Ja dat ben ik, van wat eens was, zo dat jullie een beeld krijgen wat door mijn hoofd is gegaan en nog steeds gaat, een hoofd wat niet zal stoppen voor zijn tijd rijp is, want er is zoveel om over na tedenken, teverzinnen, te scheppen, doen, te ontmoeten, praten, blij zijn verdriet verwerken, luisteren naar anderen en daar ben ik dan trots op om deel uit temogen maken zo als mijn pleegvader me vertelde, de eer deel uit temogen maken van een ieders leven, waar niemand weet wanneer de laaste ademtocht zal wezen, dit schrijf ik met een glas of drie wijn en vergeet die glazen daarvoor, natuurlijk met muziek, als de engelen door mijn hele lichaam gaan, als of al die armen van mijn vrienden om me heen slaan, als of we een kluwe wol zijn, als of nog voor geweven we aan dat schaap zitten, nog voor het geschoren werd, die warmte toen ze nog in die schaapskooi waren op gesloten, waar stro en stront de warme lucht versprijde in de neus van de herder, die daar zo aan gewent was, zo als ik aan jullie, aan jullie warmte zo dat het bijna normaal werd, maar nee ik begrijp elke dag weer dat wonder dat ik met jullie mag delen, ook al ben ik niet altijd geschoren en prik ik, maar jullie omhelsing beseft me dat ik leef en met mij mijn gezin en die werld daarom heen, die wereld die eerst zo tegen me was, als of ik er iets aan kon doen, als of het mijn schuld was als of ik die oorlog was begonnen, als of ik die wapens uit gevonden had als of ik moest bezitten als of ik moest over heersen, de baas zijn in een land waar je bij voorbaad niets te zoeken had, in een wereld waar iedereen, gewoon naar huis moet gaan, zijn eigenhuis moet gaan schoon maken, vrede maken met zijn vrouw en kinderen en buren, feest in de straat, feest in het dorp en steden, landen en wereld.
Een gedachte over “Honky”