En zo zonder foto’s, zonder schilderijen worden mijn verhalen voorgezet, als of ze weerspiegelen de leegte in mijn hoofd, de vermoeidheid die optreed, met het ouder worden, het gevoel van laat maar zitten en gelijk veer ik op, schrik wakker, dat is niet wat ik wil? Ik ga terug naar mijn geboorteland, ga zoeken naar twee graven, ga zoeken naar huizen, sommige zijn niet de mijne, maar van vrienden of verre familie of zo maar bekende, als je daar toch bent?
Zo maak ik een lijst waarop ik hoop niets te vergeten, van wat ik allemaal moet gaan doen, of wil zien, wil zoeken of zeker niet? Die reis naar Bali heb ik maar door gestreept, Lombok ook, terwijl het hoog in het vaandel stond, de zoektocht heeft voorrang, het zoeken naar twee spelden in een hooiberg, terwijl een al moeilijk is?
Door de pillen, slaap ik wat beter, nachtmerries, hielden me uit de slaap, angsten kwamen naar boven, oude beelden, waar van het SVB denkt dat ik me dat inbeeld, als of SVB god is! Mij geschapen heeft, er bij was, getuigen van wat daar is gebeurd, mijn hand vast hield, als kleuter, baby in de luier, die er niet was, want liep gewoon in mijn blote reet, pas later kreeg ik dunne kleren, die ik van schrik onder schijt, met dat weinige eten wat ik kreeg, de schrik perst zelfs dat laatste beetje samen en de buik zet op, bol, zodat je met je kleine handen kunt strelen die pijn, zelfs met twee handen kunt ondersteunen als je loopt, als of je, je honger kunt wiegen tot het in slaap valt, zodat van honger geen spraken is en alle problemen van de wereld verdwijnen, ogen dicht, in het donker, was het niet dat de zon, door mijn oogleden, bloedrood liet zien en ik begon te knipperen en begreep dat ik niet sliep en dat alles, echt was en geen boze droom? Die buik was ook echt en die handen die hem vast hield ook, ik zelf was ook echt en mijn zusje en die ander en mijn moeder, vader was nergens te bekennen? maar dat wast ik pas later, wat mis je wat je niet kent? Ja eten.
Van die plunjezak, legerzak, groen of grijs, om de nek van Pa, die me met een gebaar daar uit viste, geen wonder voor een ligt gewicht als ik, die trap af, in de kou, want hoe vaker ik schrijf, herhaal, die kou is daar nog steeds en vandaag is het ook zo verrekte koud en het word nog erger, zo erg! en dat voor dat ik in de tijdmachine zal stappen, 66 jaar terug, als of de goden niet blij zijn met mij protest, niet blij zijn dat ik ga snuffelen in het verleden, dat ik niet gewoon alles aanvaard, zoals het leven voor mij bepaald was! Van hogerhand! Vanwaar dat verzet? niet tevreden? nietig wezen? weet je, je plaats niet?
Zo krijg je de schrik, beven in lijf en leden, zo als heel lang geleden gebeurde, daar! en waar ik nu weer heen ga, dat toen is veranderd, ik ben veranderd, maar het veranderd niets in mijn wens te vinden?
Een gedachte over “Dans, zonder draad, Molenaar”