Waar waren jullie, toen ik jullie het hardst nodig had, waar Niel Jong en Loo Reed, me bedekte, me meesleepte in mijn gemis, toen ik in dat land van mist verbleef, met al die verloren mensen waar ik die namen van ben vergeten, waar we elkaar schuchter vast hielden, van als jebielft, laat het, niet nog eens gebeuren, hebben we niet genoeg gehad, gaat het ooit eens over, komt er ook een einde aan onze weg, die niet recht was, die al krom was voor we begonnen, wisten wat! waarin we elkaar aan keken, van wat gaat er nu weer gebeuren, waar moeten we nu weer aan voldoen, ouders die dit niet wisten, die niet wisten waar hun kinderen waren, ze waren bij mij, en ook ik kon ze niet beschermen voor wat komen zou, we konden slecht zamen in die nachten, onder gedoken, in het donker vluchten, in het land, waar duister onze enige beschuttig was, waar we ongemerkt konden vertoeven, toeven, op het geluid van muziek, waar we dol werden, tot we verloren waren, verweg, naar een wereld, waar het zijn, werd verscholen, verstopt, zo dat niemand de volgeden morgen kon zeggen wat gebeurt was, er was geen zijn, nog verleden, want die hadden, we zo wie zo niet en wat je niet hebt! wat kun je niet verliezen, en wij verloren alles, alles wat we hadden, dat wijnige, dat schamele beetje en ik zie jullie nog kijken, van waar gaat dat heen en ik was niet in staat de woorden tevinden, nog die hand tegeven die je vroeg, die je nodig had, snap je mijn ellendig gevoel, en dan hoor ik die zong, dan hoor ik die gitaren, tot ik zelf wakker word, net naast een drol, waar ik het geluk had niet mijn, neus in tewrijven, maar zo was het wel en de volgende morgen, iets gekreukt loop ik verder, als of er niets gebeurt is, op zoek, naar een nieuwe dag, naar een nieuw leven, ik zou willen schreeuwen, ik wou dat jullie me konden horen, jullie deden dat niet, jullie leven was zo anders, kon ik jullie maar begrijpen, verstaan, ik heb het nooit begrepen, zelfs vandaag niet en ik huil vooral, voor die die ik niet heb kunnen helpen, die door mijn vingers gleden, of omdat ik teveel aan me zelf dacht, om dat de drang, van overleven groter was, als het helpen! wat schaam ik me, wat voel ik me rot, wat is alles waar ik aan dacht, geloofde of dacht te geloven, naar de klote en dit laaste is wat ik probeerde te vermijden, woorden die niet bij me hoorde, ik zie jullie lichamen, nog gekrult liggen, in de hoop dat, het zou mogen wezen en dan de dood, zonder genade, zonder gezin, nog rouw, nog een hand die wat voelde, nog een mens die er was, alles wat je was, een kist met wat overbleef van was eens, een persoon, een mens, een wezen, waarmee we opstap gingen, waar we deelde onze verloren weg, waar we hoopte, geluk te vinden en brengen en wat brachten we? bloemen naar de dood.en nu weet ik dat je beter af bent als ik, ik moets dat leven, door staan, ik moest lijden, ik hen het allemaal aan moeten zien, niets bleef me bespaart, geen pardon, verschrikkeringen, erger nog, levens verkopen, gebruiken, naalden, top punt van waanzin, eenzaamheid, zonder jullie, die ik verloor, was ik maar bij jullie geweest, was ik maar een geweest, was mijn lijden afgelopenen, voor straf moest ik verder, verder als jullie, o zo ver, was mijn straf al niet genoeg? moest ik nog erger gestraft worden, ja, ik sloop door straten, dorpen en steden, landen en keek, sloot mijn ogen, legde mijn hooft neer, voor een beetje rust, maar het mocht niet wezen, voor, voort, gestuwt, nog erger, tot dat ik bijna aan de zee kwam en slechts de golf me tegen kon houden, zodat ik niet in England aan kwam, wat later toch zou gebeuren, dan is daar een droom, een droom van