Zo sta ik op, als of het gisteren was, toch niet het was vandaag, terwijl mijn gedachten in gisteren huisde, verscholen in de schaduw van weleer, waar jullie tot leven komen ook zij die er niet meer zijn, die as zijn geworden, verstrooit over de aarde of zee, wie weet, ik was er niet bij en wil dat uitstellen zo lang mogenlijk, rimpels zijn gekomen, gezichten vertekenen, zo als alles er omheen, het enige dt strak blijft zijn de herrineringen ook al zijn deze vervormt, zonder dat we het willen, het gebeurt, ook ik kan daar niet onder uit, het vliegtuig Dakota werd anders als ik dacht, maar verweven zit het vertrek uit Bandung, dat was die dakoto op gedoken uit mijn geheugen, Schiphol was niet verandert nog de kilte van aan komst, nog de kilte die moest komen, al had ik het graag anders gewild of willen hebben, laat staan mijn geest die dwaalde door de straten van Nederland en daar buiten, Amsterdam slapen op de Dam en verzwolgen in rook, geuren en dampen, grachten heel lang, laat staan de troep daar op drijvend, dode vissen en alles wat verdween daar in, gestolen of begraven met beton, Amsterdam is wild, Amsterdam is lief, mijn laaste bezoek was geweldig, hoe is een stad in staat gevoel te uiten van de wallen naar de boven wereld, die je als het waren ondergaat, die kontrast, zo dat je blij bent te kunnen ontsnappen, behalve de dronken mannen en alles wat daar denkt iets temoeten doen, verborgen, verdekt op gesteld, van gat tot gat, kanalen, banalen, nep, gekocht, gekregen voor even gespeeld, duiven die rond vliegen, beelden in levendelijven en beelden van brons, mensen achter een camera en die camera schiet de beelden, dat is beter als schieten op mensen, mensen jagen, beter als jagen op mensen, de jaren zestig worden zichtbaar, mensen opzoek naar toen, bussen stoppen en worden geleegt, boten vullen, lossen de schoten en varen er op af, de wateren, de scheven huizen, de zon straalt en bij regen heb je pech, de boefjes wachten in de straten, je herkent ze ver verre een beweging van mijn oog laat ze op lossen in het niet als of ze er niet waren geweest, waakzaamheid, als een herdershond, waak ik over mijn groep, ook al is het voor even mooi ik ben blij dat ik de stad kan verlaten en in kan ruilen voor bomen, bergen en ongedierte, die je met een mep plat slaat of een rode bloedafdruk achter laat, met striemen van de slag, verscholen in het landschap daar is een dorpje, ook daar heb je een boven en onder wereld, onder wonen de mensen en boven de volhouders zo als ik.
Een gedachte over “Paarde drol”