letters verschijnen, die uit je poep-gat komen, zo snel kun jij die rol wc papier, niet afwikkelen, als dat er letters rollen, samen met je drol, die drol, in eens verdunt, door de wc ruimte, tegen de wanden aan gespetterd en voor je het weet, staat op de muren geschreven, wat in je leeft en waren het niet mijn woorden? Die je niet wou zien? Van toen jij de dag van gisteren weg scheurde om te weten wat vandaag stond aan te komen? Daar zit je dan, verlamt in je kleine hok, ik wil de geur niet eens beschrijven, kan die zo wel raden.

Tnethco dnots thech duog ni ed dnom

DSCF0925

 

 

Als het weer zo als altijd, roet in het eten gooit, April doet wat die wilt, zit ik te wachten op het ei, terwijl ik de vogels al druk doende zie, de kraamkamer op orde te brengen, de tulpen zijn in de bloei terwijl de Japanse tulpenboom al zijn bloemen al kwijt is en daar door naakt afsteekt in het perk.

Op zo,n regenachtige dag blijft niets anders over, dan luieren op bed, zelf de hond had geen zin, natte poten op te lopen en dacht, ik wacht nog wel even, de vogels niet, die zitten lekker droog in de kooi en doen of hun neus bloed.

Baldadig geworden van al die troosteloosheid heb ik de titel van het verhaal ook maar aangepast, op dat iedereen denkt He! Wat staat daar, het klopt toch echt, een oud gezegde en vroeger vonden ze het hier, zo langs de lange rivier, die zijn weg zoekt in het landschap en eindigt in de zee, hier drie kwartier rijden vandaan, die zelfde rivier die vorig jaar, huizen en haard verzwolg en mensen nog steeds de wonden likken en hulp slechts van korte duur was, want nu hoor of zie je niemand meer en mag je je eigen boontjes plukken, van dat aangeslagen land, waar kraters zijn ontstaan, die doen denken aan de maan, was het niet dat jong gras en onkruid de gaten bedekken, overwoekeren en zo de schaden camoufleren, als of nooit is was gebeurt en nooit iets geweest.

Aan de hand van de statistieken kan ik zien dat vrijdags de dag is dat iedereen na zijn werk de gezelligheid op zoekt en gelijk hebben ze, even vergeten die zware week, die daar, voor lag, even genieten bij een borrel, misschien een kop thee, gezellig in café, huiskamer of dorpshuis, waar oude herinnering, opgehaald worden, sterke verhalen, de ernst, van de dagen daarvoor, de promotie, misschien wel het ontslag, wat belangrijk is dat je niet alleen bent, terwijl de drank toeslaat, de mond over moedig, je de volgende dag wakker word, zo van wat heb ik nu weer gezegd en gedaan en de kater zit op je schouders en blijft daar voor de hele dag liggen en jij grijpt naar een paracetamol en trekt de dekens tot diep over je gezicht en dempt het dag licht, terwijl je vrouw de stofzuiger nog even door het huis haalt en je denkt kan dat niet morgen? Kan dat niet even wachten, snap je niet hoe mijn hoofd te keer gaat, van ellende sta je op en pakt een bak koffie, de krant komt laat, dat is goed, je zou hem toch niet willen lezen, even bij komen van die avond met vrienden.

Ja hallo,ollah aj

foto Joh 082

 

 

En zo als alleen de tijd! alles inhaalt wat vergeten was, begraven onder zand en puin, bedekt met bladeren die door de meer als een halve eeuw winterse stormen een meters dik tapijt gevormd hadden, in je geest, is een mol omhoog gekropen, zijn pootjes naar buiten gericht, is gaan graven, heeft een opening gemaakt, waar in het verleden, weer tevoorschijn komt, het zonlicht verblindend voor even, weer het verleden aanschouwt, namen doet opwellen,zwellen vorm geven, ontdooien van de ijskap die gevormd was in de jaren, van vergetelheid, namen krijgen gezichten en sommige blijven vaag, omdat je ze alleen van uit je ooghoeken het waar genomen, vluchtig, echt niet slecht bedoeld, maar omdat het leven soms vluchtig kan zijn, zo als de dampen die opstijgen uit de pan met aardappel op het vuur, waar Gijs en holle bollen, voor gelezen werden op school, als of het iets te maken zou hebben, met wat je werkelijk bezig hield? En gezichten zijn verandert, soms onherkenbaar, die deel uit hebben gemaakt van je leven van toen, toen de wereld nog aan je voeten lag, die je uit radeerde met een zo nonchalant gebaar, dat wat alle nieuwe goden, zo eigen is, zo krijgen jullie gezichten weer een vorm, weer huid en vlees, zie ik weer die ogen, die glinsterde van het willen ontdekken, willen weten, de leergier, die zelfde leergier die mij jullie liet verlaten en we zijn niet meer zo als toen, ook ik niet, ik zou willen zeggen, we zijn beter geworden, ook al zijn we aan de buiten kant, gerimpeld, versleten, gekloofd als stukken boomstam voor de open haard, opgestapeld voor het vuur en wachtend op de dood.

