Terwijl dat blad weg rot, zo rot is als ik me voel terwijl ik daar jaren naar kijk tot het een geworden is met de aarde er omheen, voel ik langzaam aan de pieren tegen mijn benen opkruipen als of ze niet kunnen wachten om aan tafel tegaan, terwijl de gebradekip door mijn vrouw op tafel gezet word en weet dat een poot er van ieder geval voor mijn dochter bestemt is en de andere voor mij, de rest is voor haar, dat witte vlees hoeft niet zo van mij, ik ben gek op pooten, soms knabbel ik aan mijn eigen benen, dat is geen makkelijke houding, maar met een beetje oevening zo onder de knie, daar boven word het lastiger, soms stop ik dan een grote teen in mijn mond en bijt de nagel af en spug die uit, want zo lekker is een nagel niet, drink liever een glas melk zit ook kalk in, maar die pieren zie ik dus oprukken in getalen ze kruipen van uit mijn tuin, richting mijn huis door de voordeur zonder tekloppen en die slijmerige lichamen glijden over de vloer terwijl ik eet, mijn dochter nog vrouw hebben hier erg is, zij zien dat gevaar niet, ik wel ik zit met wijd open gesperde ogen tekijken en die wormen kijken ook, zelfs naar dat wit en denken hoe komen we bij die oogkas en zien misschien die witte hersenmassa van mij, waarvan ik dacht dat die niet bestond?, zo zie je dat pieren veel meer zien als wij, terwijl ze geen ogen bezitten nog kop of kont of bijde, van voor naar achter en snij je ze in twee dan kruipen ze verder en eigenlijk zijn ze beter om er mee tevissen aan een haak, voor paling of baars en wat dacht je voor de kippen, die later op mijn bord komen of de moestuin, waar ik dan een spa in stop en ze in een potje doe voor het vissen en dat zit me dan aan tekijken als of ik die dode kip ben?ze hebben geen manieren dat staat vast voor mij, eerst niet kloppen aan de deur, dan je aan kijken als je aan het eten bent en dingen zien die er niet zijn, ik vraag maar helemaal niet wat ze nog meer in gedachte hebben, misschien moet ik ze wel een pen en papier geven, kunnen ze verhalen gaan schrijven met mij? wie weet word het wel een spannend mooi verhaal, het pieren boek of woorden van een pier, misschien winnen ze wel een prijs, dan hebben ze misschien geen belangstellig voor mij, misschien kijken ze wel naar een reporter die over hen schrijft, goed die zit dan vast niet aan tafel en die komt zelf binnen, dus ze hoeven ook niet te kloppen op de deur, die reporter loopt ze zo in de armen en word dan leeg gezogen, uit zijn zak valt de pen, waarmee hij alles had willen opschrijven, boem op de grond en zijn broek ook, denk dat er snel een televisie programma gaat komen, reporter verslonden door wild geworden schrijvende pieren, beter hij als ik, laat mij van die kip en gezin genieten zolang het nog kan en mag en die pieren? gewoon terug sturen waar ze thuis horen in moeder aarde, waar ik vanzelf op een dag heen ga een bezoek afleg voor eeuwig. dat ik kan zeggen ik ben thuis ik zit niet meer tussen wal of schip ook al kwam ik met een vliegtuig en geen boot, als die pieren een beetje door graven komen ze ook daar uit waar ik eens ben geweest, misschien kunnen ze iedereen wel de groeten doen van me, als ze maar niet weer zo raar gaan kijken naar mensen in het algemeen. eigenlijk moeten ze voor ze de grond in gaan mij beloven anders tegaan kijken en dan mogen ze verder kruipen.ga net buiten zitten op het terras de zon straalt, geen pier te bekennen?
Een gedachte over “Dagenlijks”