Terwijl de wereld gewoon door draait, er herdacht word, soms in stilte, soms in besloten kring, het geen gisteren in Amstelveen gebeurde, bij de familie van mijn vader en verlies van naaste en die van bekende, je bereikt, gaan mijn gedachte, naar mijn opa en oma die ik nooit heb mogen leren kennen, voor het eerst in 66 jaar zie ik hun gezichten en denk wat heb ik van hen? Ik heb geen echte snor, laat staan ooit in het leger gezeten, dit zijn mijn roots van het Indo zijn, beide kinderen van Inlandse vrouwen, beide erkent, waar de botten, verbleekt van zijn en het graf ooit heeft bestaan, vermoedelijk door de moderne wereld is op geslokt, weg geveegd, op geruimd staat netjes, misschien een villa of kantoor gebouw, herrezen.
Terwijl de rode wijn door mijn keel glijd, op de vroege ochtend stond, de zon zijn laatste stralen van het jaar laat zien, als een pauw haar veren, denk ik aan al die afstammelingen van deze twee, hij trouwde twee maal, had in totaal 14 kinderen, waarvan er twee vroeg tijdig aan hun eind kwamen, zeker niet vrijwillig, iets wat toen veel voor kwam en de rest van de kinderen, deden daar ook niet voor onder, dan voel ik me met mijn dochters toch minder bedeeld, het roept zelfs schaamte in me op, dat ik niet een heel weeshuis op de wereld heb gezet!
Natuurlijk waren het andere tijden, het past niet in deze tijd, zoveel kinderen op de wereld te zetten, omdat ruimte schaars is en de natuur niet instaat is het afval te verwerken, wat we uitstoten.
Misschien daar door dat ik me soms schuldig voel aan mijn voort plattings drang, die ook gebaseerd is op, lukraak leven.
Niet na denken over morgen en dit is dan waarschijnlijk mijn erfenis van het Indische geslacht, wat in mijn aderen vloeit, het verspillende moet ik van mijn oma hebben, mijn kracht van de Makay’s het Schotse geslacht, wat ooit verraden werd, tegen hun veldslag tegen de Engelsen, in de steek gelaten door bond genoten die hun afspraak niet na kwamen, mijn drang naar avontuur, branie zal ik zeker van mijn vader hebben en de zeven mijl- laarzen.
Een gedachte over “Vergezicht, zicht, gezichten”