Zo somber is het nog niet, zo wil ik jullie nog een keer zien, voor het bladertapijt zich sluit en de volgende winter bedekt het gat gegraven als bij toeval, wat alleen zo in mijn gedachten kon ontstaan, had ik niet die mol verzonnen, had ik niet de moeite genomen, om aan “toen”! Te denken, toen wij onzeker waren van wat ons te wachten stond of nog moest gaan komen, terwijl ik met mijn handen verder gravend, uit dat gat kruip, mijn schouders afveeg, met geheven hoofd, fier naar jullie uitkijk, krijgen mijn matte ogen weer die glas, zo als een dauwdruppel schittert in de zon, al hangende, aan die grashalm en op de achtergrond het spinnenweb, stilleven, landschap, schilderij, foto, die opgeslagen lagen in mijn herinnerring, aan toen wij jong waren, waar onze blikken elkaar kruisen, waar hoop was, en verdrietig maar waar ik werd geroepen, zo ook die blik naar jouw.

Duinkonijn

feest felix 2011 386

 

 

Die zwaar Rood gestifte lippen, die fel afsteken op dat te witte gelaat, veel- te overdreven, oog verblindend, die het bloed in mijn aderen doen stollen en me wit laat weg trekken als je spiegel-beeld, de lokroep van je behoeftes, je wellust, je gier, terwijl je benen gewillig, plaats maken.

Kom ik thuis, naar het dorp wat ik eens verliet, inruilde voor de stad, de wereld en soms dacht ik was ik maar gebleven, maar dat is niet waar! Was ik gebleven, had ik nooit met weemoed terug kunnen denken, aan toen, toen ik nog een maagd was,mijn lichaam reeds zwaar gekweld, de sprong in het duister, de ontzaglijke avonturen, waar Pietje Bel een snot-aap bij vergeleken was, Max und Moritz heilige bij waren, vereeuwigt in de kathedraal, daar buiten staand, prijkend aan de buitenkant van de kerk, waar een ieder, kruisjes sloeg, alvorens door de zware houten deur, naar binnen gaand en het gezang kon aangezet worden, ooit verdoemt tot hel, door gelovigen, van gelovige ouders en hoe kan een vogeltje in het nest anders praten als zijn ouders, kan ik betamen, ik ben in de hel gekomen, mede door jullie gebed, maar wat jullie niet wisten, is dat na de hel en door de hel, uit eindelijk een nieuw leven komt, die al het leed, kan laten vergeten, vergeven. Van een weg die ik moest gaan, zo als ik niet voorbij kon gaan, aan die geschminkte, overdreven, onechte lippen, de dood kuste, de liefde bedreef en verloor mijn onschuld en daarmee mijn angst. Een traan vloeit over mijn wang, als ik terug kom in het dorp waar ik niet blijven mocht, niet mocht schuilen, beschermt in jullie armen, gekoesterd en geliefd en wie mij koosde, weleer, eens, lang geleden, zij hebben mijn, niet kunnen stoppen van de weg die ik moest gaan.

Ribbenkastenbot

feest felix 2011 461

 

 

En zo als gewoonlijk dwalen mijn gedachten weer af en zie ik een vrouw voor me, zo maar een, willekeurige gekozen, uit de miljarden op deze aardbol, zij loopt iets moeizaam, iets voor over, van dat vieren is weinig over gebleven, haar gelaat laat sporen achter, diepe groeven, zijn gekrast in dat eens zo helder gelaat, waar eens de kracht staalde, de wil van leven, de wil van liefde en hebben, geven en krijgen en als ik haar niet zo over straat zie schuiven, voet je voor voetje, terwijl ze de leeftijd er nog niet helemaal voor heeft, poedert ze nog wel elke morgen of soms een keer per week, dat resterende gelaat en vult die kloven in naar gezicht, met een zwarte stift, aanvullen wat eens een wenkbrauw was en schiet soms uit, waar door een masker ontstaat, onherkenbaar, wat eens was, zo zie ik je voor bij schuiven, schichtig, verlegen als of je wilt zeggen, ik wou dat het anders was gelopen, ik wou dat ik het over mocht doen, wat zou ik gaar nog een keer, mogen zijn zo als ik was, weleer opdat ik die poeder en stift, kon laten in de lade van mijn kast, in de kast van mijn nu!, terwijl de geur van vergaan in mijn neus glijd, zich vast hecht en een braken bij me oproept, de ogen zou willen sluiten en me aan zou willen sluiten bij je wens, dwingen mijn hersens te beseffen, wel geluk ik heb, terwijl mijn schreden, mij brengen verder, van dat perkamenten vrouwtje, ooit jong en fier, vol goede moed, spelend met een springtouw of tol, jagend achter jongens of meid, misschien wel gillend achter een hond of poes omdat deze niet deed zo als zij verwachte, zo als zij zelf niet verwachte, eens zo voorbij te schuiven in die straat of stad, gelijkend een dorp van waar zij eens opgroeide, haar geluk oneindig leek, onverwoestbaar en toch zo teer, vergeleken met nu is van dat kwetsbare , niets veranderd buiten poeder en stift en die gekromde houding, van de last die ze draagt, dag in dag uit, niet wetend, wel een gevoel, ze teweeg brengt bij mij, wij kwamen uit uit twee verschillende werelden en zo zal het altijd blijven, niets kan ik veranderen aan je droeve gang, in jouw resterende leven en je laat me triest achter en ook blij, terwijl je om de hoek verdwijnt, misschien is het de laatste maal dat ik je zie, misschien val je dood om, zonder dat ik het zie, zonder dat ik je ooit weer kan aanschouwen, die droefenis, die deel uitmaakte van jouw bestaan en lot.

