Ribbenkastenbot

feest felix 2011 461

 

 

En zo als gewoonlijk dwalen mijn gedachten weer af en zie ik een vrouw voor me, zo maar een, willekeurige gekozen, uit de miljarden op deze aardbol, zij loopt iets moeizaam, iets voor over, van dat vieren is weinig over gebleven, haar gelaat laat sporen achter, diepe groeven, zijn gekrast in dat eens zo helder gelaat, waar eens de kracht staalde, de wil van leven, de wil van liefde en hebben, geven en krijgen en als ik haar niet zo over straat zie schuiven, voet je voor voetje, terwijl ze de leeftijd er nog niet helemaal voor heeft, poedert ze nog wel elke morgen of soms een keer per week, dat resterende gelaat en vult die kloven in naar gezicht, met een zwarte stift, aanvullen wat eens een wenkbrauw was en schiet soms uit, waar door een masker ontstaat, onherkenbaar, wat eens was, zo zie ik je voor bij schuiven, schichtig, verlegen als of je wilt zeggen, ik wou dat het anders was gelopen, ik wou dat ik het over mocht doen, wat zou ik gaar nog een keer, mogen zijn zo als ik was, weleer opdat ik die poeder en stift, kon laten in de lade van mijn kast, in de kast van mijn nu!, terwijl de geur van vergaan in mijn neus glijd, zich vast hecht en een braken bij me oproept, de ogen zou willen sluiten en me aan zou willen sluiten bij je wens, dwingen mijn hersens te beseffen, wel geluk ik heb, terwijl mijn schreden, mij brengen verder, van dat perkamenten vrouwtje, ooit jong en fier, vol goede moed, spelend met een springtouw of tol, jagend achter jongens of meid, misschien wel gillend achter een hond of poes omdat deze niet deed zo als zij verwachte, zo als zij zelf niet verwachte, eens zo voorbij te schuiven in die straat of stad, gelijkend een dorp van waar zij eens opgroeide, haar geluk oneindig leek, onverwoestbaar en toch zo teer, vergeleken met nu is van dat kwetsbare , niets veranderd buiten poeder en stift en die gekromde houding, van de last die ze draagt, dag in dag uit, niet wetend, wel een gevoel, ze teweeg brengt bij mij, wij kwamen uit uit twee verschillende werelden en zo zal het altijd blijven, niets kan ik veranderen aan je droeve gang, in jouw resterende leven en je laat me triest achter en ook blij, terwijl je om de hoek verdwijnt, misschien is het de laatste maal dat ik je zie, misschien val je dood om, zonder dat ik het zie, zonder dat ik je ooit weer kan aanschouwen, die droefenis, die deel uitmaakte van jouw bestaan en lot.

Een gedachte over “Ribbenkastenbot

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s