Let there be rock en zo ging het dan ook, ooit met Wout Pennings uit Nijmegen en Jonny uit Groesbeek, speelde we muziek nog niet gehoord, het hield niet lang stand, dit had meer met mijn onkunde temaken, maar de gedachte was geboren, wij waren toen nog niet aan gesloten, zo als vandaag, behalve mijn geest, het was de punk, de geboorte in Nederland, in anderen landen waren mensen met een zelfde geest als ik geboren en speelde het beter, zo zie je hoe belangrijk het is een geest tehebben, die ruim is, door tijd en ruimte gaat als of het niets is, niet dat je daardoor begrepen werd, veel erger we werden uit de speel ruimte gelazert, zo iets was het werk van de duivel en jaren later speelde ik de eerste beat mis in de kerk, hoe raar kan het leven gaan, gelukkig brak in mijn vinger en kon geen baree meer spelen en werd het spelen, schilderen, want mijn geest gaf het niet op, uit wegen tekeur, als het waren werden mijn penselen, lichaams delen in gesmeert en op het doek geworpen en het mocht niets voor stellen, verdomme had die geest geen makkelijker iets voor me kunnen bedenken?sta je daar voor iets wits en daar moet je kleur in brengen en dan mag het niets voorstellen, geen wonder dat ik de weg kwijt raakte en verloor alles om me heen, zelfs die lindworm, die reizen door landen, slapen op een dunne matras, een zwangere vrouw naast je, welke gek deelt dat met je?de angstige momenten van aan zwellent water, zonne stralen die tegen het atelier geworpen werden, dat zelfs een paraplu niet hielp, slechts een gekoeld glas bier en maar gleuren naar buiten door de ramen, naar een wonder kijken of hopen, insperatie, waar haal je het vandaan? een zuchtje wind, misschien met de vleugel slag van een voor bij scherende vogel of zes, negen als of je getroffen word en je kwasten vol gespoten worden met verf en je verder kunt gaan het totale niets schilderen en daar je tebuiten gaat als of je leven er van afhangt, zo als ik schrijf, want het zou mijn laaste dag kunnen wezen, mijn laaste bladzijde, ach wat maakt het uit, maar gedrevenheid is niet weg tedenken zonder dat je vlucht in je huis, want de zon was zo sterk en ongenadig dat dit de enige uitkomst was de dag door tebrengen, met goede muziek en vingers die er oplos tikken, het bekende glaasje wijn, wat verwacht je meer van het leven? als je geboren voor het grote niets? dus zo drink ik verder en zit tewachten op het moment dat ik weer de kwasten op kan pakken, mijn lichaam er tegen aan kan smijten en alles wat ik tegen kom en iedereen, emmer laat ik achter wegen want anders gaat het al ergens oplijken en dan kijk ik naar de schade om me heen en word triest, de onmacht overvalt me ik kon veel en heb veel gedaan, maar aan die ravage kunnen mijn handen, niets herstellen nog vorm brengen, vandaag komen ze het hek lassen, mijn Duitse vriend Kalle is zo vriendelijk dit tedoen, daaraan zie je maar hoe vriendschappen belangrijk zijn in het leven, die ontstaan zijn uit het niets, als of de ruimte wit was en de was wit en alles wit was, met daaromheen kleuren, vergeet niet de geuren en alle gekke gedachten, gedrochten, kronkel van mijn geest, alles wat bedacht was, of niet was, maar misschien wel, wie weet? ik weet niets en wil niet weten, daar komen alleen maar slechte dingen van, dat zie je wel aan mijn schrijven, je krijgt dan van de gekke verhalen, die ik soms zelfs niet meer kan begrijpen of terug lezen, maar geschreven id gezegt en beter iets als niets denk ik maar, veel liefs allemaal.
Een gedachte over “Doosje”