Zo als de Kaptijn in Kuifje roept bommen en granaten, zo roepen de wereld leiders van heden het zelfde en die zelfde wereld leiders willen de wereld redden, alle vervuiling waar ze dik geld aan verdient hebben, gaat nu nog meer geld kosten om op te ruimen en wie betaald dat? Goed geraden.
Zo werd ik gisteren weer terug gebracht, naar weleer een telefoon gesprek met mijn half broer uit Amerika, hij blijkt tweeënhalf jonger te zijn als ik en is geboren in Amsterdam en kon zich herinneren dat hij een broer had, wel pas twee en zestig jaar later, dit kan voor komen, dat kan een ieder overkomen, hij is priester geworden, heeft zijn eigen gemeenschap, waar hij voor zorgt, vroeger was hij bij de hels angels, hoe kan het leven anders lopen.
Als je geconfronteerd word met je zelf en dit laatste kan ik me ook herinneren, wij hebben de pech of het geluk gehad niet samen op gegroeid te zijn, want dit blijft de eeuwige vraag? Wat is of was beter geweest? Misschien was mijn verblijf in dat eenzame mist landschap, dat worstelen, verloren zijn beter, dan als slaaf gebruikt te worden door het gezin waar ik niet in paste, nog gewenst was.
Als volwassen mensen, praat je dan, voor hem was het een opluchting, dat hij uit eindelijk niet de oudste was, wat dit nu echt inhoud? Weet ik ook niet, kan me daar weinig van voorstellen, omdat ik altijd de oudste ben geweest, buiten die korte jaren met mijn zusje van een jaar ouder, die ik vorig jaar heb ontheven, van haar dwangmatig bezorgt zijn om mij en dit laatste heeft geholpen, ze zorgt nu goed voor haar eigen gezin en geniet, de dagen die resten.
Mijn broertje heet Roland en heb hem ooit gezien als kind en ooit in een krantenknipsel toen hij in Amerika aankwam, al was dit pas een jaar of zes geleden, hij heeft een andere moeder, mijn baboe, mijn moeder Koekkoek, zo is deze tijd waarin we leven, mooi, het is mooi dat je met de andere kant van de wereld kunt praten, veel mooier is dat naar mate je ouder word, ook milder bent geworden en dat je snapt dat ieder zijn kruis draagt en hij figuurlijk, getatoeëerd op zijn schouder, dus door welke hel hij is gegaan, heb ik maar niet gevraagd en dat gaat me ook niets aan.
Zo kropen zijn stem en woorden door de telefoon in mijn oor en vandaar in mijn hersens, waar een chemische reactie plaats vond en nog steeds ben ik aan het onderzoeken, wat het voor hem en mij zelf is, wat dit gesprek brengt, zoveel gevoelens naar boven, van bommen en granaten.
Een gedachte over “Groengras,daarna dor”