Drie en een half

274

zoeken naar het onbekende, is net zo erg als, niet weten waar, als duisternis, als een mantel, die op je schouders ligt, je belet je armen te bewegen, terwijl de gedachte er aan, wel aanwezig was, terwijl je wel wilde, maar werd geremt, die beweging, altans de poging tot, en de mouwen, daar onderaan, net bij de polsen, zag nog kans lucht te halen, de opening, daar snakkend, zoeken, nu nog de zon, nu nog stralen, die me helpen, door te dringen in dat woud, van wir war, der gebeurtenissen, lang voor ik bestond, nog voor ik deel uitmaakte van waar ik naar zoek, waarom zoek ik, is het niet beter, te laten, van wat het was, wat het, is, waarom die drang van binnen, waarom willen weten, waarom, is het mens eigen en sommige niet? waarom hoor, ik niet bij hen, waarom word mij die rust niet gegunt, die ik eigenlijk zoek, die ik zo wens van binnen, waarom mag het niet wezen, dat het zoeken naar, haar sluier even oplicht, al was het een seconde maar en mij toe liet, te vinden waar ik naar zocht? terwijl ik blijf steken in die mouwen, mijn keel dicht gekepen werd om dat de mantel, iets te krap was aan gemeten door de duisternis, ondanks dat ik kon ruiken de prille zonnestralen, die daar moesten wezen, zo als ook de zon, waar van ik wist dat bestond en moest zijn, dat herriner ik me van het onbekende!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s