Nu gaat eindelijk het verzoek ter kennismaking de deur uit, een onbekende, vreemde en de vraag zit deze persoon daar op te wachten? Niet alles verloopt in het leven zo als je zou willen en zeken niet in dat van mij, gelukkig ben ik, met de bereidheid van de overheid een uitzondering te maken, in het geworstel, het verleden boven water te krijgen, ook al zou je veel gegevens gelijk weer kopje onder willen duwen, omdat dat geen pretje was, ze te vernemen en zo was het bezoek aan het dodenrijk, net zo luguber als de eerste beste horror film, met vijf sterren, waar het groene snot en slijm druipen langs mijn armen, toen ik hen vast hield, al was het slechts voor even, mijn respect voor al het geleden, doorstane leed, waar mijn leven nog heilig bleek te wezen, al voelde ik dit zelf niet zo, het barbaarse gedrag van de mensheid, respectloos, alleen maar vervult van macht en rijkdom een stoomwals die verplettert alles op zijn weg, waar de karavaan van heden zijn lusten zoekt en vind, waar ook ik niet onderuit kom en deel uitmaak, verslingert in de toekomst, die zogenaamde betere wereld, waar we deel van uitmaken, waar onze kiezen vermalen de botten van onze voor ouders, zo als een boom de bladen verorberd die door de wind aan zijn wortels werden geblazen en bij gebrek het daar mee moest doen en dit is dan het troosteloze begrip van ons zijn, ons bestaan en de wetenschap dit ik straks voer ben voor mijn dochter, mijn kleinzoon en alles wat daarna komt, terwijl de modder opspat, geen handdoek voor handen is, laat staan, zeep en de fles nog steeds niet aangespoeld is, laat staan mijn boodschap over het strand uit gerold werd, gelezen, begrepen, door drong, van de ernst van de zaak het land der doden wakker werd geschud, zijn grondvesten trilde, verschrikte oogkassen elkaar aan keken of afgewend omdat zij onschuldig waren voor eens en hun schedels met holle tonen neer legde, de gevraagde stonden op, met stramme schreden, traden zij aan en vervulde de vragen gesteld aan dat strand.
Een gedachte over “Kippenhanenvelletje”