Terwijl ik van bed tot bed word gesleept, de lakens voel als een tweedehuid en alles wat daar in ligt neem voor wat het is of misschoen gaat komen en ik ook, kom ik mijn leven om in de liefde, mijn lijf word als het waren gevierendeeld, alleen de paarden ontbreken en de koorden of kabels en de strop om been en handen, mijn handen worden betast en mijn handen tasten, eerst onwennig en later volleert, als wulpse monsters werpen ze zich voor mij op in posities die ik alleen uit boeken kende had gezien ooit in de boekenkast van mijn vader, vol stof en muffegeur, terwijl mijn ogen uitpuilde en een werden met het geen ik zag, nu was het mijn beurt, eerst natuurlijk onwennig en meer een beweging, die naarmate tijd verstreek wilder werd en ook ondermij, zelfs de matras begon teveren, het bed kraakte of het aanrecht, waar een koffie ketel pruttelde als of die me kon stoppen van wat ik aan het doen was, terwijl de was hing in de bijkeuken, de geur van zeeppoeder, mijn neus binnen drong, zo als ik binnen drong in haar, terwijl ik uitgeput neerviel, wrd ik alweer gegrepen en werd er weer wat van me verwacht, terwijl ik zat tewachten op een bus of aan een biertje zat, het werd een sport die niet op de olympiade toegelaten werd, wel flauw van deze mensen, is ook spannend om naar tekijken, sommige mensen betalen er veel geld voor? zo werd ik vol gegooit met bier en drank op dat ik gewillig als een schaap naar de slacht bank zou gaan, mak als een lam en de stier werd van mij verwacht en zo werd ik liefde vol verkracht, om mijn rug kijkend naar het plavond en wachtend tot de razerna voor bij was en ik het bed kon ontglippen, zo in mijn schoen of laarzen, via de trappen naar buiten, waar de volgende al weer stond, zo werd ik door geschoven en voor gestelt en ongestelt of niet het maakte me niet uit, die rodezee ging uit elkaar zo voor mijn ogen en ik bewandelde de liefde als of ik uit de woestein was gekomen, dorstig in de nachten was ik nergens nog alleen die paar uren rust die me gegunt werden, had ik nodig voor me zelf, geen wonder dat ik niet kon werken, mijn werk was het werk wat haar man had moeten doen of vriend of vriendin ik werd een soort slaaf, nog erger een slaaf van mijn eigen geiligheid, woorden, blikken geuren waren genoeg om me in extase tebrengen, waar ik dan ook verbleef, zo kun je zeggen dat ik versleten ben, verorbert, maar met pissen niet versleten ook al moest ik vaak naar de wc, waar ik gevolgd werd door vrouwen als ik honing aan mijn kont had en die was niet groot zo dacht ik vaak aan het ontsnappen, maar verslaaftheid aan liefde is erger als menig drug, dus dacht laat ik dat ook maar nemen, dus als het waren ging ik nooit alleen naar bed, dat bed was gevult met drug,s en vrouwen, zo zie je hoe de natuur je,je tekort in kinderjaren, kan laten inhalen.