Rotzooi

2392

Ik kon toch niet slapen, net zo min als mijn vriend vanmiddag, terwijl het hoogste tijd is, gedachten spoken door mijn hoofd, dat hooft heeft een hoop door testaan, het lijkt meer op een flipperkast, pong,pong gaan de gedachten en zo als een oude vriendin vertelde, wat ben je toch een geluksvogel dat zo veel vrouwen hebt mogen verwennen in je leven, nou ik ben er nog kapot van, wat ben ik blij dat dat achter de rug is, alleen die rust is nog niet gekomen, wat je wel zou mogen verwachten en nu moet ik denken dat een tante, geen echte me ooit een boek stuurde, heb geen angst voor de angst, op zijn duits en heb dat boek verslonden, ik geloof dat het het boek was om je gerust testellen, nu het tegenovergestelde gebeurde, naarmate ik verder las, hoe onrustiger ik werd, ik kreeg allemaal spookbeelden en maar roepen tegen me zelf, heb geen angst, ik had meer angst voor me zelf dan de mensen om me heen en dat waren geen lekkere jongens of mannen, dat waren best wel enge mensen en toch kon ik met ze praten en speelde schaak, van een leerde mooi houtsnij werk maken, want in het gevang ben je gelijk, wat je ook gedaan mocht hebben, wat je gemeen had was je straf, die je uit moest zitten, deze tijd heb ik goed benut om tekijken naar me zelf, met waar ik mee bezig was en zo na vier jaren, kwam ik wat mager geworden vrij, met een aan gemeten soort maatpak, van hoe ik alles zag en dacht en dan sta je daar aan de grens en het is of je van Mars komt, gevoelsmatig begreep je de theorie van Einstein, je kon schaken, dammen etc, maar de wereld om je heen was anders en zo heb ik jaren nodig gehad, weer af teglijden en toen langzaam weer opklom, misschien omdat ik toen rijper werd, veel meer denk ik, dat ik mijn wens, een beter mens teworden niet vergeten ben, door stormen, van drank en rook, rokken en onderbroeken of niet, kroegen, bars, bars geworde stemmingen en dan op een krib aan die Waal, of verloren rond lopen in de Ooipolder, dan naar veemarkten en niet voor het vee, al kocht ik wel een gijtje en gaf die weg, aan wie dat weet ik niet meer en die gijt is er vast ook niet meer, net zomin als veel van die vrienden van toen, dus al met al kun je zeggen, dat ik geluk gehad heb, ten eerst dat mijn niet echte tante me een boek gaf, verder dat ik vrij gekomen ben, want sommigen zitten daar nog en ten derde dat ik het nu schrijven kan, dus is er altijd wel iets positief aan het leven, wat je eigenlijk niet gegund is geweest in de begin jaren en natuurlijk had ik geluk met mijn neus tussen die twee tieten tebelanden, waar de geur van opium parfum uit opsteeg, ook al moest ik met haar door het bedzakken door het over gewicht en kan ook stellen, dat ik daardoor iets geleerd heb, terwijl ik dit schrijf stijgt mijn hoofd weer in de wolken en denk ik aan andere dingen, dan denk ik aan mensen die lekker liggen teslapen en zij die dat niet doen, omdat die in een anderetijd leven, daar waar de zon opkomt, terwijl het hier donker is, mensen die opstaan omdat de dagenraad er is of zij die de nacht dienst draaien waar je zo dronken van thuis komt net als een kip die met het licht aan in zijn hok heeft gezeten, dat zie je ook gelijk aan zo,n kip, dat zie je op een afstand, beetje van die wallen onder zijn ogen en dan toch dapper proberen tekijken, jammer dat die kip geen luciferhoutjes heeft, terwijl ik dan onder de grasmat door kruip en me afvraag wat ik daar eigenlijk doe?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s