Na het bericht van gisteren een mail van mijn zuster uit de US, zij herkende de gevoelens, dit brengt me bij haar! hoe heeft zij alles ondergaan, de flarden van heen en weer getrokken worden, gescheiden, zich aan passen aan situaties, waar ook zij niets te vertellen had, waar is zij gebleven met haar gevoelens, waar was haar slang in de mond, die langzaam aan bezit van haar nam, tot ze een slaaf werd, een slaaf van een baboe, een slaaf van mijn vader, aan haar heb ik te danken dat ik besta, aan haar heb ik te danken dat ik gehavert, kon ontsnappen in de mist.
De mist die, niet alleen een thuis haven werd voor mij, een andere mist trok op voor haar, haar wereld en wat ben ik blij dat die mist me gespaart gebleven is, haar mist, haar schreew, haar gegil van onmacht, die niet gehoord kon worden, niet door drong in mijn mistige wereldje.
Haar is bespaart gebleven, mijn lijden, maar is dit zo? nee!!!haar lijden, werd verlengt, werd uitgesteld in een surogaat leven, gevoed, vol beloftes, valse beloftes en zo als kinderen willen, gaan ze geloven, bouwen ze een nieuwe wereld om zich heen, zoeken in de blokkedoos naar passende stenen, naar kleuren, rangschikken, plakken en geloven, haar schreew is nooit gehoord, is nooit naar gevraagt, was niet van belang, want van belang was het nieuwe gezin van mijn vader, zijn angsten in indonesie, tijdens gevechten in een vreemd land, waar in jongemannen dat doen, wat ze thuis nooit zouden hebben durven, laat staan aan denken, omdat thuis, die dingen niet bestonden, mijn vader de man waarvan ik hield,die als een god voor me was, zo ook voor mijn zuster, die man heeft ons verlaten, die heeft mijn zus gebruikt als een stuk speelgoed, een pop, terwijl ik dit schrijf, bibber ik en dat is niet van de wijn, het is dat gevoel van verdriet, het verdriet voor mijn zus, voor mijn vader, weten wij zijn hel??zie hoe een kind zijn vader verdedigt, dat beeld dat je achter liet bij me, die hoop die je me gaf, dat op een dag we zamen zouden zijn, mijn zusje, mijn vader en ik, die ijle droom, die als een spiegel, geraakt door een kogel zou splijten en vergruizen in miljoenen stukken, die ijdele hoop voor mijn zusje, eens zouden we weer zamen komen, een gezin vormen, elkaar kunnen vasthouden, hand in hand, lachen, huilen van verdriet en vreugde, we zouden kunnen zeggen, he,he, het is achter ons, een nieuw tijdperk is voor ons aan getreden!!! maar nee, het waren lege beloftes, als of de tijd stil staat, als of mijn zusje bevroren word, mijn vader in de mist verdwijnt een zeepbel die klapt, boem, leegte, vaders en moeder beloof je kind niet dat wat je niet waar kunt maken, wees eerlijk, want een kind gelooft je, een kind zo als het zuigt aan de moederborst, zuigt op jullie woorden, voed de geest, de geest van mijn zus en ik, werd geleegt, werd uit gedroogt, werd verschrompelt als een appelschil, tot de wind het poeder mee nam en versprijde over de wereld, soms voelde ik en mijn zus, kleine vlokken van die appelschil in onze mistwereld neer dwalen, in de mist konden we niet horen, niet voelen, hadden we de kracht maar deze zeepbel tot explosie te kunnen brengen, maar wat wil je een kind???
Met onze tranen vullen we de zeeen, de rivieren, elke beek en glazen in alle huishouden op deze wereld,dit met alle schreeuwen en tranen van kinderen op de wereld,waar we van weten dat ze in de mist geboren zijn.
Ik heb mijn zus nog enkele keren gezien, van uit de mist in een VW kever, grijs op de achterbank op de oprit van de villa in Berg en dal, waar in een stilte heerste en bedrukking, bedomt in een gevoel van wat gaan we zeggen, wat gaan we doen, worden we weer een, maar nee!!!
Ik ga stilletjes naar binnen en zij gaan weg, ik loop door de marmere hal, die eikenhouten trap op,naar de woonkamer en pak mijn speelgoed en maak mijn wereld in de mist en droom van andere tijden, waar ik gedragen door wolken met mijn zusje ben, stiekum, want mijn baboe mag dit niet weten, anders gooit ze me van de trap, sluit ze me op in de kast, mijn vader, wat verlang ik naar je, mijn nieuwe ouders mogen dit niet weten het is een geheim een geheim dat in mijn hoofdzit, goed op gesloten, met wel zeven sloten, waar van ik elke keer de sleutel inslik, laat neerdwalen in mijn buik, soms moet ik overgeven van aldat ijzer in mijn buik, die zwaren stoffen, want mijn buik is bij gekomen, die berieberie buik is mooi geworden,ik kan er weer overheen kijken, naar beneden, naar mijn voeten, wat, ik zie zelfs de vloer, waar ik op beweeg, ik zie speelgoed, iets wat ik niet heb gekend, in een land van mist bestaat dat niet, als je daar aan komt, in het land van mist, staat daar een groot bord!!!!! verboden voor speelgoed en daar naast, nog meer borden en daar naast nog meer borden, je zou bijna kunnen zeggen,het is een mist vol borden en dat je ook niets mag zeggen, dat staat ook op zo,n bord, een ander bord zegt dat je niet mag denken, ik doe dat stiekem wel, ssssttt niet verder vertellen, hoor!!!dat is een geheim tussen mij en de mist, gek dat je eigenlijk de mist als je zus en je vader ziet, als een geheel, wat geen geheel is.
Mijn zus, daar komen we nog op terug, wij zijn nog lang niet klaar, wij zijn nog lang niet uit gedroomt, wij hebben nog wensen en daarvoor breek ik elke wet, met heel veel liefs je kleine broertje