Je bent weg, je bent niet meer! Eens was je mijn aanstaande zwager, eens werd je mijn zwager? Eens werd je mijn ex zwager en in eens was je weg? Dit laatste ben ik wel gewend, mijn leven is er doordrenkt van? Maar een mens als jij? Als jongeman best knap van uiterlijk? In het spel, verschrikkelijk? Je won altijd, hoe we ook speelde, we kregen je niet klein en jij als enige blanke, tussen ons Indo in? Je was geen mietje, al noemde ik je wel zo! Je was verre van gek, berekenend, soms krenterig, maar daar kon je ook niets voor? Ik zie ons nog gaan, op bezoek bij Theo Wessel, daar naar zuid Frankrijk? Met twee stellen, twee zussen en wij, in die kleine rode kleine Datsun, wat was je trots? En terecht, tot ergens onderweg, een balk zich door de voorruit boorde, gelukkig zonder gewonden, daar aan voor af? Die hele helse rit? Een voorteken aan de wand, die wij allemaal niet zagen, een voorteken die bijna 40 jaar zou duren? Een neergaande spiraal, van een reeds gewonde vogel, die vloog naar de zon! We vertrekken uit Nijmegen met een pak sneeuw, zoveel sneeuw, dat we er bijna gek van werden, die ruiten wissers konden de vlokken niet bij houden en de afslag naar Montpellier, die liet je rechts liggen, eigenwijs! als je was? Ergens bij Arles konden we omdraaien, waardoor we weer enkele uren verloren, na precies 24 uur bereikte we, de toppen bij Lodeve, waar we uitstapte in het donker, voor dat we afdaalde naar onze bestemming? Wat jij niet zag? En ik wel! Was die schoonheid, die kerstkaart in het echt? Een fractie van een seconde, die het leven een wending zou geven, voor ieder van ons 4, op zijn eigen manier? We zouden nog duizend doden sterven? Nog vele dierbare verliezen? Maar ook nieuw geborenen, nieuwe verbintenissen vonden plaats, verdriet en blijdschap, soms in overvloed? Nijmegen was voor jou je haven, daar voelde je je thuis, daar werd je ook beroofd, van het weinige wat je bezat, het leven zat je niet mee? Je wilde zo graag? Maar wist niet hoe? En zo enkele maanden geleden, bij de herdenking van het bombardement van Nijmegen, stippelde ik je reis uit? Die je zou brengen naar tropische streken, geuren, mensen met een lach? Maar naar ik vernam! Had de drank je in een greep, die je, je verdriet tijdelijk liet vergeten? En was je even die man, in gedachte, die je ooit was? Maar naar je gezicht en woorden te oordelen? Kwam dit bericht niet, echt onverwacht, “kwam” het eerder als een verlossing? Al was ik liever, weer met je naar de bergtop gereden, waar jammer genoeg de sneeuw is verdwenen, het uitzicht verstoord word door windmolens, maar als je in de goede hoek kijkt, dan zie je nog iets van die droom? Die jij niet kon zien? En ik weet dat ik dit kan vertellen, namens je ex schoon familie? Je bent altijd in ons hart gebleven en zien jou stralende gezicht? Als jij weer een spelletje won? Ad of Adje Meerdink we zijn trots, je te hebben mogen kennen en al dat andere vergeten we maar snel, we zijn bedroeft, dat mag je heus wel weten, we hadden je nog langer bij ons gehad, met groeten van de familie Kleijn!