Bamboebrood

feest felix 2011 387

 

 

En zo op een maandag naar Pasen, schijnt de zon, de warme word als het waren mijn kamer in gegooid en brand op mijn schouders, terwijl ik de statistieken bekijk, zie ik dat er veel mensen zijn die vroeger niet verder gekomen zijn als strip-boeken lezen en het voor de rest van hun leven daar ook bij houden, dit natuurlijk ter ongenoegen van me zelf, die op zijn minst de aandacht verwacht.

Afijn het is de wereld waar in we leven, het besef dat tijd een kort begrip is geworden, de haast, gehaast, opgejaagd, geen tijd meer over, geen tijd te verdiepen in en zo heb ik straks geen tijd voor schrijven, de tuin die roept, de planten moeten in de grond, wil ik ooit genieten van een bord rijkelijk gevuld en voedzaam voedsel, maakt me gezond, terwijl anderen aftellen, die tijd die rest, zo vertelde het een brief mij vandaag, waar je geen strip-verhaal, kon bekennen, dus las met knikkende knieën, welk onheil stond te wachten, van een vriendin en haar gezin, gewoon een greep uit het dagelijks leven en dit terwijl ik schrijf de doden om me heen neervallen, nog niet gesproken over de moorden, die gepleegd worden, in razernij, nog niet gesproken over dieren en insecten, die omkomen of uit gewist, worden door en frees of ploeg, auto koplamp of ruit en wisser, terwijl de helm van de motorrijden schoon geveegd word en de lijken aan zijn lap of doek blijven hangen, zo als mijn woorden op dit witte blad-zijde, allang niet meer gemaakt van perkament en alles wat ik schrijf komt niet uit een strip verhaal, maar uit boeken, ooit gelezen, die strip-boeken heb ik ook gezien en met veel plezier, toch gaat er niets boven boeken lezen, al was het alleen maar om dieper in het leven van ons te kijken, geschreven door mensen zo als wij, natuurlijk enkelen uitgezonderd, die behept zijn met kennis en gaven.

Geamputeerde afdruk in de sneeuw

feest felix 2011 482

 

 

Op een bewolkte dag als vandaag, waar de klok, de kippen ons verschuiven in tijd, waardoor mijn ogen, zwaarder aanvoelen, door dat gebrek aan slaap, het leven gewoon door gaat, als of er niets is gebeurt, stapelt het werk rond om me heen, zich op, zodat het lijkt, dat een muur van documenten, het uitzicht naar buiten, daardoor geblokkeerd word.

Het enige wat niet verandert in deze wereld? Dat waar je ook staat het noorden altijd op de zelfde plaats ligt en het zuiden ook, dit is dan ook, altijd een gerust stellend gegeven voor me en geeft me richting in dat on gebalanceerd leven van me. Vandaag heb ik het rijk alleen, met de poezen en hond Etoille.

De kippen zijn dood, dus hoef die geen eten te geven, de paaseieren, hoef ik ook niet te verstoppen en zo krijg ik met FB contact met verre familie van me, van overzee, daar waar ik niet gewenst was en misschien was het wel goed, wie weet wat me overkomen was? Wie weet waarvoor ik bespaart ben gebleven? Wie weet de wending in een leven! als alles anders was geweest, wat het is nu! Ik had hier niet gezeten, ik had jullie niet ontmoet, maar andere mensen, mijn school zou anders zijn, de kleren, het eten, het lachen, mijn geschiedenis zou een wending krijgen, ik zou tot slaaf gemaakt zijn, door mijn stiefmoeder, nog erger als in assepoester beschreven is, ik zou haar vermoord hebben, misschien en in de bak belanden, misschien wel tot de dood veroordeeld zijn, die misschien de uitkomst boot, om te ontsnappen aan deze hel, daar is de hel waar ik nu in leef, heilig bij vergeleken, dan had ik niet gehad die kinderen die ik nu heb, nog die vrouwen die ik heb gehad en weet ik nu dat het goed is zo! Dat alles zo had moeten zijn en ik had niet aan geschreven het rode kruis, niet de Indische documenten, niet al die verzoeken, aan instantie, die je helpen, je weg in het verleden, te begrijpen en grip krijgen op wat eens was en niet mocht zijn. Terwijl ik het eitje zijn kop afsla en mijn theelepel naar binnen steek, met een snufje zout er op, als of ik het verleden opvreet, tot me neem, vermorzel, fijn maal, door slik en het geel blijft in mijn mond hangen, kleven en veeg het weg met mijn servet, die sporen achter laten van geel, groen ei geel groen, hard gekookt en de damp stijgt op van dat ei, wat er ook niets aan kan doen, dat het nooit tot kip of haan is geworden en daarmee een deel genood van me word, zo in eens en zo voel ik me verbonden met mijn paas ei en zou het liever tegen mijn borst hebben willen houden, willen wiegen voor ik het op tafel zette en zijn kop er afsloeg, met een klap, geoefend in de loop der jaren, meer als een halve eeuw, terwijl mijn gedachte gaat naar de kip, toen ik zijn kop afhakte, dacht dat word lekker eten!

