Torens

Delerium
Delerium

Terwijl jij achter blijft, je zusje en vader, Babou en half zusjes en broertjes, waar aan de herinnering vaag is, vermoedelijk deze laaste weg gedruk in de mistbank om dan later na veertig jaar per telefoon weer een vooreen in de openlucht komen en de rest, duurde nog eens twintig jaar, dan blijkt daar een gezin een eigen bestaan tehebben, met kinderen en klein kinderen, wat ik ze gun en zeker blij om ben, maar het was wel een hele verwerking, ik ben oom geworden, ik leer halfbroers en zussen kennen en hun naaste als is het maar via internet en soms per telefoon, sommige hebben een rare mening, van hoe kun je je naam veranderen, hoe is dat mogenlijk?, een onberip en een kort interessen om verder te willen luisteren , begrijpen, verdiepen, een enkeling, wel, die net als ik de klok terug zouden willen zetten, de tijd terug draaien, als of alles onecht was, die verschillende verhalen, de ontkenningen, een ziekelijke jaloesie, die de oorzaak is van alle ellende en een was lap van een vader, waar ik aan de anderen kant begrip heb gekregen voor wat het voor hem moest betekenen, al lijk ik uiterlijk op hem en heb ik al zijn gekke streken mee gekregen, een ding heb ik niet gemeen, mijn kinderen ruil ik voor, niets in de wereld in er is geen andere vrouw, die mij laat verstoten het eigenbloed, voor dat van haar. Misschien is dat dan wel de les die ik geleerd heb van het leven, zo als ik er zovelen heb geleert en nog te leren krijg Misschien heb ik een zintuig ontwikkelt, voor een koekoek, een vogel in de natuur, die prachtig is en mooi, daar kan die ook niets aan doen, ik maak een grote boog om dat beest, in mens vorm.Zijn aan komst in de US in de plaatselijke krant, liet me beseffen, dat daar mijn vader en zusje zaten en wat mijn halve familie was, daar zag ik mijn afkomst, Indo die ik in Nederland niet is de spiegel kon zien of ondekken, dat kwam later pas, ook toen ik oude schoolfoto,s zag, van toen, toen eigenlijk, ging het lampje branden er bestaat geen grotere onzekerheid in het leven, als de onzekerheid, in het zijn en brengt in je leven een opeenvolgend, verstoort leven, een labierint, zo als ik gedwaalt heb op de waalkade in Nijmegen in het werk van een van de twee kunstenaar, de gebroers van de Locht, een daar van was Claus, die vaak naar me luisterde, als ik de weg kwijt was een geobsideert kunstenaar met veel talent,zolas veel kunstenaars in Nijmegen, geluistert hebben naar me, net die zet gaven verder tegaan, of alleen maar luisteren, slapen in de pijler van de brug, het atelier, zijn naam is me ontschoten, Elzo Dibbets en vele anderen,waar ik bescheiden mee heb geexposeert, in de goude Leeuw. In Arnhem Gerhard Philippsen en in zijn werk, waar kon nemen hoe mijn geest door de ruimte ging, allemaal mensen die hebben bij gedragen, laat staan mijn Duitse periode, mijn leraar Claus B Raabe, John van Schaick, de Fransman JP Esmolie, JP Bard, DJ Homps, zovele Franse kunstenaar, dichters en kom geheugen tekort om ze allemaal de eer tegeven die ze verdienen,fotograven,journalisten de belangrijkste voor mij zijn Joop Eilander en Daaf Wijlhuizen, die altijd lachte als ik kwam, dan de free jazz aan de Berg en dalseweg, elke zondag middag, dan alle bandjes uit mijn jeugt, Wout Pennings,Jonny uit Groesbeek drum, waarmee ik ooit de eerst punkband had en na drie weken op moesten donderen, want dat was geen muziek voor een klein dorp, dat verstoorde de kerkelijke mis.De tijd aan de Bisonbaai, met Herman Brood op gitaar, rond een kampvuur, Drummel, Appy Ammans, Rein v Vorstenbosch, Petje, rond lopen in een rodebroek die we van ons eigenspaargeld gekocht hadden, zag al die gordijnen weg geschoven worden, ogen die vertelde, dat word later niets,bij mij is dat uit gekomen, dat is dan ook de vloek die ik met me meedraag. als of ik al niet genoeg aan mijn kop had? kon die vervloeking er ook nog wel bij, stapel maar op een gekromde rug van de last,zweep er over, waarom niet, als je geboren word als een koelie in een wereld van koloniaal denken, dat wil niet zeggen dat er niemand met we wilde spelen, natuurlijk wel, lieve mensen, waar ik goede herrinering aan heb, mensen die gewoon zijn gebleven zo als ze waren, hun leven lang, wat kon ik gewoon blijven,als je niet weet wie je bent, als ontbreekt, die eerste jaren, die in de mist ergens lagen op geslagen, ik weet hoe het er uit zag? een groot vierkant, hartstikke leeg,het totale niets, geen wonder dat ik klappen kreeg en schoppen onder mijn reet, want daar schopte en klapte, ze tegen een lege koelie en als je dan vroeg waarom doe je dat? dan wisten ze dat niet! en daar kwamen ze dichter bij, want ik wist het ook niet! dan krijg je een gelijk niveau en dat is leuker praten,omgaan met elkaar,daar is misschien begonnen dat ik wilde weten, weten het waarom? en waarom niet?tot het een waarom een oneindig gat werd, waar het zand naar beneden in de kuil, terug storte, terwijl ik dieper wilde gaan, tegen beter weten in, toen ben ik slimmer geworden, wat niet in de diepte kan, kan in de lengte en heb zo dat gat, diep en lang gegraven, ik ben door het land gaan graven, in het buitenland, bij verre buren en weer terug en als ik aan kwam, bleef ik graven tot de blaren waren gehard, het bloed gestolt, tot je niets meer van die pijn kon voelen, tot mijn gekromde rug het vel kreeg van een olifant, ik heb slechte, hele slechte mensen gezien, hele gevaarlijke mensen, ik heb zelfs een man gezien, die elke morgen Heil Hitler riep, ook al was de oorlog al 29 jaar geleden, af gelopen en Hitler dood, ik heb mensen ontmoed, die mensen vermoorde, me lieten beseffen, wat ik een geluk had, niets te hebben, niet in hun schoenen heb hoeven staan, de de grens in het leven soms dun is als ijs.Ik heb mensen gezien die me echt bang maakte en dacht dan, doe dat, bij je zelf, maar niet bij anderen, het angst zweet breekt nog uit aan die gedachte.dat je in een wereld komt, waar andere wetten zijn, toch heb ik geleerd ook daar, dat je soms in het leven, de andere kant op moet gaan graven, heb dat ook gedaan en heb er geen spijt van, want deze keer, groef ik naar boven en steeg boven de wereld uit, dus als jullie naar boven kijken en je ziet iemand graven, dan ben ik dat en als jullie nog beter kijken, zien jullie dat ik lach heb om mijn mond, aan die andere kant een traan in mijn oog.

Een gedachte over “Torens

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s