
Hoe in één klas, ongeveer 1958, in Nijmegen op de leerschool, de verdreven kinderen uit Indonesië een nieuw leven begonnen, achter in, bij de deur? Hans? Als of hij weer weg wilde gaan, was het niet dat hij opgesloten zat, tussen twee jongens! Waarvan ik de namen niet meer weet? Wel kun je zien, dat iedereen bij elkaar gepropt werd? Om op de foto te komen, voorloper klassen foto, waar geen van allen besefte, dat ik deze nog steeds bekijk, enkele namen weet ik nog wel, vooral de gebroeders( tweeling) ten Have, Anneke, Arthur, Fred, hoe die school aan zijn naam kwam? Is me nog steeds een raadsel? Maar het grootste raadsel is in deze foto, de Indo op in de voorste bank, met Hans achterin, een verre familie band had, sinds een paar weken, spitte Liesbeth en ik weer via één reeds bekende verwante, familie Rijkschroeff, omdat er zoveel nieuwe foto’s opdoken en aangehuwde, belande ik bij de naam Dom! Natuurlijk een naam waar wij simpele zielen, grapjes overmaakte, Hans zal dat wel zo afgezaagd gevonden hebben? Dat het hem oogschijnlijk ? Niet deerde, Hans was net als ik geadopteerd, alleen hij door de broer van zijn vader? Moest ik mijn moeder nog verliezen? Deze was Hans al kwijt. in het zelfde jaar dat ik in Nederland aankwam! Wisten wij veel? Hans had de mazzel in een Indo gezin op te groeien, daar hebben we het pas nog overgehad, hoe alles zo anders was, hoe bij hem en mij, eigenlijk drie of vier of wel tien filmprojectors gelijk afgedraaid werden! In ons hoofd? De geluiden en klanken vandaar uit Indonesië, die belevingen, het ondergaande, het traumatische prille startblok, waar we ook weer vanaf gerukt werden en op de foto, in een tweede klas één ander startblok hadden, maar ook één ander rug nummer? Had Hans die van mij? Of was het andersom? Waren de nummers wel goed? Had Hans niet voor moeten zitten? En ik dicht bij de uitgang? De strenge door,één verse, door oorlog getraumatiseerde pleegouders van Hans, hielden hem bedeesd, wat onopvallend, wat oogschijnlijk onopgemerkt, door die school glijden? Hoe anders was mijn pleeg gezin? Geen rijst, geen Indo taal, geen Indo spot of grappen, ik werd meer een stuk deeg, waar naar lieverlust in geknepen of gekneed werd, terwijl je weet wat deeg of modder voor rare bewegingen kan maken? Tussen je vingers! Vandaar? Hadden we het maar geweten, dat kleine bruine jongetje Hans en dat kleine bruine jongetje Bart, dan wie weet, was ik bij hem thuis geweest? Misschien was dat ook zo? Maar vluchten ik dat huis uit, onder al die strengen blikken, die geworpen werden, als of ik er iets aan kon doen? En die Hans woonde daar en zo zagen we elkaar zelden, natuurlijk ook door al die films die in onze hoogde afspeelde, bij mij vooral als ik in de hoek moest staan? Efficiënt op de plaats rust, alleen werd ik nog onzekerder en al die films kon ik niet meer plaatsen en enkele projectors draaien rond, afgespeeld en dat geruis, van lege metalen rollen waar de film op draaide, nu doelloos, wachten tot iemand of omstandigheid die film weer terug spoelde en opnieuw afdraaide, van voorafaan, zo monotoon en saai als het leven zelf, waar je geen grip op hebt! En zo sprak ik gisteren met Hans, hij vertelde ik luisterde en andersom en zo luisterde ik naar een verre neef, die pak hem beet? 10 meter achter me in de klas zat, terwijl we duizenden kilometers hebben moeten vluchten, “hij”dacht ik met de boot? Dus die boottocht heb ik ook al gemist en Hans? Dat vliegtuig? Nou dat stelt niets voor Hans? Zo’n ding komt altijd naar beneden, weet eigenlijk alleen zijn landing en landingsbaan en die muffe plunje zak van pa! Alleen die kou op de landingsbaan was wel het zelfde, zie je nog, net als ik! Klappertanden in de winter maanden en dat je van ellende de winterwortel van de ijspop op vrat! Nu zijn we beide 72 jaar en gaan weer de dagen van zo! als je zei? Ijsbloemen op de ruiten, de ijspegels aan de dakgoot en de mussen vallen van het dak, periodes wat een vooruitgang, maar ik droomde wel? Was ik maar daar in die warmte, mijn model Indo is niet gemaakt voor de kou, die droom had jij niet, vertelde je, de verhalen van je pleegouders weerhielden je van die gedachte, die droom, die droom dat was één van die projectors, jij had slechts dat beeld van uit de dierentuin in Djakarta of waar het mocht wezen! Zo als we in de foto gepropt werden, als zijnde één geschiedenis, één verhaal? Daar hebben jij en ik en vele andere een ander gedachte bij!