Terwijl mijn dochter helpt de veren, van het lijk af te trekken en haar handen naar binnen stopt van de dode kip en de ingewanden, verwijdert, wat dat betreft, heeft zij al jong begrepen, dat je er iets voor moet doen in het leven, eten op je bord te krijgen. Terwijl de boter bruin kleurt en de hitte die kippen delen bruin kleurt, loopt het water van onze mond en kijken we elkaar, gelukzalig aan, de geur van gebakken kip, stroomt in onze neuzen en zij zet vast de borden en bestek klaar, de tafel gedekt, zo ligt daar op tafel, wat eens was leven!

Het kruis viel om

feest felix 2011 371

 

 

En wie riep daar; het leven van een schrijver gaat over rozen?Wie o wie schreeuwde dat! Terwijl de reacktie op mijn vorige bericht beantwoord werd door een nog al felle aan hanger van het Christelijk verbond of zo iets, mij op mijn schrijvende vingers tikte en schreef, dat die paashaas op de eieren, iets voor kinder- verhaaltjes was, en dat Jezus voor mij is op gestaan was, nou dat had die beste man niet hoeven doen, was maar blijven liggen, na al die pijn aan dat kruis, bezweken door bloed verlies, uit gedroogd door de zon, als of ik een onmens zou wezen zonder gevoel en als ze me dan zo iets schrijven, dan vraag ik me af waarom in deze tijd tweeduizend en zestien jaar na, dato, we de Bijbel, Koran en al die geloofs- boeken! dat men niet de moeite neemt, die eens te gaan herschrijven, aan gepast in de tijd waarin we nu leven, geen wonder dat die kerken leeg lopen, mensen niet meer willen en kunnen geloven en dat hij me moet redden van deze wereld, die met bommen, ontploft en schurken, de zakken van arme mensen plunderen, terwijl het Vaticaan bulkt, van het geld, waar ze eten van konden kopen, voor al die getroffen kinderen, dit waarschijnlijk, maar af en toe doen, om de moraal er in te houden, nou mijn moraal, is al op gegeten, al plat gebombardeerd, verbrijzelt en een hond loopt jankend door de straten en een kip sluit zich aan en het is niet die paas kip, die ik omruilde voor een haas en wat maakt het uit, al was het een varken, wat kan een varken er aan doen? Dat die varken is, natuurlijk droomde hij, om stier te mogen zijn en die Ezel in Portugal, die veranderde in een tractor? Wie had dat gedacht? En wat moeten al die wortels nu? Die worden niet meer op gevreten en blijven liggen in de winkel en als ze in de winkel blijven liggen, blijven ze op het land, en dan komt mijn haas en die eet ze dan lekker op en denkt, ben ik blij dat die ezels er niet meer zijn!

Dat zou toch zo maar kunnen gebeuren? Dat die haas dat zou denken, was het niet dat ik het hele verhaal, maar verzonnen heb! Zo als een schrijver van alles kan verzinnen en bedenken en of het waar is? Wat maakt het uit, die tijd hebben we gehad en rebels leg ik mijn vermoeide benen op tafel en anders onder mijn stoel, terwijl mijn vingers de toetsen van de pc raken en denk wat zal ik nu weer schrijven? Dus reacties vind ik leuk en fijn, maar ga me geen zout op mijn af gekorte staart leggen, want daar kan ik slecht tegen, zo,n, arrogante, aanval op mij als persoon, laat dat maar achter wegen, wat je vind moet je naar de politie brengen, daar voor betalen we ze, met zijn allen, dus laat een schrijver, schrijven en een gelovige, geloven.

Hello niemand daar of hier

feest felix 2011 360

 

 

De Paas-haas heeft het kippenhok bezet, de kippen waren al dood voor Pasen, op gevreten door allemaal enge beesten die rondlopen in de natuur, liefst s,nachts, als ik lekker lig te slapen of de hond van mijn aan getrouwde zoon, die een hond heeft die net zo slecht luistert als zijn baas, hij zou afstammen van een Pyrenese Wolfs hond, gekruist met een naar mij weten Lilliputter, want het heeft dan ook niets weg van een hond, een beetje achterbaks, niet dat robuuste, tros zijnde hond die ik ken als Pyrenese Wolfs hond.

Zo in het land der doden, waar ik grafstenen optil met liefde in de ogen, gaat de zoek-tocht door, bij gestaan door Ben, Elisabeth en Hans, mensen met ervaring, in het zoeken tussen mottenballen, perkament, en zo reconstrueren, we het plaatje van heden en verleden en het heden, de basis voor het verleden, is bijna rond, de rest laat ik aan een ander over.

My-Heritige is een site waar je terug kunt vinden, wie nou werkelijk met je verwant zijn en ook kun je dan zien hoe namen veranderen in loop der tijden toen alles nog met typemachine genoteerd werd en een luie ambtenaar in de hitte van de tropen dacht, waarom zal ik een ij schrijven als het ook zo kan,Y.

En zo verandert een naam, die aan komt met het vliegtuig in Nederland, dat blijft bestaan en dan die tak die naar Amerika verhuist en van der, naar, vander maken, niet erg als je maar dan beseft, dat aan de hand van het schrijven je weet wie, wie is, zo kun je de Indische lijn herkennen de Nederlandse en de Amerikaanse lijn.

