Terwijl de trein van het leven op een zijspoor is geplaatst, heb ik weer tijd, de dingen van de dag te doen, zo ben ik van ellende de douch maar onder gedoken en een grondige schrob en boen werk aan mijn lichaam gegeven, zodat ik er weer schoon bij zit, de zon schijnt er weer lekker oplos, terwijl de schapen wolken erg traag blijven hangen in de lucht, wat er op wijst dat er geen wind is, tot op heden geen enkel bericht, wel weet ik dat de oproep in drie dagen in tien landen is bekeken waar van acht tot de archipel behoren en door honderd drie en veertig mensen is bezocht, waar van honderd twintig mensen het hele artikel helemaal gelezen hebben, het bericht is door meer als zeventig mensen gedeeld, dat betekend dat we met waarschijnlijkheid zo;n driehonderd man zoeken naar de speld in de hooiberg, de begint in negentien zestien het jaar waar in mijn moeder geboren is,
en dan het nieuwe aanknopings- punt en daar slaan we een en dertig jaar over en beginnen bij Negentien zeven en veertig, het jaar dat mijn moeder trouwde, zij was een en dertig en hij twee en twintig jaar, dat is negen jaar verschil en dat brengt mij op het idee, dat mijn moeder misschien wel twee keer daar voor een huwelijk aan gegaan zou hebben, een er van is nu bekend de naam Wob, dit zegt mij niets, kan het ook niet op het web vinden, deze veronderstelling dat in die tijd men vroeg huwde en voor kortere periodes, dat had te maken onder andere met de oorlogen al daar en het vlinder gedag in de tropen.
Ook hier heb ik geen bewijs van, maar sluit het niet uit. Nu is mijn hoop op Bandung gericht en Zwitserland, Amerika zelfs Nederland daar familie leden van mijn moeder daar heen zijn vertrokken of er iemand in Indonesië achter bleef weet ik niet, maar als mijn moeder daar voor gehuwd was, had zij kinderen? Als zij nog een huwelijk had, waren daar kinderen uit voort gekomen en met wie was ze gehuwd?
Dus het is allemaal iets ingewikkelder als gewoon. Lijkt een beetje op Agatha Christy en de tien kleine negertjes, alleen was dat een boek wat mijn pleeg ouders voor me gekocht hadden, in de zin dan is die wel even zoet, na twee bladzijde wist ik de dader al, dit tot verbazing van hun, zo van hoe kun je dit nu weten? Heb het boek wel tot het einde uit gelezen en had gelijk. Zo gaat dat soms, ieder geval bij mij, het derde oog van een Indo.
Het waarom! heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in mijn leven en dat is goed, alleen zo leer je en dijen je hersens uit, dit doet pijn in het begin, maar daar was ik wel aan gewend in mijn jonge leven.
Het paradoxe aan mijn leven is dat ik alles wat ik nu weet aan Nederland-Duitsland-England en Frankrijk te danken heb en natuurlijk boeken, door schrijvers uit de hele wereld en voor al Nederland heeft het me mogelijk gemaakt, een nieuw leven op te bouwen en dit laatste ben ik me ter degen, bewust, ook al lijkt het soms dat dit niet, zo zou wezen dat ik ondankbaar zou zijn, zo als ge oppert werd dat ik mijn pleegouders verraden, dit kan alleen maar ge oppert worden door iemand die in een normaal, tussen aanhaling tekens op toegroeit is, niets is minder waar, maar mijn zoek tocht naar eigen intentietijd, daar draait alles om en niet door het harnas wat ik als kind van bijna zes aangemeten kreeg, die dan wel gemaakt heeft wat ik nu ben, dit laatste wil ik van me afschudden, los maken, verbreken, verbrijzelen om die echte intentietijd te ervaren, voelen, voelen hoe je was, wie je was en dit laatste zal niet iedereen, begrijpen, het is zo als het ei of de kip, nu weet ik dat ik niet de enige ben die daar mee worstelt, die verhalen en berichten, bereiken mijn oren en ogen.
Een zoekend brein heeft ruimte nodig. Deze ruimte creëert het zelf. Hiermee groeit je derde oog, zolang je zelf deze groei niet in de weg zit. Je hebt al vroeg geleerd vragen te stellen over zoveel onderwerpen, voornamelijk jouw ‘zijn’. Dit zijn intense bestaansvragen. Iedere vraag brengt je verder en houdt je brein in beweging. En juist vragen over het verleden, geven het brein de bedding voor de toekomst. ♡
LikeGeliked door 1 persoon