En zo ondanks het beste materiaal, verdwijnt een verhaal in het luchtledige, net kers vers geschreven, waar is toch die ouderwetse schrijfmachine?
Het Glinsterde in de zon, en glinsterde daar jaren en nog eens jaren, al die tijd omgeven door groene grassprieten die verlegen schitterde van de dauwdruppels, in de ochtend zon, want die gras sprieten dachten wat doen wij in dit verhaal? daardoor heen, dat beeld omschreven, vloog een vogel, erg groot van formaat, die van schrik, bij dit romantische aanblik een grote, plets stront, uitscheet, als een soort parachute drapeerde, die witte kalkhoudende massa zich, over de onder zich liggende grond, waar grote zwarte dappere mieren, hard aan het werk waren, nu toch wel heel verbaast keken, laat staan, die mol die met zijn twee voor poten, beide ogen schoon probeerde te vegen en toen zijn bril op zette om beter te kunnen zien, wat er nu gaande was, want het was niet elke dag, dat hem dit overkwam, dus was nog al verbaast bij die enorme rotzooi die hij gadesloeg en ontstaan was, terwijl daar voor! ergens in een grote stad een voordeur hard dicht geslagen werd, een woedende man, geheel buiten zich zelf van woede, opdat je je afkunt vragen of het wel! deze man was? Hij had ruzie gekregen met zijn vrouw en niet zo maar een ruzie? een hoog oplopende ruzie die zijn weerga niet kende en de man stapte in de auto en reed weg, heel ver weg en zat van alles te bedenken, vloeken, schelden en nog veel meer, stopte de auto langs de kant van de weg, rukte de ring van zijn vinger en gooide deze zo ver van hem af, dat hij, mocht hij veranderen van gedachten deze ring nooit meer terug zou kunnen vinden en verdrietig en toch opgelucht, vertrok hij weer!
Enkele jaren later, bij toeval gleed een zachte hand naar beneden, dit moest we een vrouwen hand wezen? Oppakkend dat glinsterende voorwerp en dat dicht bij haar oog bracht en de naam las, die daar in was gegrafeerd en dacht? O wat zal deze persoon gelukkig zijn dat ik hem gevonden heb? ze genoot stilletjes of ze slaakte stiekem een kreet?
En zo zie je maar dat niet alles in het leven met elkaar strookt, nog de aanblik, nog de goede gedachten, hoe goed ook bedoeld, veel erger! Er was in een grote stad in een ander huis, met een andere vrouw, een heel boze man, die bij het lezen in de ochtendkrant, op bladzijde acht, bij het artikel gevonden voorwerpen, netje geschreven, een ring gevonden? met zijn naam er netjes bij geschreven, bijna een beroerte kreeg en dacht kunnen jullie me nooit met rust laten? Kan het verleden dan nooit rusten?
Een gedachte over “Kaaimannietdoen”