Nu zijn er altijd lezers die denken, wat interesseert me dat? Nou mij wel toevallig, en nu had ik het gevoel met dat onderzoek, wat overigens nog lang niet ten einde is en nog lang op zich zal laten wachten. Dat ik in een mist wereld dook, zo uit eigen wil, als of ik een potje ging zwemmen in het diepen, geen grond onder mijn voeten, stil en ogen die over documenten glijden, herzens die verwerken de informatie, die dan als een kluwen wol in de knoop raken, poes er bij, een zooite en mijn vrouw die zeurt aan mijn kop, de hond moet uit gelaten worden, dus die geef ik haar een schop en de hond schopt de poes en van ellende, vlucht de poes in het kippenhok, die toch leeg is, voor dat moment en die poes liever als ik, het stinkt daar en de blubber, is net zo vies, als al die documenten die ik onder ogen krijg en of ik wil weten hoeveel zijn buur-man verdiende en wat hij verdiende en hoeveel belasting hij wel niet betaalde en hoeveel bekeuringen, nou! Dat heb ik maar na gelaten, weg gedrukt, met een been uit dat mist landschap, mijn grote teen, drukte die toets uit, want ik zelf was te lui, dit te doen, mijn hersens, die gingen aan de haal, die konden het even niet meer verwerken, ik vroeg gegevens en die werden me om de oren gegooid, zo,n honderd jaar, geschiedenis van mensen, van lijken en levende en nog gaan leven, zullen leven in de gloria etc, werd er gek van, nu gaat het me beter, dank U wel, voor het vragen, voor die schouderklop, want die had ik echt nodig, Ben en Elisabeth die daar gekluisterd zijn in hun kamer en ik kluister me met hun, vrijwillig, ik lijk wel gek, U had gelijk, begin er niet aan, maar nee ik moet weer zo nodig, ik moet mijn huid van mijn armen, benen en lichaam stropen en de mouwen ook, rond om mijn stoel ligt een huid afgestroopt, in een plas van bloed, daaraan bungelt, onder aan, mijn zwarte schoenen die geen zin hadden, mee te doen, je hebt altijd van die spel bedervers.

Met Ben en Elisabeth voel ik me verbonden, als of we gezamenlijk, naar Mars onder weg zijn en onder tussen elkaar informatie uit wisselen, zo van weet je dit! Of weet je dat! En ik wist niks en toen we weer landen in ons bed, wat daar heel toevallig in de hoek van de kamer stond, want soms staat het heel ergens anders staan, zonder het me te vertellen, tot gevolg dat ik languit op de grond val.

Dat is voor Ben en Elisabeth dat moment dat we rust krijgen, een voldaan gevoel, een blij gevoel, voor een lezer is dit natuurlijk moeilijk te begrijpen, dat je een vreemde, onbekende gewoon helpt, in zijn niet weten en daarom is dit speciaal voor hun geschreven, bedankt Ben en Elisabeth en ik hoop dat we nog een poos kunnen verblijven in dat land van mist en land van willen weten wat ooit was.

Kat in zak, verledentijd

037

 

 

Zo bleek het vorige verhaal dood spoor, dus weer bij af, de zeepbel is gesprongen, toch niet betreurt en aardige mail hielp me uit de dromen en een flinke tik, voor goed wil, wat ik zeker kan waarderen, kan ik dit hoofdstuk afsluiten en gaat de zoektocht, verder in het onbekende verleden.

Heb het geschreven verscheurt en in de prullenbak gegooid.

 

 

 

Respect

foto Joh 079

 

 

Gisteren had ik contakt met de autodidakt schrijver Edwin Linders schrijver van het boek, Respect

Edwin schrijft van uit een heel andere visie, als ik, hij is niet alleen, een latere generatie, die zijn stem willen laten horen !

Edwin onderschijd zich van mij, hij komt uit een gezin !, dat naar Nederland is gekomen en waar hij in is op gegroeit, waar in, overleveringen door gegeven zijn, al roemt hij zich er op niet beinvloed te willen worden door andere schrijvers ! als ik een paar namen opnoem, dan kent hij ze tot in de boze, Edwin omschrijf ik als de Rebel, de jonge 3e generatie, een jongen van deze tijd, hij put zijn schrijven, uit ! overleverings verhalen en zijn eigen levens ervaring, en dit laaste is goed en juist, het zou ook niet anders kunnen.

Ik als 2e generatie! daar mijn moeder niet mee gekomen is naar Nederland, zou ik dus de positie van, 1e generatie, over mogen nemen, daar bestaat twijfel over, ook bij mij, maar je kunt het proberen! zo te zien. Het is, duidelijk ! dat Edwin, opgroeit, in zijn eigen Roots, heel levendig, beschreven, in zijn boek, zo heeft Edwin, een voorsprong, ten opzichte van mij, ik ben als selfmade man, niet opgegroeid, met mijn Roots, geen opa of oma, nog rijst op tafel, ik moest het doen met die momenten, die ik in het pension Beatrix, in Berg en Dal, doorbracht, en daar was iedereen eigenlijk zo druk bezig, zich aan tepassen, een plaats tevinden in de Nederlandse maatschappij, dat ik de verhalen, eigenlijk van hun kinderen, door gekregen heb, hoe Indonsie er nu dan wel, uitzag en hoe je, je daar bewoog, met alle spannende verhalen op de koop toe, waar ik soms wel van huiverde.

