En zo sta je dan op foto naast het verleden, de broer van je vader, gelukkig heeft hij een naam, Henk en Henk heeft me getroost op de kleuterschool in tijden dat de tranen over mijn wangen rolde en hij de enige was die me kon troosten, omdat het niemand anders lukte, mijn verdriet te laten vergeten, Henk en ik hebben nog een verhaal, Felix dat was zijn bijnaam, die ik een paar jaar later overnam van hem, een soort uitvegen van het verleden, als of niets gebeurt was als of het leven alleen maar bestond uit zonnen stralen en geluk, het ontkennen van het zijn, het ontkennen van je naam, ontkennen van wie je was, ooit, aan hem heb ik te danken dat ik een nieuw leven kon beginnen, een nieuwe weg inslaan zonder ooit de bomen van het bos te zien, waar stralen van geluk goudkleurig horen te zijn, naar wat men mij vertelde, het sprookjes bos wat je tegen woordig alleen maar in de Efteling tegen komt en dan houd het op en dan deel ik het leven met jullie, word ik opgeslokt door het leven en uit gespucht door de werkelijkheid, dan moet ik bewijzen wie ik ben, dit laaste heeft me in Frankrijk veel geld gekost om te mogen trouwen, met een vrouw die meer kampen gezien heeft in haar leven dan een Indo ooit.
Gesprekken met Pelita waar je ook weer moet bewijzen, wat reeds bekend is, een volslagen door gedraaide wereld, waar ik doordraai en onder tussen is er iets fout gegaan en ben de tekst kwijt, zo als ik alles kwijt ben van mijn jeugt.