Zo snel geschreven, zo snel tegen de doden kist getrapt, de ijle hoop ging in rook op, wat eens een deel zou uitmaken van mijn wereld, bestaan niet meer, is tot stof vergaan, zo als mijn hoop als of een balk tegen mijn kop slaat en mijn hersens verpletteren, het wit steekt af tegen mijn vest nogal donker van kleur en nu niet, wit! Een traan vult mijn ooghoek een vogel zingt buiten, heel luid, het overstemt mijn gevoelens en dit laatste is maar goed ook! Toch blijf ik eenzaam achter en zal nooit weten hoe hij er uit zag, nooit zal hij mij kunnen vertellen over zijn vader, van, wie was hij! Hoe is hij uit dat kamp gekomen, wat heeft hij moeten doorstaan, wat hebben mijn halfbroers daar moeten door staan? Zo is het een dienblad, leeg! Wat aan je gegeven word en je denkt? Wat moet ik daarmee? Zo vergaat het me vandaag en morgen?dan is er wel iets anders op te lossen van het vraagstuk, van het leven, terwijl om me heen mensen bezwijken aan kanker, zo als bloemen uit een bloembed gerukt worden door een argeloze voorbijganger, die eigenlijks iets anders in zijn hoofd had en had gedachten, had ik het maar anders gedaan!
Een gedachte over “Kippenkut-fluit”