Ten op zichte van Edwin heb ik alles beetje, bij beetje moeten achter halen, reconstueren, mij ontbrak die oertiet, buiten het fijt dat ik, wel moest wennen aan zijn slijl van schrijven en me soms afvroeg waar gaat dit naar toe, heb ik geen spijt het boek, gelezen te hebben, ik hou wel van Rebellen, als ze maar niet te dicht in de buurt, wonen, het doet me aan mijn eigen tijd en jeugt denken, dus dat is wel goed.

Het boek van Edwin, geeft dit duidelijk weer, die verschillen, tussen Edwin en mij, terwijl we uit de zelfde oermoeder zijn ontstaan en bijde de geur van de oerwortels roken. Edwin! is omring, van uit zijn jeugt met die geur, die bij mij in mijn jeugt, door de mist, gedempt werd, verder heeft Edwin minder geleden, door zijn anders zijn, Nederland was al gewent aan Indo,s, wij hebben de eerste klappen moeten opvangen en Edwin heeft zich dan toch makkelijker kunnen bewegen, al geloof ik zeker, dat ook hij niet gevrijwaard is gebleven, in dit geval, door zijn ouders, onder het lijden van zijn afkomst.

En dit is een last, die ik uit eigen ervaring maar al tegoed ken.

Moeras plas

Frankrijk 2006 dinsdag 496

 

 

En zo denk ik dan aan Rene, wat is hij aan het doen, ik heb hem al een paar dagen niet gesproken, zou hij gitaar spelen? Aan een gedicht werken? Of met zijn neus in de boeken? Om zijn herzens aan het werk te zetten en alles Up daten in zijn hoofd? Want soms moet je ook over andere dingen schrijven wat je bezig houd, want er is meer in het leven.

Zijn zoon Milo had gebeld, voor Mercedes en ik stomme hond, door alle drukte ben dat vergeten door tegeven, ieder geval toen was het na zeven uur savond en dan moet je niet meer bellen, morgen is het maandag en moeten de kinderen weer naar school en vroeg naar bed, vroeger kon je mij altijd bellen, vorig jaar heb ik gewoon de telefoon uitgezet, niet dat er de laaste jaren nog veel gebeld word, maar je weet nooit! Ik wil het allemaal niet meer horen, en slecht nieuws kan ik ook rustig de volgende morgen bij het kant lezen horen, die krant staat alleen maar vol ellende, daarom lees ik die dan ook niet smorgens, daar voor heb ik TV en als het me teveel word zap ik gewoon verder tot ik iets vind wat ik wel leuk vind, anders gaat dat verrekte ding ook uit, dus je ziet me dan voor het naar bed gaan allerlij apperaten, bewerken zo dat ze het niet wagen, me lastig te vallen in die paar uurtjes per nacht rust, want dat is toch wel lastig als je ouder word krijg je die verrekte ogen niet meer dicht, tenminste niet voor lang, daarom ben ik nu blij dat ik een goed boek heb en die grijze massa weer aan de praat krijg, terwijl de poesen op jacht gaan, de hond op de bank, de vogels hun bek houden, mijn dochter tijd rekt, mijn vrouw zo als gewoonlijk alleen aan zich zelf denkt, zelf als ze opstaat smorgens, effijn er zijn mannen die hebben het slechter getroffen.

Mijn thuis komst bij de Indische geemeenschap, ook al is dat erg laat, is om dat zij allen, kunnen begrijpen wat in mij huist en die gekke verhalen van mij, die horen er gewoon bij, als een soort tussen station, waar ik even op adem kan komen, van de lange weg uit het oerwoud, uit de bast!waar Tjalie, naar verwijst.

 

Oertiet

foto Joh 072

 

 

En zo beland ik boem, in eens in de Indische wereld en denk ik aan mijn Duits periode, waar een begin werd gemaakt, in de ondekkings reis naar je zelf, waar ik greetig de boeken verslond, wilde leren en weten.

Zo ook door het boek, ga ik op verkenning, als het waren loop ik terugwaards tegen het verkeer in, ik moet me haasten, voor het te laat is, voor de kans voorbij gaat, de aansluiten de trein nog net optijd kan halen, anders is het vervolg weg, zo kreeg ik een brief van Pelita, met een lijst die ik in moet gaan vullen, ik was niet bekend, ik was zoTotok, dat iedereen me over het hoofd heeft gezien, me vergeten waren, zo als ik vergeten was wie ik nu werkelijk was, waar ik vandaan kwam dat ben ik! nooit vergeten, maar zij, de Indische gemeenschap! Die had nog nooit iets van mijn bestaan geweten, als ik niet zelf aan de bel getrokken had en bij deze trek allemaal aan die bel, tot je gehoord word, je wilt niet zo Totok worden als ik? Ik was overgens blij dat die verf eindelijk na jaren, verdween, ook al werd, door zon gebrek mijn huid lichter en is de kracht er een beetje uit, uitgerekt, versleten, doch niet mijn zin om teschrijven, want dat leer ik van het boek, dat stimuleerd me, gekke waren belevenissen teschrijven, wat ik denk of meen tedenken, want in zo,n warboel raak je snel de weg kwijt, vroeger hadden ze geen Gps, moetsten we alle met een landkaart uit stippelen, nog voor je ging, nu ga je gewoon en komt aan op de goede plek, vroeger moest je vragen en in frankrijk sturen ze je altijd naar de verkeerde kant, als of ze er lol in hebben, nee in Frankrijk moet je niet vragen, als je wat vraagt zeggen ze toch nee, niet dat ik op wil stoken.