liefde, een wens, die! je laat opstaan, die je krachten geeft, die je wakker schudden, je leed van je schouders laat afschudden. en je komt in een nieuwe wereld, je gaat naar de kapper, dit keer blijf je iets langer, je schoenen bepalen minder, het is of de lucht schoner is, als er een nieuwe wereld geschapen is, moet wennen en kijk en ook naar boven, mijn mond valt open, dat je het overleeft hebt.en dan begint alles weer op nieuw, je word geslagen, je word vernederd en denk je was ik maar weer daar, was ik maar weer, dicht bij die kist, wat snappen jullie, wat berijpen jullie van tegen slag, van vernedering, wat snappen jullie van dat je niets hebt, dat je niet bestaat, dat je een omhulsel bent van een omhulsel, van een omhulsel en dat is nog veel gezegt, het is nog minder als dat, het is nog minder als niets, het is nog minder als de afstand van de aarde en maan of zelfs de zon, die geeft ieder geval de warmte en die ontbreekt me, begrijpen jullie! terwijl ik onder jullie was, wat er gaande was, welke schade er aan gericht werd, ook door mij?een circel die nooit stopt, ik heb het verlangen terug tegaan naar toen, waar ik geborgen was met mijn, mislukte, mijn lot genoten, maar waar ik was, echt, onzeker, gebruikt, verkracht, geslagen, monddicht was gemaakt, waar woorden uit mijn mond bijvoorbaad vervormt waren voor ze, mijn lippen zouden passeren, nog voor, dat de adem zou vermengen met de douw van de prille dag, de ochtent, geen ochtend glorie, want die was niet weg gelegt, niet weg gelegt voor mij en zo velen, voor ons bestond het niets, als of niets gebeurt was, als of het normaal was geweest, ons ontstaan, normaal uit het niets, niet uit vlees, nog uit bloed, nog een vorm, een vorm die niet kan zijn, die nog maan bezit, nog sterren, de ruimte daarom heen, waar wij geen plaats, nog ik konden hebben, omdat we niet waren, want wij waren verzwegen, weg gedrukt, uit de geschiedenis, weg gedrukt uit het zijn.Want ik kan niet zeggen mama of papa, deze woorden ontbreken uit mijn woorden boek, ze zijn woorden geworden, uit wat in mijn geest was, van wat had moeten zijn, zo normaal, dus vergeef me, als deze woorden niet begrepen werden door me, nog dat ik snapte wat het was. een vader een moeder te hebben, iemand die voor je daar was, iemand ,die je vast hield, die je beschermde, dat als je huilde, je trooste en dat je de melk kon drinken, zonder dat je bang hoefde tewezen, dat een kunst tiet in de weg zat, zonder dat iemand anders, daar onder aan die trap stond, die vertelde we zijn je nieuwe ouders, dat je tekenen moest, van dit zijn mijn nieuwe ouders! dat rechters misbruik maakten van je ontwetendheid, je daar staat en tekent, om dat je anderen gelukkig wilt maken, dat wat je zelf zo miste, zo, snappen jullie waar ik het over heb? daar sta je dan, wat wil je? mensen om je heen gelukkig maken, want ongelukkig weet ik als geen andere en dat is het kind in me en dat zal me nooit verlaten, die kleine Indo, van toen van nu en ik wil alleen maar zeggen ik hou van jullie allemaal, niet meer en niet minder, maar wat heeft, me dat ontbroken, wat heb ik dat gemist, was ik niet zelf geboren, nog had ik aan die moeders borst gelijk gestorven en had mijn zuster gelijk, mijn lijk weg kunnen dragen, dan denk ik wat was het nu beter geweest, mijn rug doet pijn, van de last.door gaan, ik denk en niets kan me stoppen, slecht de herrinering kwelt mijn geest, snachts zie ik dingen die ik liever niet wil zien, de geur alleen, en als ik loop overstraat en jullie aan kijk, dan denk ik waar gaan we heen, waar moet dat naar toe en dan komt die traan, want ik weet het ook niet, wist ik het maar.