Eiken

072

Wat als ik jullie niet had gehad, al die moeders, al die liefde, de me als kind ontbrak, waar ik deel uit mocht maken, van jullie gezin, van jullie vrienden en vrienden van vrienden, van nep ooms en tantes, ook van hollandse, komaf, van Nederlandes die aan mijn ogen, konden zien mijn gemis, mijn indo moeders, die me riepen, het eten staat klaar, kom als je blieft, vul je hongerige buik, eet mijn kind, eet, laat niets je weerhouden, en dan die bakjes gootsteen water, in geschonken, door een moeder, met daarnaast een stuk appeltaart, zelf gebakken  en als het koud was, chocolademelk, heel warm, dicht bij de kachel,toen nog op kolen en later, in het jaar, achter de kachel, de pan, met daarin beslag, die stond terijsen, waar dan later oliebollen en appelflappen uit voort, kwamen, met suiker of poeder, als of er geen sneeuw genoeg was, als of de dennen takken, bezweken onder, dit al, kreunend, schep nog eens op, een tafel rijke lijk gevuld, met eten, als of de oorlog, meteen, daarna zou uitbreken, als of we weer bang moesten zijn! niets meer tehebben, al die geuren, door de keuken van toen, waar zelf een keuken van heden, niets meer voorstelt, was gevult met pannen en potten, met een warmte van een fornuis, opgestookt met kolen of brieketten, zelf, de pook ontbrak niet, nog de asla, nog de kolenkit, die als je hem leegde, die resten in je neus belande, je, je, weg, moest draaien, zo dat, dat eten wat op stond, niet bedorven werd, moeders die lachten, moeders die blij waren je tezien en vaders, die met bezorgde blikken naar je keken, een beetje nors, niet echt boos, maar waarvan je had, geef mij mijn moeders maar, daar kan ik nooit genoeg van krijgen, daar kan ik nooit genoeg van hebben, nog mijn bord, tot de rand, gevuld, bijna er overheen, even plaats maken met de lepel, desnoods, met mijn lippen, voorover in het bord, zodat niets verloren gaat, wat, wat met zoveel liefde is gemaakt, ik mis die moeders, ik mis die geuren, ik mis jullie allemaal, jullie warmte, jullie lach, jullie gulheid en begrip, terwijl ik weet, dat jullie niet veel hadden, maar wat jullie hadden, deelde je met mij, als ik terug denk aan die tijd, de tijd van duizend en een moeders, dan hoop ik ooit, dat er een ander kind is, die dat mag beleven, wat ik heb mee gemaakt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s