Straks ga ik dat boek verder lezen en laat me lekker mee slepen, als het waren liftend naar mij zelf, toe, geweldig, mijn bauwe ogen stralen gewoon, ik krijg goede zin, wat wat me het laaste jaar allemaal en mijn gezin is overkomen? Zou je zo de mistbank in willen duiken, hup de hele familie, maar dat gaat natuurlijk niet, trouwens daar is geen plaats voor en mijn dochter moet naar school en daar voor ging het zo goed opschool en nu? Stukke minder en zo zou je wensen dat je alles terug kunt draaien, dat kan alleen in mijn geest en daarom schrijf ik ook en waarschijnlijk omdat ik verlang na al die jaren bij een groep tehoren, een huis, liefst een kampong, als ik geen gezin had gehad, had ik allang mijn rugzak gepakt, maar daar heb ik zelf voor gekozen? Nee dat is niet helemaal waar, maar ik heb in het leven geleerd dat je, je gezin niet in de steek laat, niet laat vallen als een rotte appel valt uit een boom of uit de mand gehaald word en weg gegooit voor de varkens, die dan dronken worden.

Ik ben mijn gezin verschuldigt door die moeilijke tijden heen te komen, dat is wat ik geleerd heb.

Berg op zijn kop

feest felix 2011 350

 

 

En terwijl ik de computer voor de zoveelste keer moet opschonen, als of de duivel er mee speelt, geeft me dat de tijd het boek verder te lezen van Wim Willems en voel, gelijk mee mijn achterstand toen de eerste Indo,s aan de bel luiden en dit brengt me bij de stemmin in mijn mistland, waren het hun stemmen die ik hoorde, waren zij het die me riepen?Tjalie Robinson en al die anderen ? Wat word ik getroffen door het schrijven en ben ik onbewust die weg in geslagen, hoog in de bergen, verweg van de bewoonde stad, zo als ik ooit aan de krib, onderaan de waalbrug, aan de kant van de Ooi, waarnam, het sein, dat ik weg moest, toen ik me zelf, zag in een muizenrad, rond draaien in Nijmegen en daarom heen?was het voor bestemt ?, dat de zoektocht naar mij zelf, daar binnenin, alleen zo plaats kon vinden ? Waarin al mijn woorden al staan beschreven?Dit laaste stelt me gerust, want hij zei ook dat het niet uit maakt hoe je schrijft of vertelt, als je maar iets doet en daar mee denk ik dat hij wil zeggen, voor mij als tweede generatie, geboren in Indonesie, maar geen of wijnig herrinering daar aan heb, als het waren in zijn voetstappen, verder stap, alleen niet bij machten zijn woorden te gebruiken of taal gebruik, waar van hij, dat ook geen belang vond, het idiaal is, naar zo als ik het opvat, je eigen indentiteit tevinden en te behouden voor de toekomst en dat bracht me bij het idee, dat de Indo zonder land, zonder haven, aanspraak mogen maken op Mars, voor als daar ooit leven mogenlijk zou zijn en dat doet me gelijk, beseffen dat die gedachte net zo zinloos is, als waar we nu zijn anno 2016, nog steeds zijn geen eigen staat, waar we aan spraak op kunnen maken, nog steed geen eigen vlag, aan al dit is nog steeds geen verandering in gekomen, al die ijlehoop, van voorvechters, hebben ze voor niets gestreden? Mars, zie ik meer in de trant van, dan hebben we tenminste iets, om op te mogen hopen en Mars is net zoverweg van ons vandaan, als de strijd die tot nu toe gestreden is, de grote vraag blijft willen we dat, of wil ik dat, een getto vorming, een eiland in een, zee, ergens, toe gewezen kregen, zo als Israel?? en dan aangevallen worden, door piraten, bomleggers en op zij, op zij, roepers? Als dat de doel stelling is, binnen zijn denken, dan vraag ik me alleen af waar? Waar moet die staat komen? Wat hebben zij voor ogen? Waarschijnlijk zal ik meer over hem moeten lezen en de derde generatie, om het kultuur behoud voort te zetten, waar ik zeker achter sta, willen we niet verzanden, zo als hij zegt, ik voel me zeker niet achter gesteld door hem, nog aan gevallen, omdat ik mij schuldig heb gemaakt, aan aldat wat hij beschreef, die stiekeme aan pas, aan de westerse wereld, aan de Totok.

