Wat kan leven meer brengen als je woont, als je een dak hebt boven je hoofd als je gevoed word als woorden je gerust kunnen stellen, je schooling gaat zo als het moet, je geen zakkewassers tegen komt die je leven willen verzieken, vergallen omdat ze zelf gal spugen, zo gifgroen en een stank dat ze zelf misselijk worden en waarom? ooit vroeg ik aan jongens waarom schoppen jullie iemand in elkaar? en het antwoord wisten ze niet eens?als je als kind je eigen ouders al niet kunt vertrouwen, nog de mensen om je heen, dan is de wereld zoek en ga je zoeken, naar en hoe verder je zoekt des te dieper moet je graven tot je onder geschept word, met je eigen aarde. besmet met modder zo kwam ik terecht in een straat erg afgelegen, waar zelfs de honden tegen de muren kropen en huizen voorover bogen, zodat het was of je door een tunnel liep, terwijl die veel verder op was, waar een trein over ging en de straatklinkers je stappen dempte, zodat niemand je kon horen aan komen, nog je zelf, terwijl je in de lichte regen, gleed, heel lanzaam, nog net niet uit, het scheelde wijnig en je berijkte de deur, de sleutel in het slot en open sprong je deur en je vloog de trap op en dan was je thuis, waarin je in je eenzaamheid kon delen met je bed, waar in je al het waren, terwijl je de deur sloot achter je kont, stilte wilden, tewijl die er niet was nog bestond, je kon niet omgaan, muziek moest op, om die leegte, eenzaamheid op te vullen met geluid, om alles maar tevergeten, die straat die ik doorsloop, waar ik naast de honden kroop en misschien wel een kat of kater, misschien wel een rat die verdwaalt was, dit was Nijmegen Begijnenstraat een oud klooster die ik van de gemeente kreeg, kraakte en alle verloren kinderen ging opvangen, alleen ik wist niet eens hoe en enkele zijn gestorven en ik heb daar niets tegen kunnen doen, had ik maar geweten, had ik maar de kennis, ook al weet ik dat het niets verandert aan wat eens was, maar voor me zelf, had ik het graag gewild, daarom ben ik een schim geworden, nog voor het bekend werd dat de schemer zou invallen en als een deken me verborg, voor jaren om uit eindelijk te ontwaken en vergat wat was, verloor alles wat was zo als nu, maar anders, mensen onder je hander weg zien gaan, terwijl je eigen handen, geen stromend bloed hebben bezat, wit weg getrokken, koud verstijft en eenzaamheid alleen overblijft.