Zelden, ging tijd zo snel, zelden kwamen meer vragen, als antwoorden, zelden kwam ik zoveel tijd te kort en werd ik terug geroepen, terwijl mijn oudste dochter schreef? Papa blijf nog een maand? Nu je er bent en nog klinkt de stem van mijn moeder en is het pas anderhalf jaar geleden, dat mijn leven nogmaals over de kop zou gaan, waardoor dit onderzoek niet af gerond kon worden en ik nu inplaats van een buitenboordmotor, roeispanen gebruik! Ook daar, na het onderzoek, een wending? Hoe dat kwam? Had de gids ergens iets niet begrepen? Of wilde hij? Omdat hij geen mogelijkheid zag, alle gegevens boven water te krijgen, een andere mogelijkheid zag? Een ander weg inslaan? Naam veranderen? Waardoor misschien de poorten die gesloten waren, toch te kunnen openen? Hoe het ook was, we stonden schaakmat, met de rug tegen de muur! We mochten niet meer te weet komen? Dat was duidelijk, werd het te gevoelig? Kwamen we te dicht bij de waarheid? Want denk nu niet? Dat ik helemaal blind was? Een oog was altijd gericht op wat er daar gebeurde! En zo verzochten we de rechtbank de naam van mijn moeder te mogen krijgen? Maar zo gemakkelijk was dit niet, verder als dat verzoek kwamen we niet, wel een uitspraak, dat verder onderzoek nodig was, die bevestigde wie ik was en wie mijn moeder was? Ondanks haar geboorte en mijn geboorte acte? Want haar doods acte was niet voor handen? Naam van haar dochtertje ontbrak, die van mijn zus, was gestempeld, dus echt? Nu ander half jaar later, heb ik meer bewijzen? Meer foto’s meer gegevens, maar zonder doods bewijs? Kom je ook niet verder, eigenlijk net zo raar als bij mijn huwelijk, dat ik drie getuigen nodig had, die bevestigde dat ik de gene was, die daar stond? De man met de duizend gezichten, de man met duizend namen, de man van de duizend doden, de man die het verleden bloot, wilde leggen, als of dat zomaar ging? Dat is toch tegen Gods regels? Als ik de gulden zo op de zijkant bekijk? En toch dwong mij iets dit te doen? Hoe absurt het ook is, klinkt en wezen mag, zo absurt is het ook voor mij, dat al mijn gegevens van mijn moeder, gewist zijn, zelfs van mijn vader, al kon ik hem via heel veel omwegen, dan toch nog 1982 bellen, om te horen dat zijn arme hart het niet verdragen kon? Mij in de ogen te kijken en zo keken mijn ogen naar de “dood” wilde ik dat geheim ontrafelen? Wat daar verborgen werd gehouden! Wat kan er verschrikkelijker zijn? als wat ik in mijn leven reeds mee gemaakt heb? Wilde ze me! Mijn moeder? Mij misschien vermoorden? Heeft”zij”dat Japanse half zusje vermoord voor mijn ogen? Ik kan slecht gissen? Is zij dat monster waar ik een kind van was? En niet mijn vader, het monster? Want dat iemand een kind van een monster was? Dat werd me door de Baboe, wel duidelijk en nadrukkelijk verteld? En was dat de rede van al die onderzoeken? Kijken of ik niet! ook zo’n ziekte onder de leden had? Terwijl je hele jeugd ontkent word, je geboorte tot aan die eerste treden op Schiphol?