Omtoveringen en nog veel meer

feest felix 2011 375

 

 

En zo werd ik een om getoverd tot een wandelende, Totok, terwijl ik, Indo was en zal blijven tot mijn dood, of was ik toen we vertrokken uit Indonesië, de landing in Australië en de tussen landing in Singapore mijn huid aan het vervellen? Werd het met een dunschiller, geschild en vervangen door een nieuwe huid? Zo stelde Pelita dit jaar de vraag of ik behandeld was voor mijn hongerbuik, dit is een buik die doet denken aan een vrouw in verwachting, maar dan leeg, zonder eten er in, alleen maar lucht, dus als het waren zie je eerst een buik en dan een lange tijd niets en dan mijn armen en de rest van mijn lichaam, het antwoord was? Weet ik niet! Net zo min als ik me kan herinneren dat ze mijn huid afschilde en vervingen door een Totok huid, in een Totok huis, Totok school en Totok leven en zo is het gekomen dat ik me jaren zo Totok voelde dat ik er Totok gek van werd en dat veilergershalve, maar ben gebleven, om alle vervelende vragen te omzeilen, later zeilde ik dan ook graag, ging eerst naar zeilkampen en met wat ik daar leerde kon ik al snel op enigenhoutje, de plas of rivier op, later heb ik dat om geruild voor een motor, ook daar voor wat lessen, en broem er op los, zo snel dat de politie van Nederland bezorgt toe keek en soms de motor en berijder, controleerde en soms een boete gaf, want ik reed op sliks rond, dat zijn kale banden die je op een circuit van Zandvoort gebruikt voor beteren weg ligging, daar waar ik wat rondjes deed, tussen door. De politie agent krapte achter zijn oren en zo kwamen we in gesprek, wat tot gevolg heeft gehad dat de Nederlands politie les ging nemen op Zandvoort, heel verstandig van ze, alleen zijn de bochten daar iets anders als op de normale weg, ben je daar eenmaal aan, gewend, dan kun je alles aan, mijn vriend Paul van Erniech, motormonteur in Oss, die me menigmaal hielp mijn motor, weer aan de praat te krijgen, hij kon nog beter en harder rijden,als ik en heb het hart nog ik mijn keel, als ik denk aan onze ritten door Nederland.
En ik denk dat die snelheid, waarschijnlijk, bij gedragen heeft die Totok huid te verwijderen, ieder geval mee hielp, het werkte als een oude teil, waar je met groenen zeep en een harde borstel, geboend werd, tot je weer glom en blonk.

Formule 1

CSC_0598

 

 

Terwijl ik het boek van Wim Willems lees, uit gegeven, door mijn sponsor, uit mijn Duitse periode, Bert Bakker,  Amsterdam, De titel, De uittocht uit Indië 1945-1995, een boek die me helpt te begrijpen wat er was en is en gelijk, die gedachte die door mijn hoofd schieten, dat parallel met het omschrijvende, in dit boek, dat mijn vader met zoveel anderen, juist naar, Indonesië gingen, dus een botsing, midden in mijn gedachte gang, te weeg brengen. Als het waren lees ik twee verschillende boeken te gelijk, getroffen ben ik door de duidelijkheid van de beschrijving van de situatie van die tijd 1945, want nog nooit had zich zo,n probleem voor gedaan in Nederland, een volksverhuizing en aan de andere kant een leger op de been brengen, die verloren bezit weer moest gaan redden? Want beide, verhalen zijn een onderdeel van mijn ontstaan en zijn.
En doet me ook begrijpen hoe ik opgroeide, bij opa en oma in Amstelveen, Amsterdam bij mijn vader, kinderhuis en rond mijn zesde, in Berg en Dal, goed af geschermd van mijn verleden, van mijn waren intentietijd, zo als al die nieuwe, ooms en tantes, ander opa en oma, andere ouders en aan hen as het ook niet echt gelegen dat ik me daar mee bezig hield en ik deed dat dan ook niet, wist ik veel? Als de Nederlander het al niet wist, hoe moest ik dan? Natuurlijk hebben mijn pleeg ouders wel wat door laten schemeren, maar wat moest ik daar mee? Het was niet tastbaar, ik was met witte kalk besmeert en zag dat ook in de spiegel. Waarschijnlijk mag ik blij wezen dat me de ervaring bespaart is gebleven van mijn land genoten en uit eindelijk blijkt jaren later, dat mij niets gespaard gebleven is, dat het alleen maar tijdelijk was, zo als je van een aap geen hond kunt maken of anders om! En dit moet voor mijn nieuwe ouders een harde klap zijn geweest, na al hun best wat ze gedaan hebben voor me, zelf meer als echte ouders waarschijnlijk zouden doen voor hun kind, neem ik aan.
Een bevoorrechte kans had ik, ten opzichten van vele land genoten, maar dit heb ik nooit zo kunnen zien, nog kunnen voelen en denk dat juist door dit boek, dit duidelijk maakt, terwijl ik vroeger het verschil wel bij mijn Indische vrienden kon zien die in het pension woonde, maar dat pension was ook mijn tehuis geworden, een deel van mij. En zo zie ik dan ook al die ogen om me gericht van Juffrouw en meesters op school en mijn naaste omgeving, van gaat het hem wel goed? En dit brengt me bij Juffrouw Werkhoven van Proje van Tuten of hoe je dat schrijft, het is van de Nederlandse kinderbescherming, die een paar keer per jaar balans opmaakte en deze kinderbescherming waakt nog steeds over me, dat onder vond ik in de eind jaren negentig, toen ik plannen had om wedstrijden, te gaan doen in Duitsland en dit laatste werd te sterkst af geraden.
En zo was die vuilnisbakkenras op gegroeid, dat is de naam waarvoor ik uitgemaakt werd, als of ik er aan kon doen, dat ik slechts was, wie ik was.
Gelukkig had ik vrienden die me namen voor wat ik was, want die waren er ook in dat land van mist.