Terwijl ik alle bijeen geraapte gegeven van mijn onderzoek heb ingevuld en de wereld heb in gezonden en heel gelukkig werd het bericht gelijk gedeeld, bedankt daar voor, kreeg ik een uur na uitgifte, op een eerder E-mail, verzoek aan De Stichting Indische Families archief, gedateerd, 6 Februari van dit jaar, als bij uit de hemel gevallen de mededeling, dat ze gegevens gevonden hadden over mijn moeder, dat kost geld, voor het kleine bedrag van 12 euro weet ik weer iets meer. Dus we zullen even geduld moeten hebben.
Zo ben ik eigenlijk jaren aan het ploeteren en slecht ruim een jaar aan het schrijven in het openbaar, met behulp van veel mensen, die mee helpen die puzzel in elkaar aan het zetten, met zelfs de kans dat ik een foto krijg van Dirk, die met zijn vrouw naar Indonesië gaat en eventuele, ontbrekende stukjes nog, kan achter halen en een foto van de straat en huis waar ik ooit gewoond heb. En dan gaat blijken wat me is onthouden en misschien wel wijs gemaakt is of misschien ook wel mijn pleegouders etc.
Dit laatste is dus, wel het spannendst, misschien valt die spiegel wel in honderdduizend stukken, maar een ding weet ik dan wel? De waarheid! en hoe of wat die er uit ziet en dit laatste zeg ik natuurlijk vast om me zelf al vast in te dekken en het geeft ook niet, het belangrijkste is toch, waar je vandaan komt en van wie, want een foto alleen vertelt alleen maar een vorm een gezicht en uitdrukking, niet wat iemand denkt of voelt, ook al zie je een verlegen lach, te voorschijn getoverd, voor de camera gemaakt door, haar toen geliefde of kennis, daar kun je alleen maar, naar gissen.
Zo zal het bericht gelijk door gestuurd worden, naar mijn zus en haar man, die net als ik al die jaren op speurtocht geweest zijn, we hebben dit dan samen, tot een volgende stap kunnen vol brengen, als ik tenminste niet te vroeg juich, word vervolgt.
Een blijde Indo en zijn zus.
Een gedachte over “Dat is wat-toevallig”